Psychiatrie
Partim De Clercq
KOPP en sociotherapie
Kinderen van ouders met psychische problemen (KOPP)
Wat is KOPP
• Kinderen van ouders met psychische problemen
• Andere afkortingen: KOAP (kinderen van ouders met een afhankelijkheidsprobleem) KVO
(kinderen van ouders met een verslaving)
Prevalentie
• Nederland: 577000 kinderen van 18 jaar of jonger die samenleven met een psychisch
zieke ouder (= 17% totale kinderpopulatie)
• In België zou 1/10 onder de 15 jaar opgroeien met een ouder die problematisch drinkt (=
meer dan 180 000 kinderen)
• ¼ van de mensen krijgt te maken met een min of meer ernstige psychische aandoening
• Naar schatting 378000 kinderen
• Realiteit → impact op verschillende domeinen
o Als de ouder psychische of psychiatrische problemen heeft:
- Impact op de ouder / ouderlijk functioneren
- Impact op het kind / risico’s
- Impact op de partner / directe omgeving
Mogelijke gevolgen
• Verhoogd risico om zelf een psychische stoornis te ontwikkelen
• 1/3 ontwikkelt later een psychische stoornis
• 1/5 doen vaker beroep op geestelijke gezondheidszorg
• KOAP hebben meer kans om later afhankelijk te worden van alcohol of drugs →
overdracht van generatie op generatie, waarbij zowel biologische, genetische
omgevingsfactoren als hun onderlinge interacties in rekening worden gebracht.
• Verhoogd risico andere vormen van psychopathologie te ontwikkelen naar aanleiding
van schuldgevoel, minder zelfwaarde gevoel
• Opmerking: Kinderen ontwikkelen niet steeds dezelfde problematiek als die van hun
ouders bv. kinderen van ouder die beiden lijden aan psychoses hebben 8 keer meer kans
om een middelenmisbruikstoornis te ontwikkelen.
• Het is belangrijk om KOPP NIET te zien als een diagnose of label, maar het te
beschouwen als een verzamelnaam voor een groep kinderen die zich in een bepaalde
situatie bevinden, door de relatie met hun psychisch kwetsbare ouder.
Vergeten moeilijk te bereiken
• Ziekenhuizen en psychiatrische instellingen ontbreken aan infrastructuur om een
‘normaal’ contact tussen kinderen en hun ouder mogelijk te maken
,• Kinderen zijn moeilijk te bereiken
• Diverse groep, jongeren die er alles aan doen om problemen thuis te verbergen
• Beschermende factoren die hen weerbaar maken: inzicht in problematiek, autonomie,
relatievaardigheid, zin voor initiatief, creativiteit en humor
Heterogene doelgroep
• 1 gemeenschappelijke ervaring: opgroeien in een gezin met een ouder die psychiatrische
problematiek heeft
Vroegdetectie: observeren van risicofactoren en beschermende factoren
• Een goede benadering vermindert het risico op het ontwikkelen van psychiatrische
aandoeningen en ontwikkelingsmoeilijkheden.
• Preventie, sensibilisering en begeleiding vormen een belangrijke uitdaging.
• KOPP-kinderen hebben nood aan informatie, steun en erkenning.
• Het in kaart brengen van de beschermende en risicofactoren kan de hulpverlener
richting geven in zijn begeleidingsproces.
Risicofactoren
• Hoe meer risicofactoren, hoe groter de kans dat kinderen zich minder gunstig
ontwikkelen.
• De risicofactoren zijn op verschillende niveaus te onderscheiden: risico’s gerelateerd aan
het kind zelf, aan de ouder(s), aan de eigen sociale omgeving en aan de maatschappij.
• De kansen dat problemen ontwikkelen, op de korte of lange termijn, lopen behoorlijk
uiteen.
• Reële kans dat de verschillende niveaus van risicofactoren elkaar onderling versterken.
→ Het is dus belangrijk om te erkennen dat niet alle familiale risico’s gemedieerd zijn
met de genetische factoren. Omgevingsfactoren en de interactie met de genen zijn
vermoedelijk ook belangrijke mediatoren.
Risicofactoren op niveau van de ouders
• Beide ouders hebben een geschiedenis van psychische stoornissen, hierbij is het risico
het grootst. Ongeveer 2/3 (66%) ontwikkelen zelf een psychische stoornis.
• Bij bepaalde psychiatrische stoornissen, zoals schizofrenie, is er duidelijk een
erfelijk risico. Toch is het niet zozeer de aard van de psychiatrische stoornis die bepaalt
hoe een kind van een mentaal zieke ouder door zijn jeugdjaren spartelt en zich
, verder ontwikkelt. Andere factoren spelen een veel grotere rol, zoals de ernst en
de duur van het probleem van de ouder. Veel hangt ook af van het kind zelf,
weerbaarder zijn dan andere en reacties op stress situaties kunnen heel uiteenlopend
zijn.
• Kinderen van ouders met een ernstigere of chronische psychische ziekteverloop lopen
meer risico. Zo zouden 70% van de kinderen van psychotici te maken krijgen met een
kinderpsychiatrische stoornis. Dat wil dus zeggen dat zij een verhoogde kans hebben op
het ontwikkelen van een dergelijke problematiek. Uit langetermijnstudies blijkt dat
kinderen van ouders met schizofrenie 8 maal zoveel kans hebben op het ontwikkelen van
schizofrenie als de controlegroep.
• Relatieproblemen tussen de ouders. De ouders steunen elkaar onderling niet
• Het ontbreken van inzicht bij de ouder in de eigen problematiek.
