Deze samenvatting is voor het vak Macro-economie. Het werd opgesteld aan de hand van notities en lessen. De samenvatting bevat alle info rond verschillende grafieken.
Macro economie
1 Onderscheid micro en macro economie
Overheid= Monetair en budgettair beleid
• Monetair: Centrale bank
o Geldcreatie
• Budgettair: nationale overheid
o Verhoging van de overheidsbestedingen (=G)
Expansief budgettair beleid= G stijgt of T daalt
Restrictief budgettair beleid= G daalt of T stijgt
We gaan 3 modellen zien:
• Solow model (LT)
• IS-LM model (KT, p is constant)
• AS-AD model (MLT, p is veranderlijk)
2 Hfdst. 20 Measuring a Nation’s Income
2.1 Introductie
Micro-economie= de studie over hoe individuele huishoudens en bedrijven beslissingen nemen en
hoe ze interageren met elkaar in markten.
Macro-economie= De studie van de economie als een geheel. Het doel is de economische
veranderingen uitleggen die vele gezinnen, bedrijven en markten beïnvloedt op het zelfde moment.
• Sterke link hiertussen
Macro-economie beantwoordt de volgende vragen:
1) Waarom is het gemiddelde inkomen hoog in sommige landen en laag in andere?
a. Onderwijs
b. Kapitaalgoederen
c. Technologie
d. Wetgeving
e. Politieke stabiliteit
f. Klimaat
2) Waarom stijgen prijzen snel in sommige tijdsperiodes terwijl ze meer stabiel zijn in andere?
1
, 3) Waarom stijgen productie en werkgelegenheid in sommige jaren en krimpen ze in andere?
2.2 Het inkomen en de uitgaven van een economie
Wanneer we kijken of de economie het goed of slecht doet, kunnen we kijken naar het totale
inkomen binnen de volledige economie. -> Dit is de taak van het BBP (=GDP)
GDP = maatstaf voor het inkomen en uitgaven van een economie
• Voor een economie als een geheel: inkomen moet gelijk zijn aan uitgaven, want:
o Iedere transactie heeft een koper en verkoper
o Iedere dollar uitgave van een koper is een inkomst voor een verkoper
o Illustratie:
2.3 Het meten van het GDP
Definitie GDP: de totale marktwaarde van alle afgewerkte goederen en diensten geproduceerd
binnen een land in een bepaalde periode.
• Niet gelijk aan GNP (Gross national product)
• GNP= Bruto nationaal product
• Output wordt gewaardeerd aan marktprijzen
• Alleen de afgewerkte producten worden in rekening gebracht
• Zowel tastbare (eten, kleren) en ontastbare ( knipbeurt) goederen
2
, • Goederen en diensten geproduceerd in de periode die we bekijken, geen transacties van
goederen die geproduceerd zijn in het verleden (vb. Tweedehands auto’s)
• Meet de waarde van productie binnen de geografische grenzen van een land
• Meet de waarde van productie die plaatsneemt binnen een bepaalde periode, meestal eens
per jaar of kwartaal
Wat zit er niet in het GDP?
• Alle arbeid die je thuis doet
• Opvoeding van de kinderen
• Illegale activiteiten
2.4 De componenten van het GDP
GDP (Y) is de som van het volgende:
Y= C+I+G+NX
NX= -3: Meer invoeren dan ze uitvoeren
Inventory investment= 1: In ons model, gaan we ervan uit gaan dat dit 0 is
Consumption (C) = De uitgaven van gezinnen aan goederen en diensten met de uitsluiting van
aankoop van nieuwe woningen.
Investment (I) = De uitgave aan kapitaalgoederen, inventarissen en structuren, inclusief nieuwe
woningen.
Government purchases (G) = De uitgave aan goederen en diensten door lokale en centrale
overheden.
• Exclusief overdrachtsbetalingen want deze zijn niet gemaakt in ruil voor huidig
geproduceerde goederen en diensten
Net Exports (NX)= Export – import
3
, • Import heeft geen effect op het GDP. Leg uit
o Heeft te maken met wanneer je iets aankoopt dit weer verkocht wordt, dus daaruit
haal je dan weer inkomsten. (denk ik)
GDP per capita= GDP gedeeld door de populatie van een land. Maatstaf om nationale inkomen per
persoon te tonen.
• Zo is het makkelijker om landen te vergelijken.
2.5 Reëel vs. Nominaal GDP
Reëel GDP is niet beïnvloedt door veranderingen in prijzen, veranderingen in het reëel GDP tonen
alleen de veranderingen in de hoeveelheden die geproduceerd worden.
• Maatstaf van de productie van goederen en diensten van de economie om de veranderingen
doorheen de tijd te evalueren.
o Economisten prefereren om dit te gebruiken bij constante prijzen
o Enkel kijken naar goederen en diensten, je houdt de prijs vast en kiest 1 basisjaar
Switzerland
Ireland
Australia
Netherlands
Belgium
Spain
Slovenia
Poland
Turkey
World
South africa
Peru
Zimbabwe
Ethiopia
Nominaal GDP= Waardeert de productie van goederen en diensten aan huidige prijzen.
• Je houdt de prijs dan niet vast maar laat hem gewoon lopen, meestal is dit dan een
prijsstijging.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mathildemaes. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.