WERO
GEZONDHEID EN DE MENS
DEFINITIE GEZONDHEID
o Gezondheid
o = toestand ve zo optimaal mogelijk fysiek, mentaal en sociaal welbevinden, waarbij iedereen
de kans moet hebben om als mens capaciteiten te ontwikkelen en te gebruiken met een
maximaal aantal vrijheidsgraden en keuzemogelijkheden
GEZONDHEID IS EEN RUIM BEGRIP
o Gezond
o Lichamelijke kant
o Kwaliteit vh psychisch of sociaal functioneren
§ zich fijn voelen, goede relaties hebben met anderen, …
o psychosomatische klachten
o = een psychische ziekte die zich ook uit in lichamelijke klachten
GEZONDHEID IS EEN SUBJECTIEF BEGRIP
o Wordt door iedereen anders ervaren
o Wat je onder gezond verstaat hangt samen met de waarden en normen die je hanteert
GEZONDHEID IS EEN DYNAMISCH BEGRIP
o Geen toestand of vast gegeven
o Elk ogenblik kan er iets gebeuren waardoor men zich anders, minder gezond voelt
o Gezondheid is nooit af à we proberen er voortdurend verandering in aan te brengen
GEZONDHEID IS EEN EMANCIPATORISCH BEGRIP
o Ieder mens heeft zelf de verantwoordelijkheid over zijn eigen gezondheid
o We knn wel mensen stimuleren door
o Kennis, vaardigheden en inzichten bij te brengen
o Emancipatie en ontwikkeling zijn een voorwaarde opdat mensen aan hun eigen gezondheid knn
werken
GEZOND GEDRAG KAN NIET WORDEN OPGELEGD
o Gezond gedrag
o Kan niet worden opgelegd
§ Keuze, beslissing, verantwoordelijkheid over eigen gezondheid à bij zichzelf
o Kan enkel gestimuleerd worden
1
,HET HEALTH FIELD CONCEPT V LALONDE
o = Model om de invloeden op de gezondheid een plaats te geven
o Deelgebieden = gezondheidsdeterminanten
§ Intern milieu
§ Extern milieu
§ Gedrag of leefstijl
§ Gezondheidszorg
à zijn van even groot belang + hebben een
invloed op elkaar
HET INTERN MILIEU
o = omvat factoren die zich in het menselijk lichaam afspelen
o Onderverdeling
o Genetische factoren
§ Bepaald door erfelijk materiaal, chromosomenafwijking, genmutatie, …
§ Vb. mucoviscidose, Down syndroom
o Verworven eigenschappen
§ Eigenschappen vh lichaam die tijdens de embryonale ontwikkeling + het verder
leven ontstaan o.i.v. omgevingsinvloeden
§ Eigenschappen die ontstaan door voeding, gedrag, leefmilieu, ziekten, …
§ Kan zowel positief als negatief zijn
§ Vb. ondervoeding kan een negatieve invloed hebben zoals onderontwikkeling vd
hersenen (negatief)
§ Vb. veel sporten zorgt voor goede conditie, sterker hart, … (positief)
o Multifactoriële eigenschappen
§ Deel erfelijk bepaald + door allerlei omstandigheden/invloeden/leefstijl knn die in
meer of mindere mate tot uiting komen
§ De meeste aandoening zijn multifactorieel
§ Vb. een kind kan aanleg hebben voor allergische aandoening, maar of het tot uiting
komt, hangt af v veel factoren zoals leefstijl vd moeder tijdens zwangerschap, …
DE LEEFSTIJL
o = geeft de invloed weer die het gedrag v mensen heeft op de gezondheid + op ontstaan
gezondheidsproblemen
o Zowel om hetgeen een persoon aan overwegingen en dergelijke heeft om zich op een bepaalde
manier te gedragen als om het werkelijke gedrag
o Belangrijk zijn
o Voedingsgewoonten
o Alcohol- en drugsgebruik
o Roken
o Lichamelijke (in)activiteit
o Seksueel gedrag
o Stress
2
,HET EXTERN MILIEU – FYSIEKE OMGEVING
o = omvat factoren buiten het menselijk lichaam, maar die een bepaalde invloed op de gezondheid
uitoefenen
o Onderverdeling
o Fysische factoren
§ Trillingen, geluid, asbest, …
o Chemische factoren
§ Voedingsadditieven, bestrijdingsmiddelen, alcohol,…
o Biotische factoren
§ Virussen, bacteriën, wormen, schimmels, allergenen, …
HET EXTERN MILIEU – MAATSCHAPPELIJKE OMGEVING
o = geeft de plaats vd mensen weer in de maatschappij
o Belangrijk voor de gezondheid en het gevoel v welbevinden
o Onderverdeling
o Arbeid
o School- en gezinssituatie
o Sociaaleconomische status
o Etnische achtergrond
o Sociale omgeving
MEDISCHE ZORG EN PREVENTIE
o = allerlei gezondheidszorgvoorzieningen, zowel curatief als preventief, die worden ingezet in de zorg
voor de gezondheid
o Vb. CLB, kind en gezin, …
o Curatief
o = behandelen om een ziekte of aandoening te genezen
o Vb. antibiotica
o Preventief
o = voorkomen dat er ziekten en problemen ontstaan door v tevoren in te grijpen
o Vb. vaccinatie
GEZONDHEID IN RELATIE TOT HET INTERN MILIEU: AANGEBOREN EN VERWORVEN EIGENSCHAPPEN
o Karakteristieken ve individu à bepaalde door erfelijk materiaal + invloed v buitenaf
BASISBEGRIPPEN GENETICA
o Elk mens is uniek
o Moment v bevruchting à speelt hierin belangrijke rol
§ Eicel (23 chromosomen) + zaadcel (23 chromosomen)
§ Die versmelten à 46 chromosomen
§ Deze cel gaat zich delen in miljoenen gedifferentieerde cellen, die het nieuwe kind
zullen vormen
§ Ieder v deze cellen heeft een kern v 46 chromosomen
• Bij elke deling wordt er dus een kopie gemaakt vh genetisch materiaal
3
, !! bevruchting kan enkel plaatsvinden als de individuen evenveel chromosomen hebben (drm kan een mens
niet bevrucht raken v vb. paard à heeft namelijk ander aantal chromosomen)
_______________________________________________________________________________________
o Chromosomen
o = structuren die bestaan uit oa. opgerolde DNA, die in de celkern voorkomen
o Drager v al onze erfelijke eigenschappen + zijn verantwoordelijk voor het doorgeven v onze
erfelijke eigenschappen v generatie op generatie
o Elke lichaamscel
§ Bevat 46 chromosomen ( 2 x 23 chromosomenparen)
• Telkens 1 vd moeder en 1 vd vader
_______________________________________________________________________________________
o Waar bevindt zich DNA?
o Zit in celkern
o DNA = unieke genetische code, vormen helixstructuur
§ A: adenine
§ T: thymine
§ C: cytocine
§ G: Guanine
o Geheel wordt samengehouden door een suikerfosfaat structuur
4