Reflectie en sociale vaardigheden
Doel van RSV= reflectie (wie zul jij zijn als leerkracht? En getuigt jouw praktijk?
Sociale vaardigheden ontwikkelen = je staat altijd in relatie tot anderen
Leerkracht zijn, is
Dagelijks omgaan met communiceren met kinderen, ouders, collega’s, …
Vanuit een professionele houding
o Bewust worden dat wat en hoe je iets zegt of doet effect heeft op de ander
o Groeiproces
o Professionele houding ontwikkelen
Zelfkennis ontwikkelen
Bewust van je onderliggende waarden, normen, overtuigingen
Bewust van je eigen referentiekader
Sociale vaardigheden(communiceren)
Omgaan met mensen doen we dagelijks MAAR … dagelijks omgaan met mensen verschilt van
beroepsmatig (professioneel) omgaan met mensen
Basiscompetenties: leraar als
1. Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
2. Opvoeder
3. Inhoudelijk expert
4. Innovator/ onderzoeker
5. Partner van ouders/verzorgers
6. Lid van schoolteam
7. Partner van externen
8. Lid van de onderwijsgemeenschap
9. Cultuurparticipant
Waarnemen en interpreteren
Waarom ?
Naar jezelf kijken
Naar de ander kijken
Bewust zijn van de invloed op elkaar
= ‘goed’ kunnen waarnemen is hulpmiddel
Waarnemen = het resultaat van een selectieproces
Waarnemen is selecteren
Je kunt niet alle prikkels in je omgeving opmerken, het is afhankelijk van je manier van selecteren,
waar je je aandacht opricht.
, De kenmerken van je omgeving neem je wel waar maar je niet bewust van ‘ergens blindelings de weg
weten’. Je selecteert zelf heel vanzelfsprekend (vanuit je referentiekader)
Referentiekader = aantal gegevens uit de context = voorspelling maken= waarneming wordt gekleurd
door wat het meest logisch of vanzelfsprekend lijkt
Het pereceptieniveau: waarnemen en interpretatie
Uitgangspunt
Het belang van een goede waarneming (1 ste indruk)
Communicatieproces
- Factoren die de waarneming (en de interpretatie) beïnvloeden
- Situatie zelf, zender, ontvanger, communicatiemiddel
Vooroordelen
Stereotyperingen (hele groep over 1 kam scheren)
Horn-effect: door negatief aspect altijd negatief denken
Halo-effect door één positief aspect altijd goed en positief bekijken v.d. persoon
Identificatie
Projectie: je eigen gevoelens toeschrijven aan een ander
Persoonlijke norm: het eigen gedrag als norm nemen
Selffulfilling prophecy:
Waarnemings- en interpratiefouten
- Factoren in de situatie zelf
o Lawaai, slechte akoestiek, telefoon, aanwezigheid van anderen, tijdsdruk,
pregnantie: elementen in de situatie vragen om je aandacht, afwijking,
verandering, beweging, herhaling in gedrag
- Factoren bij de zender
*Wil info achterhouden, niet weten wat te zeggen, te veel met zichzelf bezig,
pregnantie door zender(intensiteit: stemverheffing, herhaling), geen overstemming
- -Bij de ontvanger:
o Kennis en ervaring
o Gevoelens (ontspannen, onzeker, sympathie)
o Opvattingen (normen, waarden, cultuur)