MEDISCHE BACTERIOLOGIE 2
1. PATHOLOGISCHE SPECIMENS EN DE PRE-ANALYTISCHE FASE
1.1. INLEIDING
Pre-analytische fase= alle evenementen die plaatsgrijpen voor het bacteriologisch onderzoek
- Staal afname + identificatie patiënt
- Transport
- Ontvangst en registratie
- Voorbereidende manipulaties: snel testen, microscopie, centrifugatie
1.2. STERIELE AFNAME V ¹ SOORTEN MICROBIOLOGISCHE STALEN EN BEGELEIDENDE DOCS
Begeleiden (digitaal) doc:
- Naam + voornaam patiënt
- Geboorte datum/ leeftijd
- Adres
- Aanvragende geneesheer
- Soort specimen/ datum afname gevraagde onderzoek
- Relevante klinische info
!Bij afname zoveel mogelijk contaminerende flora vermijden
Type 1 staal: diep gelegen en gesloten lichaamsgebieden: bloed, abces ,punctievochten v steriele organen of
gewrichten, empyeem
- Steriel à elke gevonden bacterie is van belang = pathogeen
- Punctie of bij operatie
- Huid of mucosa moet steriel zijn
ð Huid- of mucosa commensalen (difteroiden, S. epidermidis)
- Potjes, buisjes, transport moet steriel gebeuren
ð Vuile potjes: Bacillus sp., Pseudomonas-soorten
• Commensalen
Geen type 1 staal: o Pathogenen
- Abces die vroeger al is opengesneden en waaruit nu nog etter komt
- Pleuraholte waarin al dagen een drain zit
Type 2 staal: diep gelegen communicerende lichaamsgebieden: urine (midstream), opgehoest sputum, niet-GI-
fistels, endocervix
- Diepe ruimte: normaal steriel
- Oppervlakkige zone waar het materiaal naar boven komt: normaal bacteriën
aanwezig (mond, neus, vagina, urethra) of waar gemakkelijk bacteriën nestelen
(fistel, geopend abces, drain)
Interpretatie zo nauwkeuring mogelijk maken:
- Wassen of spelen van oppervlakkige zone
- Afname via katheters die naar binnen w geschoven
- Punctie om gecontamineerde zones te vermijden
1
, - Snel transport en afkoeling
- Technieken in labo: kwantitatieve kweken, wassen v sputum-vlokjes om speeksel weg te krijgen
- Kennis vd normale verwekkers vd infectie in allerlei omstandigheden
Type 3 staal: lichaamsoppervlakten: keel, oppervlakkige huidwonden, stoelgang, GI-fistels
- Staal afgenomen op plaats met commensale flora
- Pathogene kiemen detecteren tss de commensalen
- Belangrijke shift (verandering) nagaan, vb. kiemen die normaal in klein #
aanwezig zijn die nu overwoekeren
- Selectieve bodems: verwachte pathogenen groeien beter en normale flora w
onderdrukt
Subtypes:
- Opsporen ve pathogeen waarvoor een therapie nodig is (vb. Gonococ, TBC, Chlamydia)
- Opsporen ve pathologische verandering in normale flora (vb. Candida à bacteriële vaginose)
- Inventarisatiekweken: opsporen v M.O. die normaal id omgeving aanwezig zijn, maar bij bepaalde
patiënten moet afwezig zijn
1.3. OVERZICHT ¹ SOORTEN STALEN
1.3.1. BLOED, TYPE 1
!Normaal steriel
Pathologie:
- Bacteriëmie= bacterie in bloed
- Sepsis= bacterie vermenigvuldigd in bloed
Hoeveelheid:
- Volwassenen: 10 ml à 2 hemocultuurflessen (1 aëroob & 1 anaëroob)
- Kinderen: 2-5 ml à 2 hemocultuurflessen (1 aëroob & 1 anaëroob)
Afname:
- Aseptisch
- Voor toediening antibiotica
- Best bij begin koortsopstoot
- Min 2 afnames (4 flessen) op ¹ tijdstippen (bacteriëmie is periodiek)
1.3.2. PUNCTIEVOCHTEN – EMPYEEM, TYPE 1
Empyeem= opeenhoping v pus binnen een bestaande anatomische ruimte ih lichaam (¹ abces)
Pathologie:
- Pleuraal empyeem (pleuraholte) à pleuravocht
- Pyometra (baarmoeder)
- Appendicitis (appendix)
- Subduraal empyeem (tss hersenen en hersenvliezen)
- Cholecystitis (galblaas)
- Ascites (vocht in peritoneale holte in buik) à dringend!
