1
Mensen met een beperking
1.1. Kwetsbaarheid
= ‘Een persoon is kwetsbaar indien als gevolg van lichamelijke en/of psychische
beperking, zonder externe hulpbronnen, optreedt veroorzaakt door eigen activiteiten
en/of acties vanuit de omgeving.
Bij kwetsbaarheid denken we aan broosheid, kans op beschadiging.
Kwetsbaarheid wordt dikwijls gedefinieerd vanuit een bepaald gezichtspunt
Een arts in een ziekenhuis zal meer geïnteresseerd zijn in de interactie tussen
verschillende gezondheidsproblemen en die kan leiden tot neerwaartse spiraal. De
sociaal arts zal kwetsbaarheid bekijken vanuit de levensloopbenadering. De
levensloopbenadering gaat uit van de eigen verantwoordelijkheid. Daarbij hoort een
ondersteunende sociale omgeving.
Kwetsbaarheid kan ook het gevolg zijn van het wegvallen van fysieke
vaardigheden.
De som van de beperkingen ertoe leidt dat het op termijn kan resulteren in frailty of een
fysieke kwetsbaarheid. Er sprake is va n problemen in meerdere functiedomeinen, een
onstabiel evenwicht van lichaamsfuncties en een afname in reservecapaciteit en
weerstand. Een kleine verandering kan dan grote gevolgen hebben.
Als gevolg van een complex van factoren kan bijvoorbeeld zelfvérwaarlozing ontstaan.
Een aantal individuele (lichamelijk, psychisch, sociaal, financieel) en maatschappelijke
factoren (woning, buurt) kunnen, geleidelijk of plotseling, het verwaarlozingproces in
gang zetten
In de levenscyclus van een persoon zijn twee fasen aan te geven waarin een mens
kwetsbaar is.
Vanaf de geboorte neemt de kwetsbaarheid af tot het bereiken van de volwassenheid. In
de laatste fase kan de kwetsbaarheid onomkeerbaar toenemen.
1.2. Stigmatiseren
= “(iemand) ten onrechte een slechte reputatie bezorgen, brandmerken,
Goffman die grondlegger is van de literatuur omtrent stigma,
Als fundamenteel anders wordt beschouwd in vergelijking met de normale bevolking.
Gestigmatiseerde persoon zal hierdoor een bezoedelde persoonlijkheid genereren die
sociale sancties van anderen teweegbrengt.
, 2
Verschillende vormen:
- Publieke stigma allerlei negatieve reactie van bredere publiek
- Stigmaverwachtingen betrekking op de verwachte negatieve reactie
- Zelfstigma internalisatie1 van deze negatief attitudes en het feit dat de patiënt
hiermee akkoord gaat.
Voorts leidt zelfstigma tot meer depressieve symptomen, een verminderde
levenstevredenheid, een reductie in sociale relaties belemmert dit het herstel.
2. Visie
2.1. Inleiding
Is er in de ondersteuning van personen met een beperking sprake De voorbije jaren is
erin de ondersteuning van personen met een beperking sprake van een verschuiving
van ondersteuning in instellingen naar ondersteunen in de samenleving. Uitving hangt
samen met een veranderde visie op beperking/beperking en op de gevolgen daarvan
voor de ondersteuning. Dit wil zeggen dat de zorg aangepast wordt aan de concrete
vraag en noden van de zorgvragen.
Ontwikkeling na de wereldoorlog
defectvisie ontwikkelingsvisie burgerschapvisie
medische model interactie/relatatiemodel - emancipatiegedachten =
ziekte en wilde dit genezen geïntergreed werken gelijke kansen
intstellingen intergregen in de streven naar kwaliteit van
maatschappij leven
gepaste ondersteuning =
emancipatie
2.2. Ontwikkeling van visie
Fase 1: defectvisie
In 1970: dat mensen met een beperking verschillen van mensen zonder beperking.
