Belgische en Europese privaatsrechtsgeschiedenis
indeling
• Vermogensrecht: gericht op in geld waardeerbare zaken. Men kan deze rechten
vervreemden.
• Personen- en familierecht: niet in geld waardeerbare en niet-overdraagbare rechten
- Term
• In enge zin
• In ruime zin: ook familiaal vermogensrecht
- Verschil met vermogensrecht
• Waardering in geld
• Invloed Romeinse recht familierecht en personenrecht
Basisbegrippen
• Komen uit de 19de eeuw
• Zeer belangrijk:
- Rechtssubjecten: mensen
• Hebben rechten en verplichtingen
• Juridische persoonlijkheid = geheel van alle rechten en verplichtingen
- Rechtsobjecten: dingen: voorwerp van rechten
• Hebben geen rechten en verplichtingen
• Maar:
- Rechtspersonen: behoren ook tot rechtssubjecten
- Dierenrechten
• Cf. NBW dieren als aparte categorie
• Juridische persoonlijkheid
- Rechtsbekwaamheid
• Hebben van rechten
• Bepaald door de staat: de rechtstoestand van een persoon als lid van een
gemeenschap
• Nu: algemeen voor mensen kon vroeger beperkt worden
- Handelingsbekwaamheid:
• Uitoefenen van rechten (rechtshandelingen)
» Feiten, rechtsfeiten, rechtshandelingen
• Bepaald door de leeftijd, het geslacht of de geestelijke of lichamelijke
toestand
• Nu: niet (volledig) voor geesteszieken en minderjarigen
1
,Rechtsbekwaamheid
Staat van personen
• Nu: iedereen is vrij en gelijk => alle mensen hebben dezelfde staat komt uit de Franse
revolutie => iedereen is gelijkelijk rechtsbekwaam.
• Voor 1795
- Geen vrijheid
- Geen gelijkheid
- Wel verschillen in rechtsbekwaamheid
• Bij de romeinen: veel onderscheid
- Status libertas: vij slaaf
- Status civitatis: romein vreemdeling
- Status familiae: pater familias personen onder zijn macht
Volledig rechtsbekwaam: vrije romeinen die niet onder de macht van de
pater familias staan.
Slavernij en horigheid
Romeinen
• Juridische betekenis slavernij: rechtsobject
- Slaven zijn dingen
- Slavernij: na krijgsgevangenschap, straf of als je moeder het was
- Je hebt geen rechten, wel verplichtingen
• Maar: juridische theorie is niet geheel houdbaar
- Opkomst beschermingsmaatregelen:
• meester mag ze zonder reden niet doden
• meester mag de slaven niet zomaar aan dierengevechten laten deelnemen
• slavin en kind kunnen niet zomaar uit elkaar worden gehaald.
- Peculium: een deel van het vermogen van de meester dat de slaaf krijgt en waardoor
hij zelfstandig aan het economisch leven kan deelnemen.
- Vrijlating: een slaaf kan als rechtsobject een rechtssubject worden door vrijlating.
Een vrijgelaten slaaf heeft wel nog een ander statuut dan een vrijgeborene.
• Juridische ≠ sociale
Middeleeuwen
• Ontstaan: statuut van slaven verdween, maar veel vrijen zien zich gedwongen om in de
afhankelijkheid te treden van een machtige.
• Horige = halfvrije: verbonden aan een heer. Het is een persoon die rechten heeft, maar wel
minder dan een volledig vrije.
• Inperkingen vrijheid
- Formariage: tax betalen als je met een horige van een andere heer wil trouwen,
- Chevage: kopcijns die jaarlijks moet betaald worden
2
, - Mortemain: tax bij het overlijden van de horige: alle roerende goederen worden aan
de heer gegeven, maar later kreeg de heer enkel het beste roerende goed.
• Doorgeven statuut horige: erfelijk via de moeder, want je weet niet altijd wie de vader is,
maar wel wie de moeder is => vrije man + onvrije vrouw = onvrije kinderen
• Verdwijnen horigheid rond de 12 de eeuw: in steden is men vrij en ook in nieuwe gebieden zijn
de inwoners aan beperkte lasten gebonden
!mensen in Aalst bleven onvrij
• Een heer heeft 1 jaar en 1 dag achtervolgingsrecht: als ze zo lang kunnen wegvluchten dan
zijn ze vrij (! inwoners van Aalst)
• Juridische ≠ sociale: onvrije heeft niet perse een lagere sociale status
- Bv. ministeriales: die dienstmannen waren onvrij, maar met een vooraanstaande
positie en sommigen konden tot de adel opklimmen
Vreemdelingen bij de Romeinen
• Romeinen <> peregrini (vreemdelingen: inwoner van het rijk die geen Romeins burgerschap
heeft)
• Ius civile: voor de Romeinen
• Voor vreemdelingen geldt het eigen recht: personaliteitsbeginsel: vreemdelingen zijn dus
rechtsbekwaam, maar niet op grond van romeins recht. => ze zijn uitgesloten van de rechten
die voorbehouden zijn aan de romeinen.
