Professionele identiteit
Leerpad 1: introductie en situering
1. Definities professionele identiteit:
DEFINITIE 1 (Ruijters)
PI ontstaat in de wisselwerking van een persoon met zijn professionele omgeving en
binnen een maatschappelijke context. -- > het verbindt de verhouding die je hebt tot
jezelf en de verhouding die je hebt tot anderen
Geheel aan kenmerken, karakteristieken, sociale relaties, rollen en lidmaatschap van
groepen definiëren wie we zijn als professional
PI geeft een professional een eigen kleur
DEFINITIE 2 (Overman)
PI = geheel aan waarden, inspiratie en betekenisgeving die een persoon in een
professionele setting een unieke eigen identiteit geven en die hij via zijn handelen
naar de ander toe laat zien
= bewustwording en ontwikkeling die persoon doormaakt: 3 perspectieven spelen
een rol…
o Van jezelf (het ‘ik’; nu en in de toekomst)
o Van de ander (het ‘zij’; cliënt, burger,…)
o Van de organisatie (het ‘wij’)
deze moeten geplaatst worden binnen de maatschappelijke context
2. Is SW een professie?
-- Eerst even stilstaan bij een aantal vaak gehoorde zaken over sociaal werk die zorgen voor
discussies rond de identiteit van het beroep:
vaagheid rond de eigenheid v SW (wat is SW nu precies?, wat onderscheidt het beroep
zich van andere?)
gebruikte ‘versleten’ / ‘inhoudsloze’ metaforen (intern)
vb. aan de slag gaan, op maat werken
vb. empowerment, emancipatie (toverwoorden)
-- te weinig inhoud, niet expliciteren, maar toch denken dat we goed bezig zijn
-- mensen weten niet wat we (sociaal werkers) precies doen (gewoon geld geven)
bewust van de geringe maatschappelijke erkenning (w onvoldoende erkend, gezien,.. --
niet zoals dokters bvb.)
doeners of denkers? -- > doenkers (allebei)
opgeleid om te doen: niet doen zonder te denken (zoals opleiding is ingericht)
Beroep w soms beperkt tot maatschappelijk werk (hulpverlener-cliënt), maar werkveld is
veel breder (vb. buurtwerk, beleidswerk, met groepen, juridisch, HR,…)
behoefte voor een vorm v professionalisering (wil een professie zijn/worden; status
verhogen, doel definiëren, opleidingsniveau vastleggen), maar: Flexner: sociaal werk is
complex, schiet tekort; sociaal werkers beoefenen verschillende beroepen en maken
gebruik v verschillende aanpakken samenhangend doel ontbreekt, sociaal werkers
, worden gereduceerd tot generalisten (niet gespecialiseerd in iets, maar een basiskennis
v alles; is ook zo, maar w vaak denigrerend gebruikt) zonder beslissingsbevoegdheid
PROFESSIE:
- specifieke kennis: deskundige in aanpak v problemen (‘body of knowledge)
- technisch-instrumentele expertise: deskundigheidsontwikkeling; methodische expertise
staat centraal (zie technische professionalisering: ‘dingen goed doen’)
- morele verantwoordelijkheid: voortdurende reflectie op maats rol, op uitgangsprincipes en
op praktische invulling ervan (zie normatieve professionalisering: ‘goede dingen doen’)
- sterke beroepsvereniging: groep personen met eenzelfde soort opleiding/beroep hebben
zich aangesloten (algemene beroepsvereniging heeft sociaal werk niet; wel binnen bep
sectoren (vb. in ziekenhuizen, vb. SWAN))
handelingsruimte / discretionaire ruimte
Sociaal Werk is een semi-professie: aantal criteria om te k spreken v een professie ontbreken of zijn
nog in ontwikkeling (professionalisering is een proces)
a) De gemeenschappelijke stam
-- SW: beperkte theorie ontwikkeling & gebrek aan beroepsorganisatie diffuse (niet goed
zichtbaar, herkenbaar) beroepsidentiteit
-- sociaal werkers zijn in veel sectoren tewerkgesteld + nemen uiteenlopende taken op +
interne specialisatie
meer aandacht voor gemeens stam v SW… kan deze gevonden w? (is een
voorwaarde voor beroepsvereniging)
b) Professionalisering als proces
-- duidelijke evoluties zichtbaar: in kennisontwikkeling, in vormen v beroepsgroepen, in
hernieuwde aandacht voor normatieve aspect (evoluties m.b.t. de criteria van wat een
professie is)
-- vragen over wat noodz discretionaire ruimte is (vragen rond beroepsgeheim): virtuele
ruimte waarbinnen SW’er in samenspraak met cliënt zaken overweegt, beslist, handelt
c) Kennisopbouw in SW
-- The Body of Knowledge
-- we zien een sterke evolutie in kennisontwikkeling: SW vertrekt vanuit ervaringen, concrete
interventies (die de basis vormen van de kennisopbouw binnen SW) -- > w trapsgewijs, in
versch geledingen verder opgebouwd …
casussen (= geheel v feiten, concrete voorbeelden v id praktijk)
protocollen (=gedragsovereenkomsten), handvatten, vuistregels
algemene strategieën
wetenschap en theorievorming