• De situatie van een eenoudergezin, waarbij er sprake is van psychiatrische en/of
verslavingsproblemen
• Er is sprake van zorgmijdende ouders. Deze ouders zullen niet op eigen initiatief hulp
zoeken en vervolgens het hulpverleningscontact positief benaderen en onderhouden.
• Beperkte draagkracht van gezonde ouder
Risicofactoren op niveau van het kind
• Kind met moeilijker temperament of lastiger gedrag, extra belastend voor de ouder. Een
psychisch zieke ouder zal het minder kunnen opbrengen om geduldig om te gaan met
het kind. → vanuit machteloosheid vijandig reageren
• Algemeen: hoe jonger het kind is, hoe kwetsbaarder het kind is. In de vroege kinderjaren
en in de adolescentie zijn kinderen het meest kwetsbaar. Tussen 0 en 5 jaar: ontwikkelen
van emotionele band met ouders. Een geestelijk zieke ouder kan hierop niet voldoende
inspelen → hechtingsproblemen
• Een kind dat op een bepaald moment geconfronteerd wordt met een psychiatrisch zieke
ouder wordt geconfronteerd met een vorm van verlies wat gepaard gaat met rouwen.
• Erfelijke component en de erfelijke kwetsbaarheid bij het kind zelf.
• Een lage competentie van het kind of extra zorgbehoevendheid. Bv. kind met chronische
ziekte of verstandelijke beperking
• Een enig kind in een gezin vergroot de kans op negatieve aandacht van de ouder
• Het ontbreken van vriendjes/vriendinnetjes en contacten met andere gezinnen
• Het kind ervaart intense emotionele reacties, maar ervaart onvermogen om eigen
gevoelens en reacties onder woorden te brengen en te onderscheiden van gevoelens van
de ouder.
Risico door blootstelling aan externe stress
• Dreiging tot zelfmoord:
o effectieve zelfmoordpogingen of verbale dreigingen → kind voelt zich onbelangrijk
en gaat continu op de toppen van de tenen lopen (ouder geen reden geven ‘om
domme dingen te doen’)
o Zelfmoord pleegt: complexe vorm van rouw. Kampen met verschillende gevoelens
zoals schaamte, schuldgevoel, angst, gevoel van falen, boosheid, zelfverwijten
• Ziekenhuisbezoek bij opname van de ouder:
o Kind dient de keuze te maken om wel of niet op bezoek te gaan, kind vrij laten in
deze keuze. →ervaart het bezoek anders als traumatisch ervaren
, o Kind kiest effectief om op bezoek te gaan → belangrijk om het kind voor te bereiden
en ook ruimte te voorzien voor een vorm van nazorg.
• Geheimhouden: kinderen kunnen gevraagd worden om te zwijgen en niets te vertellen
aan de buitenwereld over de ziekte van de ouder en de impact of de veranderingen die
plaatsvinden binnen het gezin. Anderzijds nemen kinderen het zwijgen rond de situatie
naar voorbeeld van hun ouder(s) gewoon over. Vaak wil men door te zwijgen zaken als
afwijzing, stigmatisering en uitsluiting vermijden. Maar door te zwijgen kan het kind het
gevoel van te vertrouwen op wat het voelt en waarneemt verliezen. Daarnaast zorgt de
geheimhouding voor de nodige stress bij het kind. Als het kind dan toch iets zou
verklappen gaat dit vaak gepaard met schuldgevoelens. Nog een ander gevolg van het
zwijgen is het feit dat het kind hierdoor niet op zoek kan gaan naar de nodige steun bij
anderen.
• Masker opzetten:
o hebben vaak de neiging om ware gevoelens niet te tonen en zich lief en braaf te
gedragen. Hun ware gevoelens verstoppen ze achter ‘een lachend masker’.
o Motieven die de kinderen drijven om zich zo te gedragen:
- Willen niet in de aandacht staan
- Willen geen extra last veroorzaken
- Om lief gevonden te worden
- Omdat ze dat masker ook zien bij de gezonde ouder
o Het opzetten van een masker = een vorm van overlevingsstrategie binnen het gezin.
Beschermende factoren
• Een gezonde ouder in het gezin, die de kinderen ‘laat leven’ en het kind stimuleert,
waardoor het kind in staat gesteld wordt een eigen leven op te bouwen
• Goede ouder –kind relatie: ondanks de stoornis, een goed contact tussen het kind en de
betreffende ouder → vooruitzichten voor het kind zijn gunstiger
• Goede ondersteuning door de ‘gezonde’ ouder. Dit kan een tekort van de andere ouder
compenseren. Meer in het algemeen geldt dat de aanwezigheid van een goede band met
althans één ouder geldt als een sterk beschermende factor. Het kind kan dan heel wat
incasseren, zonder dat dit hoeft te leiden tot latere problemen
• Sociale steun zowel emotioneel als praktisch
• Goed begrip van ouderlijke problematiek (info)
• Hogere intelligentie en/of creativiteit
• Goed contact met de leeftijdsgenootjes
Uitingsvormen: gevoelens en rollen van KOPP-kinderen
• Emotioneel lijden:
o Ze lijden er emotioneel onder en kampen met tegenstrijdige gevoelens (enerzijds
kwaad, anderzijds graag zien)
o Voelen zich alleen met hun probleem, ze kunnen op heel weinig personen een
beroep doen.
o Zwijgen uit loyaliteit tegenover de ouders.
o Kinderen zoeken naar verklaringen waarom hun ouder problemen heeft. → bouwen
redeneringen of gedachten op die niet altijd kloppen met de werkelijkheid. (bv.
gedachte dat ouder hen niet graag ziet)