• Ius gentium: tussen vreemdelingen onderling of tussen romeinen en vreemdelingen
• Voorrechten Romeinen vreemdelingen
- Publiekrecht: ius suffragii: recht om te stemmen in de volksvergadering, ius
honorum: recht om magistraat te kunnen worden
- Privaatrecht: connubium: recht om volgens het romeins recht een geldig huwelijk te
sluiten, commercium: recht om bepaalde specifieke Romeinse rechtshandelingen te
stellen
- Verschillen voor fiscus
- Verschillen in het strafrecht: vreemdeling mag gegijzeld worden
Verkrijging Romeins burgerschap
• Geboorte
- Het kind verkrijgt Romeins burgerschap:
• Romeinse moeder
• Romeinse vader getrouwd met
o Een Romeinse vrouw getrouwd naar het romeins recht of
o Een vreemdelinge met connubium
• Vrijlating naar ius civile
• Verlening
- Bv. soldaten
Soorten vreemdelingen
Veel verschillen
1) Bevoorrechte vreemdelingen: Latini: inwoners van Latium: streek rond Rome
- Oude Latini: geen ius honorum:
- Latini van de kolonies: + geen connubium: kolonies van na 268 vc die geen
burgerschap hebben gekregen
- Latini iuniani: geen ius honorium en geen connubium + geen erven of vererven
2) Gewone vreemdelingen: peregrini van een bepaalde staat: ze sluiten een verdrag dat ze hun
eigen recht mogen behouden
3
, 3) Gediscrimineerde vreemdelingen: dediticii: onvoorwaardelijk aan de romeinen
onderworpen nadelig statuut van het ius gentium
Evaluatie Romeins systeem
• Veel verschillen > chaos: zelf moeilijk om te weten welke categorie ze waren
• Bevorderde wel integratie op lange termijn: flexibel
- Oorspronkelijk: enkel de inwoners van Rome
- Later: alle inwoners van Italië werden Romeinen
- Constitutio Antoniniana (212): (bijna) alle inwoners: uitz van de gediscrimineerde
vreemdelingen
Na de Romeinen
Wie is een vreemdeling?
• Vreemdeling = niet-inboorling
• Bepalen door
- Ius soli : je bent een burger en dat wordt bepaald door de geboorteplaats van het
kind
- Ius sanguinis : recht van het bloed : kind heeft het burgerschap van zijn of haar
ouders
• Voor Franse Revolutie: in principe ius soli
• 19de eeuw: ius sanguinis via vader
- Betwisten nationaliteit
- Politiek belang 20ste eeuw
- Ius sanguinis via ouder
- Belangrijker worden ius soli
• Negatief: kinderen emigranten : kleinkind niet automatisch belg
• Positief: kinderen immigranten : kleinkind wel automatisch belg
Hoe inboorling worden?
• Vroeger
- Steden : je moest aan een aantal voorwaarden voldoen : tax betalen, enige tijd in de
stad wonen en je moest een getrouwheidseed afleggen
- Naturalisatie : vorst kan een privilege geven en je dus burgerschap geven je kreeg
wel niet alle rechten brabantisatie
- Huwelijk voor vrouwen geeft hen burgerschap: automatisch ze verloor wel haar
oorspronkelijke nationaliteit
• 19de eeuw: zoals voordien : onderscheid kleine en grote naturalisatie en vrouwen via
huwelijk.
• 20ste eeuw
- Huwelijk: door keuze, ook voor mannen : kunnen dus de nationaliteit van de vrouw
overnemen door het huwelijk niet meer van rechtswege, niet automatisch kan
worden afgewezen. Er zal worden nagegaan als het niet om een schijnhuwelijk gaat.