2
,1.3.3. CEREBROSPINAAL VOCHT (CSV), TYPE 1
CSV= lumbaal vocht (LV)= ruggenmerg vocht= vocht dat hersenen en ruggenmerg omgeeft
- Normaal helder, bevatten geen cellen
- Bij infectie: troebel à M.O. + WBC
Afname:
- Aseptische ruggenmergpunctie
- 2-3 mm concentreren door centrifugatie
- Dringend!
1.3.4. WEEFSELMATERIAAL, TYPE 1, 2 OF 3
Biopsie à vochtig versturen (fysiologisch water)
In labo: stukken verknippen en fijnwrijven à in steriele bouillon brengen
1.3.5. ETTER, WONDVOCHT, KLIERPUNCTIE
Etter= plasma + fagocyten + weefselresten + M.O.
- Aan oppervlak v slijmvliezen à type 3
- Aan oppervlak vd beschadigde huid à type 3
- Abces (in diepte vd huid) à type 2 of 3
- In natuurlijke lichaamsholte (empyeem) à type 1
Abces kan spontaal openbreken via fistel (= ingevreten holte)
- Punctie
- Transport in spuit
- Anaëroben
Wondvocht en etter vd slijmvliezen à type 3
- 2 wissers (droge wisser vr microscopie en natte wisser voor cultuur
1.3.6. KEEL- EN NEUSSPECIMENS
Keelontsteking à type 3 à wisser
Sinusitis à type 2 à punctie
1.3.7. ONTERSTE LUCHTWEGEN
Beneden glottis (strottenhoofd): normaal geen bacteriën door functie trilhaarepitheel en mucus
Ontsteking diepere luchtwegen:
- Staal: sputum= slijm + fibrine + ettercellen + M.O.
- Verzamelen: ophoesten sputum à vermengd met mond- en keelflora
Oplossing:
- Transtracheale aspiratie= punctie van huid en trachea à geen bijbesmetting à type 2
3
, - BAL-vocht= broncho-alveolaire lavage= fysiologisch water in longblaasje spuiten en dan weer opzuigen
à minimale bijbesmetting à type 2
- Tracheostomie-aspiraat: bij mensen met tracheabuisjes, vocht wordt opgevangen à bijbesmetting à
type 3
- Geïnduceerd sputum: inhalatie van 10% NaCl oplossing à bij patiënten die geen sputum kunnen
ophoesten à Mycobacterium, pneumocystis en fungi
1.3.8. URINE, TYPE 2
!Urine in blaas is steriel
Geloosde urine: bijbesmet met commensalen uit urethra en geslachtsorgaan
à midstream (50 ml, 4°C)
Kwantitatieve kweek: > 100.000 CFU/ml à significant voor infectie (UWI)
1.3.9. FAECES, TYPE 3
Vers en gekoeld à zuurt snel aan
1.3.10. GENETALE STALEN
♀
Pathologie: vaginose, SOA, zweren, cervicitis
Staalafname: vaginale swab
♂ à Etter uit penis
1.4. TRANSPORTMATERIAAL
Belangrijk:
- Snel transport à afsterven of vermenigvuldigen vermijden
- Koel in steriel, goed gesloten recipiënt
1.4.1. WATTENDRAGER
Keelwissers, swabs= staafjes uit hout/plastiek met cellulosepropje of ander collectiemateriaal aan uiteinde
- Steriel en individueel verpakt
- Slijmvliezen, wondsecreties of rectaal
Nadelen:
- Geringe hoeveelheid materiaal
- Geringe afname materiaal à 2 wissers (kleuring en cultuur)
- Bacteriën sterven snel af op watten à uitdroging, oxidatie, toxische stoffen
1.4.2. E-SWAB
E-swab= combinatie van flocked swab (korte nylonhaartjes op swab à meer cellulair materiaal bij afname) en
vloeibaar Amies transportmedium (betere afgifte van cellulair materiaal in medium)
!Wisser van hoge en beter kwaliteit
4