100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
samenvatting ECONOMIE €7,49   In winkelwagen

Samenvatting

samenvatting ECONOMIE

 27 keer bekeken  2 keer verkocht

Een samenvatting van het vak economie in

Voorbeeld 4 van de 66  pagina's

  • 23 mei 2021
  • 66
  • 2018/2019
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
berrequirijnen
economie

1 inleiding
mens heeft onbeperkte behoeften. De meeste middelen om aan deze
behoeften te voldoen zijn beperkt of schaars.
Hierdoor ontstaat een keuzeprobleem. Te weinig middelen om alle
behoeften te voldoen.
economisch probleem schaarse middelen die ze beschikken, toewijzen
aan de vele behoeften.

economie is de sociale wetenschap die de productie, distributie en
consumptie bestudeert van welvaart in een samenleving.

allocatiewetenschap

-primaire behoeften: fysiologisch of levensnoodzakelijke (eten, drinken,
kleren,…) engelse term: Needs

-secundaire behoeften: zoals onderwijs, sport, cultuur, luxe-producten
engelse term: wants

materiële behoeften: honger of zin om te lezen
immateriële behoeften: juridisch advies, verzekeringscontract

goederen en diensten waarmee je een behoefte kan voldoen, hebben een
nut

schaars goed: goed of dienst niet in onbeperkte mate voorkomt
vb: benzine  prijs voor betalen
hierdoor ontstaat er een markt
totale behoefte bestaat die groter is dan de beschikbare hoeveelheid

vrije goederen: goed dat in overvloed aanwezig is.
vb: zonlicht geen prijs voor betalen.

goederen kunnen onderverdeeld worden in:

1) consumptiegoederen= voor de consument
1.1) verbruiksgoederen (brood, tube tandpasta)
1.2) gebruiksgoederen (koelkast, auto)

,2) investeringsgoederen= door bedrijven gebruikt bij de productie van
eindgoederen
2.1) kapitaalgoederen: gaan langer dan een jaar mee
2.2) vlottende investeringsgoederen: gaan minder dan een jaar mee


Het onderscheid tussen private en publieke goederen (2 criteria)
1) uitsluitbaar: alleen de consumenten die betalen kunnen genieten van het
nut, anderen niet. (vb: dure auto)
ook mogelijk qua leeftijd, lengte, handicap, soort diploma
2) rivaliteit : consumptie van goed leidt tot vermindering (vb: kledingstuk)

quasi-collectieve goederen: ofwel uitsluitbaar of rivaliteit

private goederen (haircuts and hamburgers) 2 kenmerken:
uitsluitbaarheid en rivaliteit

publieke goederen: niet-uitsluitbaar en geen rivaliteit (vb: straatverlichting,
radio, tv kijken, leger dat ons land verdedigt)

free-riderprobleem of vrijbuitersprobleem: mensen maken mee gebruik
aangeboden diensten, zonder ervoor te betalen.

clubgoederen : uitsluitbaarheid, maar geen rivaliteit (onderwijs, musea)
gemeenschappelijke goederen: niet uitsluitbaar, wel rivaliteit

overzicht pagina I-4


bedrijven hebben outputs en inputs

output: wat bedrijven hebben geproduceerd, die nut hebben. verkocht

inputs: middelen nodig voor productie
1) natuur: grondstoffen en energiebronnen
2) arbeid: fysieke en geestelijke arbeid van mensen
3) kapitaal: vroeger geproduceerde kapitaalgoederen die het mogelijk
maken meer nieuwe goederen en diensten te produceren.
(vb; computers, gebouwen, kranen, wegen,)

welvaart: mate waarin behoeften kunnen worden bevredigd met de
beschikbare middelen

,bruto binnenlands product (bbp)= totale hoeveelheid geproduceerde
goederen en diensten.

welzijn: gevoel van welbevinden.

micro-economie: gedrag van individuele huishouding, 1 aspect in economie

macro-economie: economische grootheden van een heel land, werelddeel,

ceteris paribus-clausule= alles blijft gelijk, behalve 1, in praktijk verandert
alles.

opportunity cost en de PMC: kiezen is verliezen.
PMC= productiemogelijkhedencurve

2 consumenten
macro-econoom: grote spelers op het veld van economie. grote groepen
zoals consumenten, producenten, overheid of buitenland.

consument is de eindgebruiker, ze bepalen hoeveel finale goederen besteed
worden, dus bepalen de totale hoeveelheid.

een macro-econoom probeert te verklaren op welke manier consumenten
kiezen, hoe de markt ontstaat en hoe de markt reageert op bewegingen van
de prijs.

micro-econoom probeert te verklaren hoe elke individuele consument zijn
keuzes maakt op basis van 1) eigen behoeften, 2) eigen budget, 3) maximaal
nut voor hem.
Zo ontstaan verschillende markten.

Het nut van een product is voor iedereen verschillend en is dus subjectief.

totaal nut en marginaal nut.
(Marginaal nut= letterlijk: per bijkomende eenheid, altijd een dalende
grafiek)
zie voorbeeld II-3

de eerste wet van Gossen: afnemend marginaal nut

zie grafieken II-4

, -cardinaal nut= meetbaarheid nut
-ordinaal nut= nuttigheid kunnen rangschikken.

vb: voor mij kan een twix evenveel nut hebben als een mars

het idee dat we nuttigheid kunnen rangschikken van private goederen.
Hierdoor ontstaat het begrip ‘indifferentiekrommen en preferentieschema’

indifferentiekrommen is een lijn van combinaties van 2 producten die
evenveel nut voor jouw hebben. zie II-5
(Deze lijn is altijd dalend.)
hoe verder van de oorsprong, hoe meer nut ze hebben voor de consument.

-eigenschappen indifferentiekrommen
6 staan op II-9

niet enkel het nut speelt een rol, maar ook het budget dat je ervoor over
hebt.

Y=P1 * Q1 + P2* Q2

Y=totale budget
P1 en P2 prijs voor frieten en pita
Q1 en Q2 aantal keer


B1 is een budgetlijn,
stel budget is 30€ dat is de budgetlijn van het punt als al het geld naar friet
gaat tot het punt als al het geld naar pita gaat.

de budgetlijn stelt alle mogelijk combinaties voor.

evenwicht= waar de budgetlijn het hoogst gelegen indifferentiekromme
raakt.
marginaal nut en de prijzen voor de beide goederen gelijk.
formule II-10

elke euro die hij uitgeeft telkens een zelfde marginaal nut oplevert

zie formule II-11
MUA het marginaal nut van het goed A
PA de prijs van dat goed

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper berrequirijnen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 60434 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,49  2x  verkocht
  • (0)
  Kopen