- Invloed ius soli: keuzerecht
• Voor kind geboren in België
• Na 7 jaar wettig verblijf
- Naturalisatie: sterk versoepelen : geen onderscheid meer tussen grote en kleine
naturalisatie kan na drie jaar en moet je zelf aanvragen
- Schijnerkenningswet: is een recht
Gevolg: zeer sterke immigratie vanaf 2000
- 600.000 Belgen erbij in 10 jaar
• 2012: strengere regels
4
, - Gewone vreemdelingen
• KORT+STRENGER: 5 jaar + maatschappelijke integratie, economische
participatie: 312 dagen gewerkt hebben +taal kennen van de streek
• LANG+MILDER: 10 jaar + een landstaal machtig zijn + deelnemen aan
leven in de onthaalgemeenschap
- Naturalisatie is mogelijk: enkel voor buitengewone sportlui, wetenschappers,
kunstenaars
• Na 2012:
- 2018: optreden tegen schijnerkenningen: vermijden dat een erkenning van een kind
gebeurt enkel met de bedoeling verblijfsrecht te bekomen
- Daarnaast: plannen voor migratiewetboek (Francken), maar niet gerealiseerd
Wat is het statuut vreemdeling?
• Soms positief
- Legerdienst vroeger
- Bevoorrechte vreemdelingen bv enkele vreemde handelaars
• Meestal negatief
- Burgerlijk recht
• Algemeen: evolutie
o Benadeling : vreemdeling verloor meteen zijn rechten en werd
horige
o Gelijke behandeling door verdrag : de vreemdeling kreeg dezelfde
rechten als de eigen onderdanen op voorwaarde dat die ook gelijke
rechten kregen in de stad of land van de vreemdeling stond in BW
van 1804
o Nu : altijd gelijke behandeling
• Erfrecht
o Niet vererven: aubaniteitsrecht : de heer verwierf de goederen als de
vreemdeling overleed zonder ergenamen.
o Eerst niet erven, maar issuerecht : vreemdeling kon erven na het
betalen van een taks
o 19de eeuw: geen beperkingen
- Procesrecht
• Arrestatierecht en collectieve aansprakelijkheid: een vreemdeling kan zonder
rechterlijke beslissing aangehouden worden op grond van schuld. Collectieve
aansprakelijkheid : je kan opgesloten worden voor andermans schuld
• Borgstelling vreemdeling : als de eiser een vreemdeling is, moet hij garanties
geven dat hij de eventuele kosten zal betalen.
- Sociaal recht
• Uitsluiting van de arbeidsmarkt
• Geen armensteun
- Strafrecht
• Vooral discriminatie in de praktijk : wrede straffen waren vooral tov
vreemdelingen
• Uitlevering : aut dedere aut judicare : eigen inwoners zullen ze zelf
berechten, vreemdelingen zullen uitgeleverd worden.
- Publiekrecht
• Inz. Verblijfsrecht
5
, • Legerdienst: vroeger kwam de voorkeur toe aan de vreemdelingen. In de
19de eeuw werden ze uitgesloten van de legerdienst, maar sinds 2003 kan
dit terug.
• Openbare ambten
o Voor Franse Revolutie : spanningsveld : bevolking wou verbod voor
vreemdelingen, maar de landsheren waren vreemdelingen die
vetrouwelingen uit eigen gebieden aanstelden.
o Franse Revolutie : vreemdelingen kunnen openbare functies
bekleden als ze de idealen van de revolutie onderschrijven.
o Grondwet van 1831 : alleen belgen kunnen overheidsfuncties
bekleden. Nu is dit gemilderd, want EU onderdanen kunnen dit nu
ook
• Stemrecht : vreemdelingen hebben heel lang geen stemrecht gehad
o Sinds 2004 voor gemeenteraadsverkiezingen kunnen vreemdelingen
stemmen, maar wel onder voorwaarden. Eu onderdanen hebben
stemrecht.
• Belangrijkste: verblijfsrecht : geen recht om in het land te blijven is het
basisprincipe
o Vroeger : uitwijzing bij gevaar
o Voor Franse Revolutie:
- Vreemdeling uitwijzen kan
- Andere functie asielrecht : als je in een kerk verbleef konden
ze je niet arresteren
o Franse Revolutie : veel positiever tov vreemdelingen, maar men
keerde terug naar de uitwijzing van rustverstoorders.
o 19de eeuw : onafhankelijkheid belgie belangrijk asieloord
- Groot belang nieuw asielrecht
- Weinig uitwijzingen
o 20ste eeuw: strakkere houding : door de wereldoorlogen en de
economische expansie
o Recent:
- Asielproblemen: verstrenging
- 2011: verstrenging voorwaarden gezinshereniging: wie
iemand laat overkomen moet voldoende en stabiele
inkomsten hebben, huisvesting aantonen en een
ziekteverzekering hebben
RECHTSBEKWAAM ≠ HANDELINGSBEKWAAM
• Rechtsbekwaamheid
- Hebben van rechten
- Bepaald door de staat
• Handelingsbekwaamheid
- Uitoefenen van rechten (rechtshandelingen)
- Bepaald door de leeftijd, het geslacht of de geestelijke of lichamelijke toestand
1) VROUWEN = ONBEKWAMEN?
