Hoofdstuk 2: Prolegomena
1. Communicatiewetenschappen: een academische discipline?
Critici: Triviaal? Geen historisch besef? Geen job?
Curran: vooroordelen en onwetendheid. De Mickey-Mouse studie = informatief zijn.
media- en communicatieonderzoek een containerdiscipline of ‘prestudie’ is die tot een
Mickey Mouse-diploma leidt, concentreert zich op de volgende drie punten.
1. De inhoud van de discipline zou weinig waardevol zijn.
Communicatiewetenschappen wordt een gebrek aan theorie en methode
verweten.
2. Communicatiewetenschappers houden zich bezig met dagdagelijkse dingen
3. Hieruit volgt dat werkgevers niet happig zijn op net afgestudeerde studenten
communicatiewetenschappen.
Kenmerken van communicatiewetenschappen
o Mediatisering: startpunt om vragen te stelle over maatschappelijke processen
o Historisch besef: er is historische contextualisering aanwezig
o Multidisciplinariteit: gebaseerd op meerdere disciplines
2. Communicatiewetenschappen: jong veld, moeilijke afbakening
de centrale plaats van media en communicatie in de samenleving de
communicatiewetenschappen als academische discipline ten goede komt.
1. de kern en de grenzen van de discipline niet duidelijk. ‘media en communicatie’ lijkt
een op het eerste gezicht duidelijk antwoord op wat die kern is. Maar bij nader inzien,
kan je deze termen een ruimen invulling geven.
2. ‘de’ discipline zich door een enorm diversiteit en heterogeniteit.
3. Communicatiewetenschappen nemen bijgevolg eerder een plaats in tussen
interdisciplinaire wetenschap en een relatief welomlijnde discipline.
3. Rode draden
3.1. kennismaking in vogelvlucht:
overzicht van oorsprong en ontwikkeling van communicatiewetenschappelijke discipline.
Na WOII geïnstutionaliseerd.
Canon om het begrijpen van massacommunicatie
Tour d’horizon om het ruime vak te kunnen zien in vogelvlucht
3.2. Klemtoon op mediacommunicatie:
Waarschuwing voor mediacentrische of technologisch determinisme:
1. geloof dat technologische veranderingen een eigen logica volgen, onafhankelijk
van menselijke wil.
2. de kracht voor sociale verandering.
3.3. Multidisciplinariteit:
, Media en communicatie zijn onlosmakelijk verbonden met andere maatschappelijke
processen, actoren, instellingen of gebeurtenissen.
Gemedieerde communicatie treedt steeds op in een complex van op elkaar inwerkende
historische, sociale, politieke, psychologische, culturele economische, technologische,
juridische processen.
3.4. belang van historische en maatschappelijke context
Wat in media aan bod komt of over media en communicatie gezegd en geschreven wordt
is vaak niet waardevrij.
3.5. wetenschappelijke en kritische benadering
Het is bijzonder moeilijk volledig waardevrij/neutraal over media te spreken of onderzoek
te doen.
Kritisch zijn is nodig
4. Paradigmatische strijd en theoretische diversiteit in de
communicatiewetenschappen
Het multidisciplinaire karkater van de communicatiewetenschappen als
wetenschappelijke discipline maakt duidelijk dat media en communicatie vanuit
verschillende perspectieven bekeken worden.
4.1. Het paradigmabegrip
4.1.1. Paradigma en paradigmawissel
= is een samenhangend geheel van modellen en theorieën dat universeel gedeeld wordt.
Functie paradigma
1. bepaald kader om na te denken over de realiteit, de realiteit te kunnen
analyseren.
2. Anderzijds geeft het richting, het stuurt je richting bepaalde antwoorden,
oplossingen, methodes, ... Als je kiest voor een bepaald paradigma zie je
bepaalde dingen heel duidelijk en andere minder. Tegelijkertijd kan je een
paradigma ook voorstellen als een kompas, als je kiest voor een paradigma stuurt
het je in een bepaalde richting, bepaalde opties worden relevant, andere opties
liggen niet in je richting en komen niet meer echt in beeld.
, THOMAS SAMUEL KUHN – STRUCTURE OF SCIENTIFIC REVOLUTIONS
= gelooft dat de geschiedenis van wetenschap zich voortbeweegt aan de hand van
paradigma shifts: het ene paradigma wordt ingeruild voor een ander paradigma.
