, Samenvatting
In deze Intervention Mapping opdracht worden stapsgewijs, op basis van literatuuronderzoek
gezondheidskundige interventies ontwikkeld. De interventies worden geïmplementeerd en
geëvalueerd. Wij hebben Diabetes type 2, ook wel DM-II genoemd, als
gezondheidsprobleem gekozen. Diabetes staat als nummer 3 op de ranglijst aandoeningen
in Nederland (Volksgezondheidenzorg, 2018).
In stap 1 wordt het gezondheidsprobleem uitgewerkt. Elk lichaam heeft energie nodig om te
kunnen functioneren, daarom moeten we eten. De belangrijkste stof voor energie is glucose,
een soort suiker. Glucose komt in het bloed. De hoeveelheid suiker in het bloed heet de
bloedsuikerspiegel. Bij mensen met diabetes regelt het lichaam de bloedsuiker niet meer
goed. Als iemand DM-II heeft, kan de alvleesklier wel insuline maken, maar te weinig om in
de behoefte van het lichaam te voorzien. Insuline zorgt ervoor dat glucose uit het bloed,
wordt opgenomen in de lichaamscellen (Fonds, 2017). Doordat bij mensen met DM-II de
alvleesklier te weinig insuline maakt, blijft er te veel glucose in het bloed zitten. Deze vorm
van diabetes ontstaat vooral bij ouderen en mensen met obesitas. Het blijkt dat veel van de
oorzaken van DM-II te maken hebben met een ongezonde leefstijl (Bijl, 2012).
Familie en vrienden van mensen met DM-II kunnen invloed hebben op de gezondheid.
Betrokkenheid van naasten kan een grote steun zijn en wordt vaak gewaardeerd door de
patiënt (Diabetescentrum, sd). Naasten kunnen ook een negatieve invloed hebben op de
gezondheid, bijvoorbeeld als zij ongezond eten. Andere omgevingsfactoren die invloed
hebben op de gezondheid van mensen met DM-II zijn mogelijkheden om in de
woonomgeving van lichamelijk actief te zijn.
In de theorie van gepland gedrag, Theory of Planned Behaviour, wordt gedrag gezien als
een gevolg van intentie, vaardigheden en barrières Deze theorie is uitgewerkt met behulp
van wetenschappelijke literatuur. Er wordt gekeken naar twee gedragingen,
bewegingsgedrag en eetgedrag. Mensen met een inactieve leefstijl, zijn zich vaak wel
bewust van de voordelen van een actieve leefstijl. Deze mensen ondervinden een barrière
om over te gaan naar een actieve leefstijl (Sassen, 2017). Aan de andere kant tonen jonge
mensen een sterke intentie om tot leefstijlverandering te komen, naarmate zij de positieve
uitkomsten hiervan inzien (Jacobs, Nijkamp, & Bolman, 2010). Uit onderzoek blijkt dat
mensen met DM-II vaak onvoldoende kennis hebben over een gezond voedingspatroon, een
ongezond voedingspatroon, bewegingsgedrag, risicofactoren voor DM-II en over hun ziekte
(Williams, Baker, Parker, & Nurss, 1998).
In stap 2 is er voor bewegingsgedrag en voedingsgedrag een einddoel opgesteld. Het eerste
einddoel is: minstens 20 minuten matig-intensief bewegen, twee keer per week
krachtoefeningen en balansoefeningen en zo veel mogelijk voorkomen om langere periode
stil te zitten. Het tweede einddoel is: Het gewenste gedrag voor DM-II patiënten is dat de
patiënt na twee maanden kennis heeft over wat de Schijf van Vijf inhoudt en dat de patiënt
voldoet aan de richtlijnen van de Schijf van Vijf. Om de einddoelen te behalen zijn er
gedragsdoelen opgesteld. Voor het behalen van een gedragsdoel zijn er veranderdoelen per
gedragsdeterminant beschreven.
In stap 3 zijn er methoden en theorieën uitgewerkt die de gedragsdeterminanten, intentie en
het (gezondheids)gedrag bij de gekozen doelgroep kunnen veranderen. De methoden en
theorieën gaan over: bewustwording, motivatie, coping, netwerk ontwikkelen, vaardigheden
aanleren, volhouden van het gewenste gedrag en terugvalpreventie.
Stap 4 is het individuele deel van de opdracht en bestaat uit het vormgeven van interventies
om gedragsdeterminanten, intentie en (gezondheids)gedrag te veranderen bij de gekozen
doelgroep. Op basis van de uitgewerkte methoden en theorieën in stap 3, worden de
interventies ontworpen (Sassen, 2017). Om met behulp van de interventies een
gedragsverandering tot stand te brengen, moet je als verpleegkundige eerst contact maken
met de patiënt. De risicoperceptie en kennis van de patiënt worden dan besproken. Daarna
1
, kan er gestart worden met het veranderen van de gedragsdeterminanten. De voordelen en
nadelen van het gewenste gedrag worden uitgewerkt door de patiënt – attitude.
