Belangrijke paragrafen uit het boek Op Niveau staan in deze samenvatting beschreven. Het is te gebruiken voor bijvoorbeeld het voorbereiden op een leestoets. Stijlfouten, drogredenen, beeldspraak en nog veel meer staan overzichtelijk in een tabel uitgelegd met onder andere voorbeelden. Er staat ook...
o Tekstdoelen:
- Informeren
- Uiteenzetten (uitleggen hoe iets in elkaar zit)
- Overtuigen
- Beschouwen (belichten, laten nadenken)
- Activeren
- Amuseren
o Tekstsoorten:
- Informatieve teksten = Teksten die hoofdzakelijk gegevens verstrekken of uitleggen hoe
iets in elkaar zit.
- Opiniërende teksten = Teksten die hoofdzakelijk ergens voor pleiten, iemand tot
activiteiten aansporen of iemand echt na laten denken.
- Amuserende teksten = Teksten die als doel hebben iemand te vermaken.
- Zakelijke teksten = Informatieve en opiniërende teksten samen.
Tekstvorm = De vorm waarin een tekst gegoten wordt.
[2] Subjectieve en objectieve teksten
Subjectieve teksten = Teksten waarin nadrukkelijk de mening van de schrijver in voorkomt.
Objectieve teksten = Teksten die tot doel hebben informatie te verschaffen.
Bevatten hoofdzakelijk controleerbare feiten.
- Intentie (wat wil de schrijver bereiken) achterhalen.
o Bij schijnobjectiviteit presenteert de schrijver/spreker zijn uitspraak als feitelijke informatie, als
objectieve uitspraak, maar in werkelijkheid gaat het om een mening.
[10] Onderwerp en hoofdgedachte
Onderwerp : Geeft in één of meerdere woorden het onderwerp van de tekst weer.
Hoofdgedachte = De belangrijkste uitspraak die de schrijver over het onderwerp doet.
Noteer je altijd in één niet te lange zin.
[12] De inleiding
o Functies van inleiding:
1. Belangstelling wekken.
2. Het onderwerp introduceren en/of de hoofdgedachte naar voren brengen.
3. Aankondigen hoe de tekst is opgebouwd.
4. De aanleiding noemen.
5. De lezer of luisteraar welwillend stemmen.
o Hoe maak je een pakkende inleiding?
- Beginnen met één of meer directe vragen. (zorgt voor nieuwsgierigheid)
- Beginnen met een uitspraak in de vorm van een stelling, gevolgd door een vraag.
- Beginnen met een retorische vraag.
- Een anekdote vertellen, een kort verhaaltje met een grappige/verassende kern.
Door Sylvie Schop
, [13] Middenstuk
o In het middenstuk werkt de schrijver de hoofdgedachte uit in een aantal deelonderwerpen.
[14] Het slot
o Het slot heeft als doel te tekst af te ronden door middel van:
1. Een samenvatting te geven, zie je vooral bij informatieve teksten, uiteenzettingen en
beschouwingen terug.
2. Een conclusie trekken, zie vooral bij betogende en activerende teksten.
3. Een aanbeveling doen.
4. Een afweging maken
5. Een oproep doen.
[15] Tekststructuren
o Elke tekst, geschreven en gesproken, moet zo zijn opgebouwd dat er een samenhangend
geheel ontstaat.
De samenhang ontstaat door de tekst een bepaalde structuur of opbouw te geven.
De schrijver beschrijft in de inleiding een verschijnsel met duidelijke voor- en nadelen.
In het middenstuk behandelt hij bijvoorbeeld alle voordelen en daarna de nadelen.
In het slot staat een afweging, conclusie of samenvatting.
Hoofdvraag: Wat zijn de voor- en nadelen?
[17] Vroeger-en-nu-structuur en vroeger-nu-toekomststructuur
(uiteenzetting/beschouwing/betoog)
Vroeger-en-nu-structuur
o Gaat om een ontwikkeling in de tijd, het heden tegenover het verleden.
In de inleiding vertelt de schrijver om welk verschijnsel het gaat.
In het middengedeelte beschrijft hij wat er in de loop van tijd is veranderd, maar altijd
zodanig dat twee perioden scherp tegenover elkaar staan.
Het slot bevat een samenvatting, conclusie of aanbeveling.
Hoofdvraag: Wat is er veranderd?
Vroeger-nu-toekomststructuur
o Gaat eveneens om een ontwikkeling in de tijd, accent valt vaak meer op de geleidelijkheid van
die ontwikkelingen dan op de scherpe tegenstellingen.
In de inleiding staat een beschrijving van een ontwikkeling of verandering.
In het middenstuk beschrijft de schrijver welke ontwikkelingen er tot nu toe zijn
geweest en welke nog worden verwacht.
Het slot bevat vaak een samenvatting, conclusie of aanbeveling.
Hoofdvraag: Wat is er al verandert en wat gaat er nog veranderen?
Door Sylvie Schop
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper SylvieS. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.