De beperking wordt opgevat als een ziekte of stoornis die leidt tot tekorten in het
dagelijks leven. Begeleiding van deze mensen wordt daarom gezien binnen de
gezondheidszorg. De nadruk ligt op bescherming en zorg.
In de jaren ’60 ontstaat er kritiek op die instellingenzorg.
- Te verzorgend
- Beperkend
- Onpersoonlijk
- Nadelig invloed op het verstandelijke, emotionele, onpersoonlijke
De omgang is meer instituutsgericht dan bewonersgericht. Een instelling is ook meestal
te groot en te ver verwijderd van de samenleving, Waardoor bewoners vervreemden
van de samenleving.
1
Het proces waarbij mensen zich door socialisatie bepaalde sociale regels eigen maken. Zodat deze regels
na verloop van tijd niet langer worden beschouwd als van buitenaf opgelegde voorschriften, maar als
richtlijnen.
, 3
Fase 2: ontwikkelingsvisie
Mensen met een beperking dezelfde volgorde doorlopen in hun ontwikkeling en op
dezelfde wijze reageren op omgevingsfactoren als mensen zonder beperking. In de
begeleiding staat de relatie en de ontwikkeling centraal.
Vertrekken daarop uit de instelling om te gaan wonen in voorzieningen in de
samenleving, waardoor de kwaliteit van hun bestaan verbeterde. Hebben nu gewone
leefpatronen, zij ontwikkelen meer als individuen, maken gebruik van de
dienstverlening en faciliteiten die ook voor andere burgers van de samenleving
beschikbaar zijn, zij kunnen nu sociale relaties aangaan en netwerken opbouwen =
integratie2
Er blijft te weinig aandacht gaan naar de ontwikkeling van de individuele mogelijkheden
van de bewoners. Sprake van het ‘doorstroommodel’ , een bewoner mag pas naar een
minder beperkende voorziening doorstromen, als hij/zij daaraan toe is.
Stap 3: bugerschapvisie (het emancipatiemodel)
Vanaf jaren 90: dat mensen met een beperking burgers zijn van onze samenleving en als
zodanig recht hebben op een goede begeleiding die resulteert in een goede kwaliteit van
het bestaan.
Je vertrekt vanuit de emancipatiegedachte dan streef je naar kwaliteit van leven voor de
persoon met een beperking. Door de gepaste ondersteuning kom je tot emancipatie.
2.3. Emancipatie en empowerment
Emancipatie in pedagogisch perspectief is dus gericht op een optimale ontwikkeling van
een persoon en op een meer zelfstandige positie van die per
Ede defectvisie volledig verdwijnt en wordt vervangen door een visie waarin mensen
met een beperking in principe zelf kunnen kiezen hoe te handelen, met wie ze relaties
aangaan,
Kernmeren van deze visie
- Erop vertrouwen dat mensen in principe in staat zijn om hun bestaan ook in
moeilijke situaties te controleren,
- Vertrouwen in de mogelijkheden van de betrokken persoon,
- Respect tonen voor de waardigheid, het ‘zo-zijn’, de ‘eigenzinnigheid’ van de
- Respect voor de eigen weg en het tempo van de ander,
- Gericht op de behoeften, wensen, leefwereld en toekomst van de betrokkene
Empowerment
= “een proces van versterking waarbij individuen, organisaties en gemeenschappen
greep krijgen op de eigen situatie en hun omgeving en dit via het verwerven van
controle, het aanscherpen van kritisch bewustzijn en bet stimuleren van participatie.”
Het sterker maken van mensen in achtergestelde posities opdat zij controle krijgen over
het eigen bestaan. ‘Het is samen handelen om geleidelijk meer ‘zelf te handelen. Het
geven van meer verantwoordelijkheid en bewoners betrekken in het dagelijks leven van
de voorziening. We spreken van coaching
2
Dat personen met een beperking opgenomen worden in de samenleving door zich aan te passen aan de
normen van de samenleving.