Samenvatting invasieve zorgen
Invasieve zorg is de zorg die te maken heeft met het doorprikken van huid en slijmvliezen-> grote
risico’s aan verbonden gezien we rechtstreeks in de systemische circulatie komen.
BLOEDAFNAME:
Bepaling:
door middel van een naald uit een ader (=vena punctie) of met een lancet/priknaaldje uit
onderhuidse capillaire venen (= capillaire punctie) of via een geplaatste veneuze of arteriële katheter.
Doel:
Een bloedpunctie kan dienen als proef- of als evacuerende punctie.
Proefpunctie: bloedonderzoek:
= onderzoek ter controle van de hoeveelheid normale stoffen in het bloed en het opsporen van de
mogelijke aanwezigheid van anti- en vreemde stoffen.
Voor een diagnosestelling, om de evolutie van een ziekte na te gaan of om de uitwerking van een
behandeling op te volgen.
- Bloeddonor
- Aderlating (venasectie of flebotomie): therapeutische verwijdering van een hoeveelheid
bloed-> bv polycytemie (overproductie van rode bloedcellen) of bij hemochromatose (te veel
aan ijzer in het bloed).
- Wisseltransfusie (exsanguinatie): zieke bloed wordt gefractioneerd ontnomen en vervangen
door gezond bloed-> bv bij een hemolytische ziekte of sikkelcelziekte.
Soorten bloedonderzoeken:
verpleegkundige moet over de juiste basiskennis beschikken wat betreft het bloed en zijn
samenstelling.
totaal volume bloed is afhankelijk van de leeftijd en het geslacht-> man 5-6L vrouw 4-5L.
bloed heeft een unieke samenstelling-> s een bindweefsel dat bestaat uit een vloeibaar deel (plasma)
+ vaste bestanddelen (bloedcellen).
plasma bestaat uit water, eiwitten, suiker, vetten, zouten, hormonen, vitaminen en eindproducten
van de stofwisseling. Het plasma zonder de stollingseiwitten noemt men het serum.
verschillende typen bloedcellen zijn de erythrocyten (rode bloedcellen), de leukocyten (de witte
bloedcellen) en de trombocyten (de bloedplaatjes).
Bloed is licht basis (alkalisch) -> pH mag weinig schommelen omdat lichaamscellen alleen bij de
fysiologische pH (7,35-7,45) kunnen leven (homeostase).
onderzoeken op verschillende soorten stalen-> op gestold bloed, op vol bloed (=ongestold) of
speciale onderzoeken.
,Gestold bloed: het bloed gaat stollen voordat er testen op worden gedaan-> stolsel wordt
gescheiden door centrifuge.
Vol of ongestold bloed: in het opvang recipiënt zit anticoagulantia.
Speciale onderzoeken hebben specifieke vereisten over opvangrecipiënten of bijzondere
aandachtspunten bij de afname.
de voornaamste groepen van laboratoriumonderzoeken:
Hematologie:
microscopisch onderzoek naar de vorm en het aantal cellen in het bloed, het bloedstollingssysteem,
de bloedgroepbepaling en de kruisproeven-> op ongestold bloed-> anders zitten de cellen vast in het
stolsel.
Cytologisch onderzoek:
Dit onderzoek omvat de telling van het aantal:
- rode bloedcellen/erythrocyten ( Rbc) met bepaling van hemoglobine en hematocriet
(verhouding volume Rbc t.o.v. totale bloedvolume)
- witte bloedcellen/leukocyten (Wbc) met bepaling van de formule van de leukocyten
(=hoeveelheid van de verschillende soorten Wbc)
- bloedplaatjes/trombocyten
Klinisch belang:
Het opsporen van aandoeningen van de bloedcellen:
- Erythrocyten en hemoglobine : anemie (bloedarmoede)
- Hematocriet waarde: hulpmiddel bij een differentiële diagnose van aandoeningen van
erytrocyten, belangrijk bij evaluatie van vultoestand van het lichaam.
- Leukocyten
Leukocytose (> 10.000/mm3)-> goedaardig (infecties) of kwaadaardig (leukemie)
Leukopenie (< 4000/mm3)-> door bv. antibiotica, antipyretica, schildklierremmer
Agranulocytose: (vnl. neutropenie = neutrofiele) door bv. beschadiging beenmerg
- Trombocyten: te veel -> gevaar voor agglutinatie. te weinig -> purpura.
Testen nodig voor een bloedtransfusie:
De bloedgroepbepaling en rhesusfactor zijn noodzakelijke testen alvorens er bloed kan toegediend
worden.
ABO/RhD-bloedgroep-> minstens 2 onafhankelijke afnames van bloedmonsters nodig-> bloedgroep
van de donor moet compatibel (verenigbaar) zijn met deze van de ontvanger.
kruisproef is de laatste proef voor het bloed kan toegediend worden-> nodig om de rode bloedcellen
van de donor (zak) en het plasma van de ontvanger (patiënt) te controleren op de aanwezigheid van
onregelmatige erytrocytenantistoffen.
Als kruisproef positief is (=reactie)-> transfusie gaat niet door-> een bijkomende test wordt gedaan->
de directe coombstest= opsporen van incomplete antistoffen op de rode bloedcellen.
, Klinisch belang:
Vermijden van bloedtransfusiereacties-> kunnen optreden doordat in het bloed van de receptor
antistoffen zitten tegen de erythrocyten van de donor.
Verpleegkundig aandachtspunt:
Steeds vers bloed afnemen bij de ontvanger!
gekruiste bloedeenheid moet binnen de 72u na de kruisproef toegediend worden-> omdat de titer
van de antistoffen bij de receptor met de tijd zo sterk kan dalen dat ze bij de kruisproef niet meer
kunnen worden opgemerkt.
Titer kan ook door boosteffect van volgende transfusie op korte tijd sterk stijgen en tot een
bloedtransfusiereactie leiden.
Sedimentatie:
meet de snelheidstijd die de Rbc nodig hebben om naar de bodem van de bloedtube te zakken->
voor onderzoeken op CRP.
Klinisch belang:
Bij een niet specifieke ontsteking zakken de Rbc sneller-> door een veranderde samenstelling van de
eiwitten in het bloed.
versnelling kan duiden op o.a. een acute of chronische infectie, anemie, neoformatie (tumoraal
proces) of toestanden met weefselversterf.
daling van de bezinkingssnelheid kan wijzen op polycythemie (het grote aantal Rbc belet de
bezinking).
Verpleegkundig aandachtspunt:
bloedstaal moet correct afgenomen worden-> geen eiwitrijke maaltijden nuttigen, geen inspanning
en geen warm bad nemen voor de bloedafname-> die veroorzaken fysiologische verhoging van de
sedimentatie.
Stollingstesten:
onderzoeken om het opsporen van stoornissen in de bloedstolling-> een tekort (bv. hemofilie) of een
teveel (gevaar voor trombose) aan stollingsactiviteit in het bloed.
Klinisch belang:
- opsporen van stollingsstoornissen
- leverziekten
- routine onderzoeken ter preventie: bv. preoperatief, bij het aanprikken van arteries,
leverpuncties
- controle bij anticoagulantia (antistollingsmiddelen) therapie
pH van het bloed (7,35 – 7,45):
Klinisch belang:
verstoring in het zuur-base evenwicht (zuurgraad) in het bloed opsporen (alkalose >7,45 of acidose
<7,35).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper matthisbinnemans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.