Samenvatting Critical Thinking
Hoofdstuk 1: Geloof niet alles wat je denkt
Claim: wanneer een belief (oordeel, mening) wordt gebracht in een declaratieve zin, resulteert dit in
een claim, statement of assertie. Objectief = waar of niet waar ongeacht wat mensen denken (feit)
Subjectief = die dit niet hebben (mening).
Feitelijke claim: objectieve claim. Je zegt dan niet per se dat het waar is.
Moreel subjectivisme: het idee dat morele meningen subjectief zijn.
Argument: bestaat uit twee delen, met een premisse en een conclusie.
Cognitieve bias: een kenmerk van psychologie die belief formatie hinderen:
1. Belief: evaluerend redeneren hoe geloofwaardig de conclusie is
2. Confirmatie: meer nadruk leggen op dingen die onze view supporten
3. Beschikbaarheid: de kans afwegen op een gebeurtenis hoe makkelijk of frequent het is.
4. False consensus: uitgaan van onze opinie en van mensen in de maatschappij
5. Bandwagon effect: neiging om onze belieft met andere mensen overeen te laten komen
6. Negativiteit effect: meer nadruk op negatieve info dan positieve
7. Verlies aversie: meer gemotiveerd om een verlies te vermijden dan voor winst te gaan
8. In-groep: mensen die bij onze groep horen vs. de out-groep zien
9. Fundamentele attributie fout
10. Gehoorzaamheid aan autoriteit
11. Overconfidence: overschatting van onszelf
12. Better-then-average
Waarheid: een claim is waar, als het vrij van fouten is
Kennis: als je een belief hebt en een argument ervoor hebt en je geen reden hebt dat je het verkeerd
hebt, dan kun je claimen dat je het weet.
Hoofdstuk 2: Twee manieren van redeneren
Twee soorten redenaties die veel gebruikt worden, maar die niet kloppen:
1. De conclusie wordt gebruikt als een premisse
2. De conclusie maakt gebruik van een verder niet genoemde premisse
Twee manieren van goed redeneren:
1. Deductie:
a. Validiteit: een argument is valide als het onmogelijk is voor de premisse om waar te
zijn en de conclusie niet waar. Valide en waarheid zijn twee verschillende dingen.
b. Sound: de premisse en de conclusie zijn valide en waarheidsgetrouw.
2. Inductie:
a. De premisse van een goed inductief argument demonstreert niet de conclusie, hij
support de conclusie. het is dus geen bewijs voor de conclusie, maar geeft
ondersteuning waarom de conclusie waar zou kunnen zijn. hoe meer support, hoe
sterker het argument, hoe minder, hoe zwakker het argument.
, Proof beyond a reasonable doubt betekent dat het een lagere standaard heeft dan deductie. Er is dus
een verschil tussen waar logisch bewezen en menselijkerwijs gedemonstreerd, wat niet waar
bewezen hoeft te zijn, maar aangenomen wordt.
Een valide deductief argument: als de conclusie van een argument waar is bij definitie, gegeven de
premissen. Het gaat ook niet om evidence, maar om proof. Soms is het niet duidelijk welk statement
er niet genoemd wordt, maar die wel nodig is. Door context en content kun je raden wat iemand
bedoelt, maar niet zegt.
Balance of considerations reasoning, het afwegen van pro en contra, hier gebruik je ook vaak
deductie en inductie voor. Inferenece to the best explaination: iets bestaat of houdt vast aan
waarheid of is een feit, omdat die positie het best verklaart wat we observeren of weten. Je kiest de
beste verklaring van een fenomeen, van alle verschillende verklaringen die er kunnen zijn.
Wat zijn geen argumenten/premissen/conclusies:
1. Plaatjes
2. Als…dan…. Zinnen
3. Lijsten van feiten
4. A omdat B, maar soms kan het wel valide zijn, als je iets concludeert en je hebt bewijs.
Aristoteles vond dat je aan persuasie (overreding) mocht doen volgens: ethos (persoonlijke
attributie), pathos (emoties en persoonlijk niveau gebruiken) en logos (informatie en argumenten
gebruiken). dit is subjectief. Wordt weinig gebruikt in praktijk, dat laatste.
Hoofdstuk 3: Helder denken, Kritisch denken en
duidelijk schrijven
Duidelijkheid van taal is belangrijk voor de mogelijkheid om kritisch na te denken. Dit kan vaak
verloren gaan door:
1. Vaagheid: je moet niet vaag zijn om een doel te willen bereiken
2. Ambiguiteit: als er meer dan één interpretatie mogelijk is en je niet weet welke correct is
a. Semantisch: het is niet duidelijk waar het woord naar verwijst: twee betekenissen
b. Syntactisch: door de structuur van de zin zijn er meerdere betekenissen correct
c. Groeperend: je weet niet of er een hele groep bedoelt wordt of individuen van een
groep samen
d. Ambigue pers. voornaamwoord referentie: als je niet weet waar het pers.
voornaamwoord naar verwijst
3. Generaliteit: als er gebrek is van specifieke details
Dit kun je oplossen door het gebruik van definities. Doelen van definities:
1. Lexicale definities: in woordenboeken
2. Precieze of stipulatieve definities: het specificeren van woorden of nieuwe betekenis geven
aan oud woord
3. Persuasive of retorische definities: Hiermee geef je een mening of iets/iemand door middel
van woordkeuze. Je trekt iemands aandacht ergens naartoe. Je gebruikt negatieve/positieve
associatiewoorden.
Soorten definities:
1. Definitie door synoniemen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper janiellehoegee02. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.