• Voor ons ondenkbaar
• Maar anders in verleden
• Bewustwording daarvan door invloed feminisme op historici
• Opgelet
6
, - Juridische discriminatie is minder belangrijk dan de mentaliteit waaruit ze voortkomt
- Ideaalbeeld van de moeder aan de haard
- een vrouw kon wel lenen erven
• Focus: juridische discriminatie
• Maar ook:
- Sociale verschillen of de persoonlijkheid van de betrokkene
- Discriminatie door natuur
• Geen goede voorbehoedsmiddelen
• Gevaren zwangerschap*
• Fysieke zwakte vrouwen bv spierkracht
Discriminatie van vrouwen in het recht
• Geen eenvormig statuut vrouwen
• Meestal benadeling
- Uitzondering: meerderjarigheidsleeftijd: vrouw is vroeger meerderjarig dan een
jongen
- Maar: relativeren: kind wordt niet geëmancipeerd bij de meerderjarigheid.
• Betere positie
- Vrouwen in steden
- Ongehuwde vrouw: ook weduwes
VROUWEN
- VOOR NAPOLEON
• Privaatrecht
1) De ongehuwde vrouw
• Bij de romeinen
o Opgelet: sui iuris: onafhankelijk alieni iuris: onder de macht van
de vader
- Alieni iuris: onder patria potestas
- Sui iuris: niet onder patria potestas: hierover gaat het nu
• Aanvankelijk niet handelingsbekwaam
o De vrouw stond onder een voogd
o voogd moet bijstand geven, maar mag
het niet weigeren ze beslist dus of ze
een rechtshandeling stelt of niet
• Verdwijnt uiteindelijk:
o De ongehuwde vrouw was volledig
handelingsbekwaam, net zoals een man
• Germanen en vroege middeleeuwen
o Aanvankelijk: onbekwaamheid weer een stap terug: ze staat altijd
onder een man
o Na volksverhuizingen: volledige bekwaamheid
o In de vroege middeleeuwen was de vrouw even bekwaam als de man
• Late middeleeuwen en de vroegmoderne tijd
o Beperkingen bekwaamheid
- Bijstand door een voogd, maar:
• Niet overal
• Soms op eigen verzoek vrouw
o In welke mate is dit vrijwillig?
• Is beperkt: eerder soort rechtshulp: dient als
bescherming voor de ongehuwde vrouw =>
7
, instemming van de voogd is niet vereist voor een
rechtshandeling. Het is een voogd ad hoc.
• Teksten zijn niet duidelijk
- Senatusconsultum Velleianum: 1ste eeuw NC (zie p198)
• Verbod om tussen te komen voor anderen: ze
kon geen aansprakelijkheid oplopen ten voordele
van anderen bv door zich borg te stellen. De
senaat <ou de vrouwen hiermee beschermen. Als
ze dit toch deed, dan was de rechtshandeling niet
nietig. Stel dus dat de handeling misliep, dan kon
ze de senatusconsultum velleianum inroepen en
zichzelf beschermen. Een exceptio die je kan
instellen tegen een actio.
• Doel in RoRe: bescherming vrouwen
• Bij ons: geen vrouwen als borg
• Franse revolutie
o Volledige bekwaamheid voor burgerlijk recht
o Conclusie 1
- Geen rechtlijnige evolutie: ups and downs
- Maar evolutie met vallen en opstaan
o Conclusie 2
- Ongehuwde vrouw: juridisch beter
- Maar:
• Maatschappelijk ideaal gehuwde vrouw
• Probleem: verwerven inkomen
1) De gehuwde vrouw
• Bij de romeinen
o Nb.
- Sui iuris: zelfstandig zoals de ongehuwde vrouw
- Alieni iuris: blijft onder de macht staan
o Onderscheid huwelijk met manus of zonder manus
o Aanvankelijk onder manus echtgenoot: het manus huwelijk kan door
twee manier ontstaan:
1) Door een afzonderlijke rechtshandeling
2) Door automatisch dat te verkrijgen. Als de man en vrouw
1 jaar lang geldig samenleven in een huwelijk, dan krijg
je de manus MAAR de vrouw kan de verjaring stuiten
door het trinoctio abesse
o Verdwijnt echter al vlug
- Trinoctio abesse: 3 nachten in dat jaar niet bij haar man
slapen
- De vrouw kan dan niet erven van de man
• Van de germanen tot 1804
o Geen grote verschillen
o Maritale macht: man is heer en meester
- Vrouw moet gehoorzaam zijn aan haar man, anders
tuchtigingsrecht: recht om zijn vrouw te straffen
• Maar: gematigd: man mag slaan, maar niet
doden.
