VRH 3a interne
Intensieve zorg
Bewaking
• Nauwgezet parameters opvolgen om kort op de bal te spelen.
• Intensieve bewaking is vaak ook invasieve bewaking
• Invasieve bewaking houdt heel wat risico’s in
Onderscheid:
• Chirurgische intensieve zorgen eenheid → De inpakt op het lichaam, inwendige
problematiek
• Inwendige intensieve zorgen eenheid
Redenen van opname:
• Risico op afwijkende vitale parameters
• Het hebben van afwijkende vitale parameters die streng bewaakt of ondersteunt
dienen te worden evenals vitale functies bv. ondersteunen van ademhaling
• Elk moment parameters kennen, evolutie parameters opvolgen
1. Cardiale monitoring Hartfrequentie
Arteriële bloeddruk
Mean arteriële bloeddruk
Curve:
Qua vorm identiek aan rode curve:
arteriële meting, de druk is lager dan de
bloeddruk, gemeten in de arteria
pulmonalis
Centrale T°
Zuurstofsaturatie: percentage RBC
gebonden aan zuurstof
Polsslag
Mean arteriële bloeddruk:
= Gemiddelde druk die heerst in de arteriën doorheen een volledige hartcyclus
• Berekenen: Systole + 2 x diastole /3
• Geeft meer info over de weefselperfusie: hoe goed is de flow van bloed en van
zuurstof naar weefsels toe
• Goede weefselperfusie houden door een mean arteriële bloeddruk te behouden van
> 65 mmHg
• hersenen, hart, lever, nieren hebben het meest last van een verlaagde mean arteriële
bloeddruk
• Nieren zullen snelst inpakt ondervinden, dit uit zich door een verlagende of zelfs
wegvallende diurese (acute nierinsufficiëntie)
,1.1. Wat is cardiale monitoring
• Pols = mechanische drukgolf voelbaar in bepaalde perifere arteriën
• Hartritme = elektrische activiteit van het hart
o De monitor meet de afstand tussen de R toppen, R top is de hoogste positieve
uitslag op een ECG
o Beperkte ritme – analyse door het toestel = bepaalde afwijkingen herkennen
1.2. Hoe gaan we cardiaal monitoren
• Gebaseerd op de driehoek van Einthoven, 5 elektroden: 4 op de extremiteiten, de 5de
op V1
o 7 afleidingen in beeld: I, II, III, AvL, AvR, AvF, V2
o Kan ritmestoornissen en ischemie in kaart brengen → bevestiging 12 afleidingen
ECG
→ zelfde driehoek als op ECG maar dan kleiner op
het lichaam
▪ Geel: links, subclaviculair
▪ Rood: rechts, subclaviculair
▪ Groen: links voorste axillaire lijn
▪ Zwart: rechts voorste axillaire lijn
▪ Wit: V1
1.3. Aandachtspunten bij cardiale monitoring
• Zo dicht mogelijk bij de correcte positie
• Aandacht voor huidirritatie
• Regelmatig elektroden verversen
• Elektroden bevatten geleidende gel
• Overmatig zweten → loskomen draden
• Onrust → foutief geïnterpreteerd als ritmestoornis
2. Pulse oximetrie
2.1. Wat is pulse oximetrie
• Meten van de polsslag en zuurstofsaturatie in het bloed, het geeft een beeld van de
respiratoire toestand
• Saturatie = aantal RBC die verzadigd zijn met zuurstof → beeld zuurstofopname
• Polsslag niet gelijk aan de hartslag van de cardiale monitoring → incorrecte meting
, 2.2. Hoe werkt pulse oximetrie
• Eiwit breekt licht, infrarood licht wordt gestuurd en aan de andere kant gecapteerd
• Het verschil in breking van het licht door gebonden hemoglobine en niet gebonden
hemoglobine laat toe om de saturatie te meten
2.3. Aandachtspunten bij pulse oximetrie
• Koude handen → minder doorbloeding → geen correcte meting
• Nagellak houdt infrarood licht tegen
• Beweging kan storing geven
• Opletten voor drukletsels door langdurig aanliggen
• CO intoxicaties: de saturatie is goed, het toestel maakt geen onderscheid tussen
hemoglobine gebonden aan zuurstof of aan CO
• Stel alarmen in (continue meting)
3. Niet invasieve bloeddrukmeting
3.1. Hoe wordt er niet invasief gemeten
• Meting via manchet, aangebracht rond de bovenarm, de leiding wordt met de monitor
verbonden en zal op bepaalde momenten metingen uitvoeren
• Ultrasone microfoon ipv. stethoscoop
• Starten door een interval in te stellen of manueel
3.2. Aandachtspunten bij NIBD
• Correct aanbrengen van de manchet aangegeven zone t.h.v. arteria brachialis
• Manchet blaast op tot een bepaalde druk, indien frequente metingen nodig zijn →
arteriële katheter
• Wissel de manchet van arm ter preventie van drukletsels en ongemak
• Stel alarmen in
4. Invasieve bloeddrukmeting
4.1. De principes
• Wet van Pascal = druk plant zich gelijkmatig voort in een vloeistof
• 2 punten die zich op dezelfde hoogte bevinden ondervinden gelijke druk
• Druk meten ter hoogte van het linker ventrikel
• Werken met een gesloten systeem
4.2. De delen van het systeem
1) De katheter
• Kunstof katheter ingebracht in een perifere arterie d.m.v. de Seldinger techniek
• Seldinger techniek = Aanprikken met een naald waardoor een voerdraad wordt
ingebracht, de naald wordt verwijderd en voerdraad blijft ter plaatse. Hierover wordt
de katheter geschoven, deze wordt vastgehecht.
• Plaats: arteria radialis en femoralis
2) De drukbestendige leiding
• Correcte voortzetting druk door de vloeistof: leiding mag niet oprekken onder invloed
van druk anders krijgen we geen correcte meting
• Smallere hardere leiding
3) De transducer (= eigenlijke meetapparaat)
• Zet de mechanische drukgolf om in een elektrisch signaal