Na het veranderen van de attitude volgt de verandering van de gedragsdeterminanten,
subjectieve norm en sociale invloed. Hierbij wordt de sociale omgeving van de patiënt in
kaart gebracht en de mogelijk sociale invloeden besproken. Daarna knipt de
verpleegkundige een vaardigheid in deelvaardigheden. De deelvaardigheden worden door
de verpleegkundig aan de patiënt aangeleerd – gedragscontrole en eigen-effectiviteit.
Vervolgens kan gedragsverandering in gang gezet worden. Als laatst worden de hoog risico
situaties besproken en helpt de verpleegkundige de patiënt, hoe hij/zij hiermee om kan gaan.
Bij stap 4 hoort ook de ethische afweging. Deze gaat over de morele kant van het onderwerp
en is onderbouwd met literatuur op het gebied van ethiek.
In stap 5 is het implementatieplan uitgewerkt. De interventiedoelen zijn beschreven en er is
beschreven hoe patiënten worden gemotiveerd, wat de verpleegkundige die de interventie
gaat implementeren precies moet doen en waar in het zorgproces de interventies uitgevoerd
moeten worden. De effectiviteit van de interventie is onder andere afhankelijk van hoe de
verpleegkundige in staat is de gezondheidskundige interventie uit te voeren (Sassen, 2017).
In stap 6 is het evaluatieplan uitgewerkt. In deze stap komen de geformuleerde
gedragsdoelen uit stap 2 terug. In de evaluatie worden de doelen afgezet tegen de
resultaten. In de procesevaluatie wordt nagegaan waarom de gezondheidskundige
interventie wel of niet effectief is geweest. In de effectevaluatie wordt nagegaan op welk
niveau er effecten zijn bereikt. Het doel van het evalueren is het concretiseren van de
resultaten. Daarnaast worden de interventies methoden en ondersteunende middelen
beoordeeld door middel van clusterbeoordeling, bestaande uit 3 clusters.
2
, Inhoudsopgave
Inhoud
Samenvatting.......................................................................................................................... 1
Inhoudsopgave........................................................................................................................ 3
Hoofdstuk 1 – Inleiding............................................................................................................ 5
Hoofdstuk 2 – Stap 1............................................................................................................... 6
Stap 1.1 – Analyse gezondheidsprobleem...........................................................................6
1.1.1 Wat is het gezondheidsprobleem?..........................................................................6
1.1.2 Welke invloed heeft het gezondheidsprobleem op de kwaliteit van leven?...........10
1.1.3 Analyse van het gezondheidsprobleem.................................................................11
Stap 1.2 – Gedragsanalyse...............................................................................................14
1.2.1 Inventarisatie leefstijlfactoren................................................................................14
.......................................................................................................................................... 15
Stap 1.3 – Omgevingsanalyse...........................................................................................15
1.3.1 Inventarisatie van omgevingsfactoren...................................................................15
1.3.2 Indelen van omgevingsfactoren.............................................................................16
Stap 1.4 – Theory of Planned Behaviour...........................................................................16
1.4.1. Bewegingsgedrag.................................................................................................17
1.4.2 Eetgedrag..............................................................................................................18
Stap 1.5 – Conclusie..........................................................................................................20
.......................................................................................................................................... 21
Hoofdstuk 3 – Stap 2............................................................................................................. 22
Stap 2.1 – Bewegingsgedrag............................................................................................22
2.1.1 Determinantentabel bewegingsgedrag..................................................................22
Stap 2.2 – Voedingsgedrag...............................................................................................24
2.2.1 Determinantentabel voedingsgedrag.....................................................................24
Hoofdstuk 4 – Stap 3............................................................................................................. 27
Hoofdstuk 5 – Stap 4............................................................................................................. 32
5.1 Contact leggen met de patiënt.....................................................................................32
5.2 Verandering van gedragsdeterminanten......................................................................33
5.2.1 Attitudes................................................................................................................ 33
5.2.2 Subjectieve normen en sociale invloed.................................................................34
5.2.3 Gedragscontrole en eigen-effectiviteit...................................................................35
5.3 Gedragsverandering....................................................................................................36
5.4 Gedragsbehoud........................................................................................................... 36
.............................................................................................................................................. 37
Hoofdstuk 6 – Ethische overweging......................................................................................38
7.1 De ethische overweging...............................................................................................38
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sevdbrink. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,39. Je zit daarna nergens aan vast.