Beroepsmethodiek
Te kennen
Bedrijfsbeheer
1. Som de fasen op van het verbouwproces en geef ook kort de inhoud voor de
interieurvormgever bij elke taak.
1. Voorontwerp.
Welke wensen, verwachtingen, onderzoek doen. Het gebouw meten, moodboard maken zodat de klant
weer waarvoor die zal betalen.
2. Stedenbouwkundige melding of stedenbouwkundige vergunning.
Het de nitieve ontwerp melden aan stedenbouw van de gemeente. Stedenbouwkundige vergunningen voor
meer dan 4O m2 of functiewijziging moet via architect. Zonder structurele werken kan een interieur
vormgever aanpakken.
3. Aanbestedingsdossier.
Hoe het wordt uitgevoerd, door wie en welke prijs. Dit dossier bestaat uit technische plannen, bestek
(materialen) en een meetstaat meeting van hoeveelheden).
4. Prijsvragen en aanbesteden.
Aannemers worden aangeschreven om prijs weer te geven. Je kan kiezen om verschillende onder elke
‘post’ te kiezen of je kan een rma aanwerven die zelf onderaannemers coördineren. Prijzen kunnen worden
vergeleken en het toewijzen van een aannemer gebeurt door de klant. Het contract van uitvoering is
tussen klant en aannemer.
5. Toezicht op de werken.
Mogelijk val toezicht onder de opdracht. Nagaan of alles correct wordt uitgevoerd. Mogelijke detail kunnen
hier aan worden gepast. Ontwerper maakt werfverslag na elke werfvergadering, ondertekend door alle
partijen.
6. Nazicht rekeningen en opleveringen.
Wanneer de werken klaar zijn wordt er een ‘voorlopige oplevering’ gedaan. Hier wordt het project samen
bekeken en worden eventuele tekorten opgesomd op een opleveringsstaat. De aannemer heeft een
bepaalde tijd om deze bij te werken. Daarna aanvaard de klant. Als dit klaar is wordt de rest uitbetaald.
Binnen het jaar kan de klant nog gebreken melden. Een jaar na de voorlopige oplevering gaat
automatisch de de nitieve oplevering in. (Architect en aannemer zijn 1à jaar aansprakelijk voor
structurele fouten)
fi fi fi
,2. Geef de indicatoren van iemand met een goede mondelinge communicatie. Leg telkens
kort uit.
(dus omgekeerd is hier: je krijgt de indicatoren en de vraag is welk soort communicator het is)
Vlotte prater drukt zich vlot uit. Houdt gemakkelijk een gesprek gaande. Is
onderhoudend, vertelt boeiend
Debater kan ook in heftige discussies zijn/haar woordje doen
Kernachtig kan meningen, ideeën en ingewikkelde zaken in begrijpelijke taal
onder woorden brengen. Komt ter zake. Is niet langdradig.
Slagvaardig zit niet om een antwoord verlegen. Reageert alert.
Presentator kan een presentatie geven die helder is en de aandacht vasthoudt.
Stemt het betoog af op de hoorder(s) en gaat in op reacties.
3. Geef de indicatoren van iemand die goed onderhandelt. Leg telkens kort uit.
1. Klantgericht zijn.
-Klant is koning: Zorgen dat de klant tevreden is, op basis van gelijkwaardigheid.
-Afstemming: Kent de speci eke problemen en baseert daarop acties.
-Focus op lange termijn: Lange termijn relatie opbouwen.
-Co-makerschip: Is op de hoogt van belangrijkste ontwikkeling van de klant.
-Klachtenbehandeling: neemt klachten serieus en zorgt dat de klant zich begrepen voelt.
2. Overtuigingskracht.
-Energiek: Stopt energie in het uitdagen van eigen ideeën.
-Ingaan op argumenten: Gaat in open, tegenargumenten, laat dit meewegen.
-Passende argumenten: Gebruikt argumenten waar andere gevoelig voor zijn.
-Weerstand ombuigen: Kan weerstand ombuigen in eigen voordeel.
