ANATOMIE & FYSIOLOGIE
ZINTUIGEN
ALGEMENE ZINTUIGEN
Basiskennis zintuigen:
Zintuigen: Gespecialiseerde cellen of celprocessen die externe of interne omstandigheden
registeren. De eenvoudigste zijn de vrij zenuwuiteinden.
Receptorveld: het gebied dat door 1 receptor wordt bestreken
Adaptatie: afname in gevoeligheid bij constante prikkel:
- Afname gevoeligheid receptor of
- Remming van een sensorische baan
Algemene zintuigen:
Temperatuur, pijn, tast, druk, trilling, proprioceptie en chemische waarneming.
- Receptoren liggen overal in lichaam
Speciale zintuigen:
Reukzin, smaak, gezichtsvermogen, evenwicht en gehoor.
- Receptoren liggen in gespecialiseerde organen (bv ogen, oren)
Algemene zintuigen receptoren:
Nociceptoren = Gevoelig voor pijn
Thermo receptoren = Gevoelig voor temperatuur
Mechano receptoren = Gevoelig voor fysische vervorming als gevolg van
aanraking, druk en houding
Chemo receptoren = Gevoelig voor chemische prikkels
Belangrijk:
Door prikkeling van een receptor ontstaan actiepotentialen die langs de axon van een
sensibel neuron worden geleid.
De frequentie of het patroon van het actiepotentiaal bevat informatie over de prikkel.
Iemands waarneming van de aard van die prikkel hangt af van de route die deze binnen
het CZS neemt.
PIJN
Definities in verband met pijn:
Nociceptoren = receptoren voor weefselbeschadiging leiden tot het voelen
van pijn
Snelle (stekende) pijn = goed gelokaliseerde pijn: via snel gemyeliniseerde axonen =>
CZS
, – Somatosensibele neuronen
– Bv pijn uit huid
Trage (zeurende) pijn = gegeneraliseerde pijn: via trage, niet-gemyeliniseerde axonen
=> CZS
– Viscerosensibele neuronen
– Bv pijn uit organen
Gerefereerde pijn = waarneming van pijn in een lichaamsdeel dat niet werkelijk
wordt geprikkeld
Gerefereerde pijn:
Pijn wordt gevoeld in oppervlakkig weefsel op enige afstand van het aangedane
weefsel of orgaan.
- Bv. hart: pijn in linkerschouder en arm
- Bv. lever, galwegen: pijn rechterschouderblad
- Bv. nieren: via flanken naar inguinale regio en uitwendige genitalia
Autonome afferente vezels, komen RM binnen in buurt van somato-sensorische
afferente pijnvezel uit ander gebied.
Door hevige stimulatie wordt naburige (geassocieerde) zenuwcel in RM mee
geprikkeld en dit wordt door de somato-sensorische cortex geïnterpreteerd als zijnde
pijn uit het corresponderende innervatiegebied.
ALGEMENE ZINTUIGEN
Temperatuur = thermoreceptoren nemen verandering in
T waar.
Vrije zenuwuiteinden
Te vinden in huid, skeletspieren,
lever, hypothalamus
Snelle aanpassing
Koudereceptoren veel talrijker dan
warmtereceptoren
Aanraking, druk en positie = mechanoreceptoren: receptoren die
reageren op de fysieke vervorming van hun
celmembraan.
Tastreceptoren: voelen aanraking,
druk of trillingen
Baroreceptoren: voelen verandering
in de druk in de wanden van de
bloedvaten, spijsverteringsorganen,
blaas en longen
Proprioreceptoren: reageren op de
lengte van spieren, spanning in
pezen en positie van gewrichten.
Baroreceptoren = Leveren informatie over druk die
noodzakelijk is voor autonome regulering