Normale = de onderzoeksgemeenschap houdt zich bezig met het oplossen van
wetenschap onderzoeksvragen en het verfijnen van het theoretische kader dat hierbij
aansluit. Er is een consensus over de wetenschap, iedereen aanvaardt en
gebruikt het paradigma.
Puzzle- = de normale wetenschap helpt om de problemen waarmee je te kampen
solving krijgt heel goed aan te pakken. Op die manier verfijnt het paradigma zich
meer en meer tot het op punt staat.
Paradigma = je hebt het paradigma ontwikkelt
Anomalieën = aantal resultaten die niet kloppen met het paradigma = een grote hoop
van anomalieën – uitzonderingen die niet meer binnen het paradigma
passen of het zelf
tegenspreken.
Crisis = je gaat van een normale wetenschap naar een buitengewone wetenschap.
Twee paradigma’s botsen met elkaar en in Kuhn zijn wetenschap stelt dat
maar 1 kan overleven dus door dat conflict krijg je een…
Revolutie = een paradigma-shift (bv. de Copernicaanse revolutie)
4.1.2. Paradigma’s in de sociale wetenschappen
PROBLEEM: paradigma niet toepasbaar op sociale wetenschappen.
OPLOSSING: revoluties worden evoluties.
REDEN:
Ons object evolueert continu, bepaalde ideeën, paradigma’s, gaan dus ook mee
evolueren.
o De paradigma is geen vastliggend kader dat richting geeft aan het onderzoek,
maar een manier om te kijken naar de wereld.
o Een bepaalde manier om te kijken naar maatschappij, die gedeeld wordt door de
onderzoek gemeenschap.
paradigma’s zijn cumulatief.
o Kuhn: ene paradigma vervangen door andere paradigma. Je hebt steeds één
paradigma op een bepaald moment in de geschiedenis.
o Bij sociale wetenschappen: ene paradigma perfect naast het andere kunnen
bestaan.
Concurreren met elkaar, het ene paradigma is meer dominant dan het
andere
Mainstream paradigma (dominant)
Alternatieve kritische paradigma
betekent niet dat het andere paradigma compleet verdwenen en
vervangen is het blijft steeds bestaan.
Je krijgt dus geen lineaire evolutie, maar een cumulatieve.
4.1.3. Paradigma’s in de communicatiewetenschappen
, 4.1.3.1. Het dominante mainstreamparadigma
In de communicatiewetenschappen zijn er minstens twee belangrijke paradigma’s:
1. Dominante paradigma/ mainstreamparadigma
na WOII in Noord-Amerika: Institutionalisering, hier gebeurde ook de ontwikkeling van
media tot massamedia. Beheerst op mondiaal niveau de communicatiewetenschappen.
o Mens- en maatschappijbeeld is liberaal-pluralistisch (vrijheid, democratie
belangrijk).
o Pers/ media is er de vierde macht.
o Vrijheid van individuen moet de norm zijn en de belangvertegenwoordiging van
allen in de samenleving gebeurt via een democratisch verkozen parlement en
regering die gecontroleerd worden door de rechterlijke macht.
4.1.3.2. Kritieken en het alternatieve kritische paradigma
Naast het dominante paradigma, is er het alternatieve kritische paradigma. Dat vertrekt
vanuit een aantal kritiek op het dominante paradigma.
Communicatieproces wordt te simplistisch voorgesteld. = automatisch of mechanisch
eenrichtingsverkeer dat bepaalde effecten zal voortbrengen zal in andere
denkstromingen gediscussieerd over worden
Negeren van structurele machtsonevenwichten. Een ideologie dan een wetenschap,
gericht op het in stand houden van bestaande machtscentra en elite.
Kritische paradigma verwerpt het liberaal-pluralistische model en vertrekt vanuit een
ander mens- en maatschappijbeeld.
mainstreamparadigma in samenleving
o niet correct als gevaarlijk: het sluit de ogen voor structurele
machtsonevenwichten, verschraling van opinies in plaats van pluralisme en
permanente uitbuiting van sociaal zwakkere groepen.
Het alternatieve kritische paradigma ziet communicatie bijgevolg voornamelijk als een
manipulatief en onderdrukkend proces.
4.2. Communicatiewetenschappelijke theorievorming
In een paradigma kunnen verschillende theorieën of zelfs theoretische scholen
ondergebracht worden.
Theoretische school: groep van academici die eenzelfde… delen:
o eenzelfde context, tijd en ruimte
o onderwerp
o invalshoek
o paradigma
o +/- internationale weerklank hebben