-Enthousiast: Brengt standpunt met zelfvertrouwen en beslistheid.
4. Omschrijf de layout van de 3 vormen van schriftelijke communicatie.
Brief -Betreft: Dossiernummer waarover het gaat
-Aanspreektitel: Geachte, Beste…
-Paragraaf 1: Kort en bondig, situatieschets, wat?
-Paragraaf 2: Besluit
-Naam verzender en handtekening.
Mail -Zelfde als brief zonder adressen.
-Onderwerp; kort en bondig de vraag
-Bondiger dan brieven, to the point
Verslaggeving -Kort en bondig.
-Datum, wie, onderwerp, bijeenkomst, vaststelling.
-Maak een standaard document op dat je telkens gebruikt.
5. Wat is de bedoeling van het aanbestedingsdossier? p14
Om je ontwerp te laten uitvoeren doe je een prijsaanvraag, meestal bij 3 aannemers.
Prijsaanvraag = Aanbestedingsdossier.
Aannemers krijgen dit dossier zonder mondelinge toelichting. Dit betekend dat alles duidelijk en
ondubbelzinnig moet getekend en beschreven zijn. Zo voorkomt men extra kosten.
fi
, 6. Geef de samenstelling van het aanbestedingsdossier en bespreek kort de inhoud van elk deel.
1. Plannen.
Dit omvat grondplannen en doorsnedes. Dit moet voldoenden informatie geven, detailtekeningen op grote
schaal zijn noodzakelijk. Genoeg maatlijnen toevoegen, door plotten en printen kan een plan vervormen.
2. Bestek.
Bestek = lastenboek.
Nauwkeurige beschrijving van het project, bepaalt de verplichtingen van beide partijen, de algemene
aannemingswaarden en de aard van de verschillende werken en hun uitvoeringswijze.
3. Meetstaten.
Om vergissingen of herhalingen te vermijden, is het noodzakelijk eenberoep te doen op een methodische
werkwijze, die de verschillende afmetingen en hoeveelheden weergeeft in logischer volgorde, die
gemakkelijke controle toelaat.
7. Hoe zit een bestektekst in elkaar?
-Titelblad
-Hoofdstuk 1: Administrative bepaling.
-Hoofdstuk 2: Technische bepalingen met artikelnummer en naam en telkens:
-Omschrijving
-Materiaal
-Toepassing
-Meting
-Beschrijving van materialen vinden we in technische ches van bedrijven in WTCB/STABU.
Opgelet: Bestek is geen reclame folder, maak een duidelijke keuze van materiaal, kwaliteit… Gebruik juiste
eenheden, nooit prijzen vermelden. Artikelnummers in bestek en meetstaat moeten hetzelfde zijn.
8. Hoe zit een meetstaat in elkaar?
Het is een systematische methode voor het uittrekken van hoeveelheden. Als je bestektekst in grote lijnen
klaar is kan je beginnen aan het opstellen van de meetstaat.
1. Artikelnummers bestek en meetstaat komen steeds overeen.
2. Benaming artikels in bestek zijn dezelfde als in meetstaat.
3. Gebruik correcte eenheidsmaten.
Bv: Deur per stuk, tegels per m2,…
4. Gedetailleerde meetstaat zorgt voor gemakkelijke opzoeking achteraf.
Bv: Pleisterwerk, muren worden afzonderlijk gemeten.
Ramen in lokaal vernieuwen, nummer elk raam op je plan
Kolom 1: nummering verwijzend naar het bestek
Kolom 2: beschrijving van het werk, titel van bestek, gedeeltelijke berekeningen
Kolom 3: eenheid van de opmeting
Kolom 4: multiplicatorkolom (bij herhalingen van zelfde oppervlakte of lengte)
Kolom 5-6-7: afmetingen
Kolom 8: resultaat van vermenigvuldiging van voorgaande 3 kolommen
Kolom 9: som van alle tussen totalen per onderdeel van kolom 8
fi