1967-> titel van verpleger wordt wettelijk beschermd in België.
Zorgen gebeurde vroeger meestal in familieverband of uit liefdadigheid. De nadruk lag op verzorgen
en comfort geven. Geen opleiding -> werd al doende geleerd met tips van ervaren ziekenoppasser.
Verzorgen werd lang als taak van christelijke barmhartigheid gezien. Rijke burgers sponsorde
gasthuizen. Gilden en ambachten voorzagen verzorging voor hun zieke leden en hun familie.
Religieuze gezondheid was belangrijk -> zusters waakten erover dat de zielenheil gezond was door
gebed en biecht -> zieke moest voorbereid zijn om te sterven als goede christen.
Medische mogelijkheden nog erg beperkt -> actief werken aan genezing was nauwelijks aan de orde.
Zieken verzorgen als beroep stond niet hoog aangeschreven. Werkomstandigheden waren zeer
slecht-> slechte hygiëne, meerdere zieken in 1 bed, stank.
Preutsheid nam toe in 18e en 19e eeuw -> dit soort werk werd als ongepast gezien voor jonge
vrouwen.
Verpleging erd manier voor emancipatie -> door zorgende liefdadige rol op zich te nemen kregen
vrouwen een gerespecteerde plek in de samenleving -> bv Florence Nightingale en Constance
Teichmann
Constance Teichmann -> dochter gouverneur Antwerpen -> door fortuin en sociale status kon ze voor
zieke kinderen beginnen zorgen. Ze stichtte haar eerste ziekenhuis: Kliniek Louise-Marie. Ze kreeg
heel veel waardering en werd goede engel genoemd -> voorbeeld voor veel jonge vrouwen ->
verpleegster werd gerespecteerd beroep voor vrouwen in paternalistische samenleving.
Florence Nightingale maakte van verplegen een beroep en zorgde dat er een opleiding voor nodig
was. Ze richtte 1 van de eerste scholen voor verplegen op en schreef het eerste moderne handboek
‘Notes on Nursing’.
Oorlogen en veldslagen -> katalysator voor ontwikkeling van medische wetenschap-> vooral WW2 ->
veel wad op het slagveld gewerkt had werd doorgetrokken naar de werking van ziekenhuizen.
Bureau van weldadigheid-> huidige OCMW. Na WW2 werden ziekenhuizen gefinancierd met
gemeenschapsgeld en werden de eisen voor geneeskunde en verpleegkunde strenger -> eerste
wetten rond beroep dateren rond deze tijd.
Blik op de toekomst:
Takenpakket en hulpmiddelen VPK gaan sterk veranderen door de ontwikkeling van de medische
technologie. Bv robots, hulpoproepmiddelen voor ouderen. Mensen gaan minder snel naar het
ziekenhuis komen voor onderzoeken, veel gaat op afstand gebeuren.
VPK krijgt ook steeds meer en andere verantwoordelijkheid. We gaan minder directe zorg uitvoeren
die ook door andere “goedkopere” zirgverleners kunnen uitgevoerd worden (bv hulp bij eten) en
krijgen meer taken die vroeger door de arts gedaan werden (bv niet complexe medische
onderzoeken zoals longfunctie)
,Grootste uitdaging= kwalitatieve zorg op maat van de cliënt in onze superdiverse samenleving. ->
geloof, armoede, etc.
Definitie verpleegkundige diagnose en interventies:
Verpleegkundige interventies (VI): de activiteiten of handelingen die door de verpleegkundige
verricht worden ter oplossing van een patiënten- of verpleegprobleem.
Men lijstte patiënten- of verpleegproblemen op en zo kreeg men de verpleegdiagnoses
waartegenover men interventies plaatste. Door het op lijsten van de verpleegkundige taken kreeg
men zicht op de eigenheid van het beroep en kunnen verpleegkundigen volgens dezelfde standaards
opgeleid worden -> door dat ze allemaal hetzelfde opgeleid werden ontstond er een
gemeenschappelijk begrippenkader en vakjargon -> maakt onderlinge communicatie makkelijker.
NANDA (North American Nursing Diagnoses Association): classificeerde en standaardiseerde de
verpleegdiagnoses.
NIC (Nursing Interventions Classification): stelde een uniforme terminologie op voor verpleegkundige
behandelingen. In dit classificatiesysteem krijgen de verschillende interventies een label (naam+
nummer), wordt omschreven wat men hierbij bedoeld (definitie) en de mogelijke activiteiten die er
voor kunnen zorgen dat het doel bereikt wordt.
Evidence-based practice: iedere behandeling is gebaseerd op betrouwbare, zo mogelijk
wetenschappelijke kennis en uitgevoerd met het oog op een gewenst verpleegresultaat.
Soorten verpleegkundige interventies:
- Directe interventies
- Indirecte interventies
- Autonome interventies
- Door arts gedelegeerde interventies
Directe interventies:
Behandeling die in aanwezigheid van en aan de patiënt wordt uitgevoerd -> kan lichamelijk en
psychologisch -> bv echt verzorgen en gewoon steun geven
Indirecte interventies:
Behandelingen die niet in bijzijn van patiënt worden uitgevoerd maar wel in belang zijn van patiënt.
Bv een meeting over patiënt
Autonome verpleegkundige interventies:
VPK plant en voert interventie uit op grond van een verpleegkundige diagnose. VPK draagt volledige
verantwoordelijkheid. Kunnen ook gedelegeerd worden naar andere VPK bv kalmeringstechnieken.
Gedelegeerde verpleegkundige handeling:
Interventie door arts voorgeschreven op basis van medische diagnose-> moet door VPK worden
uitgevoerd in opdracht van arts.
, Wet op de verpleegkunde:
Autonome interventie:
- A-functie: observatie en registratie van symptomen, reacties en noden van patiënt en
eenvoudige zorg verlenende activiteiten. Bv helpen met bedpan, drukpunten observeren.
- B1- functie: verpleegtechnische handelingen zonder voorschrift. Bv meten van parameters
Definitie: Op punt gestelde werkwijze Door verschillende personen gehanteerd (systematische
aanpak!) Er bestaat een procedure of protocol van
Doel: vooropgesteld doel zo efficiënt mogelijk bereiken
Altijd rekening houden met de 8 basisprincipes:
1. Hygiëne en steriliteit
2. Veiligheid en preventie
3. Beleving
4. Zelfzorg en inspraak
5. Comfort
6. Ergonomie
7. Economie
8. Ecologie
Infectiepreventie:
Doel infectiepreventie: Het vermijden van bijkomende fysieke schade tijdens hospitalisatie.
In ziekenhuis -> gebeurd door ziekenhygiëne team -> geneesheer ziekenhuishygiënist en 1 of
meerdere verpleegkundige ziekenhuishygiënisten.
In WZC -> de coördinerende en adviserende arts, de hoofdverpleegkundige en de
beroepsbeoefenaren.
Strijd tegen infecties moet door iedere zorgverlener gevoerd worden -> elke dag handelingen
herhalen om verspreiding van micro-organismen te voorkomen. Verspreiding van micro-organismen
is moeilijk direct vast te stellen -> pas als 1 of meerdere patiënten infectie hebben.
Ziekenhuisinfectie -> zorginfecties:
Ziekenhuisinfectie (nosocomiale infectie)-> infecties die ten vroegste 48 uur na opname zijn ontstaan
of binnen 30 dagen na ingreep. Bv urine infectie, wond infectie, pneumonie.
Er is een globale toename van deze infecties door:
- Opmars multiresistente bacteriën
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper matthisbinnemans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.