8
, - Verplichting tot samenwonen
- Verplichting tot getrouwheid: een getrouwde vrouw
wordt wel zwaarder gestrafd dan de man bij
vreemdgaan
o De absolute macht van de man?
- Geen gelijke genderverhoudingen
• De getrouwde vrouw had minder rechten dan
haar echtgenoot
- Nochtans was de macht van echtgenoot niet
onvoorwaardelijk of absoluut in het huwelijk: een vrouw
mocht haar man slaan als hij lui was en zijn gezin niet
kan onderhouden. Ze kon naar de rechter stappen.
- Relativering maritale macht
• Man heeft ook plichten t.o.v. vrouw
o Maar: deze zijn lichter
• Letter wet praktijk rechtbanken: praktijk is
vaak milder
• Recht maatschappelijke realiteit: een man die
zijn vrouw slecht behandeld, zal minder
succesvol zijn.
o Bekwaamheid gehuwde vrouw
- Wel handelingsbekwaam, in sommige gevallen
handelingsonbevoegd = in concrete situaties
handelingsonbekwaam.
- Huishouden, handelaarster, gekke man, afwezige man,
tegengestelde belangen, testament, laster, strafrecht
dan kan ze al haar rechtshandelingen stellen
- Macht over kinderen
- Macht over goederen huwelijk niet kennen
• Franse revolutie
o Positief voor gehuwde vrouw, maar geen BW
• Bw 1804: vrouw stond onder de maritale macht en was
handelingsonbekwaam.
• Overige rechtstakken
• Publiekrecht
o Uitsluiting vrouwen
o Maar onlogisch: leenrecht
- Vrouwen konden lenen erven
- Belangrijke gevolgen
• Een vrouw kon aanvankelijk in het leenhof zetelen
o Na de 13de eeuw kwam dit niet echt meer voor
• Een vrouw kon het hoogste gezag in handen hebben
• Bv maria van bourgondie en maria theresa van
oostenrijk
o Franse Revolutie
- Slechtere positie dan voorheen
• Reden: het verdwijnen van het leenrecht: ze kan niet
stemmen of verkozen worden, ze kan geen openbare
ambten bekleden
• Strafrecht
9
, o Strenge bestraffing verkrachting & vrouwenroof: bv het radbraken en
zagen
o Maar:
- Tuchtigingsrecht: man mag slaan, maar niet doden
- Overspel vrouw: doodslag bij betrapping heterdaad
verschoningsgrond
- Bestraffing overspel: vrouwen worden strenger bestraft
- Bestraffing kindermoord
- Bestraffing hekserij*
• 80 procent vrouwen
• ‘Profiel’
o 50-plus
o Arm
• Verklaring: divers, maar vooral
o Asociaal gedrag
o Verband met abortus
• Sociaal recht: uitsluiting van bepaalde beroepen
o Franse revolutie
- Aanvankelijk positief tegenover de vrouw
- Vrouwenrechtenverklaring (Olympe de Gouges: guillotine)
- NAPOLEON
• Traditionele discriminatie vrouwen
• Versterkt door
1) Opvattingen Napoleon
2) Streven naar orde in maatschappij
3) Vrouwenonrechen als element van orde
1) Echtgenoot-vader = Napoleon van het gezin
o Maritale macht
o Handelingsonbekwaamheid gehuwde vrouw: niet hetzelfde als
handelingsonbevoegdheid: dan is het enkele in concrete situaties dat
ze onbekwaam is
- Gaat dus verder dan regels van voor 1789
o Handeldrijven enkel na uitdrukkelijke toestemming: voorheen
stilzwijgend
o Discriminatie i.v.m. overspel: na 1 keer overspel kan de man de
scheiding vragen, maar omgekeerd is dit niet. Dit is omdat er bij haar
kroostverwarring kan zijn nl wie de vader is.
2) Strafwetboek
o Hekserij: verdwenen
- Wel: bestraffing abortus
o Bij overspel vrouw: verschoningsgrond bij doodslag: als een man de
vrouw betrapt met een andere man, dan mag hij haar en de minnaar
doden.
10