Hoofdstuk 1 – Inleiding in internationaal ondernemen
1.1 Wat is internationaal ondernemen?
Internationaal ondernemen zijn de economische activiteiten over de landsgrens of handelingen die
nodig zijn om zaken te doen in het buitenland. Multinationals zijn ondernemingen met vestigingen
in meer landen.
Het opengaan van de grenzen en de opkomst van het internet hebben het goedkoper en makkelijker
gemaakt om met anderen wereldwijd in verbinding te staan. Globalisering (mondialisering) is het
wereldwijd samensmelten van economieën, politieke systemen en culturen.
De BRICS-landen zijn Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika. Er werd in 2008 verwacht dat zij
een enorme groei in bnp zouden krijgen. Dit bleek behoorlijk tegen te vallen en er kwam aandacht
voor de N11-landen (Next Eleven-landen), Bangladesh, Egypte, Filipijnen, Indonesië, Iran, Mexico,
Nigeria, Pakistan, Turkije, Vietnam en Zuid-Korea.
De voordelen van globalisering zijn:
- Draagt bij aan hogere economische groei en welvaart
- Technologische kennis wordt gedeeld
- Leidt tot wijdverspreide culturele integratie
De nadelen van globalisering zijn:
- Grotere kans op ondermijning van lonen in ontwikkelde landen
- Toename van uitbuiting van arbeiders in minder ontwikkelde landen
- Geeft multinationals veel macht
- Ecologische problemen
Nederland staat in wereldverband op de tweede plek op het gebied van globalisering. Nederland is
van oudsher altijd al een handelsnatie geweest, VOC. Nederland heeft een open economie met
weinig handelsbelemmeringen en is sterk afhankelijk van buitenlandse handel en investeringen.
Als tegenbewegingen die ontstaan vanuit de nadelen van globalisering zijn er:
- Lokalisering, terugkeren naar landen dicht bij de eigen thuis- of afzetmarkt.
- Glokalisering, de integratie van het globale met het lokale. De drie vuistregels van glokaal
ondernemen zijn:
o Klik met je buren
o Weet de weg op het web
o Verplaats zo min mogelijk
De kern van duurzaam internationaal ondernemen is de
stakeholder, een groep of individu die invloed heeft op of
beïnvloed wordt door een organisatie of bedrijf. Duurzaam
internationaal ondernemen bestaat uit drie pijlers:
1. People
2. Planet
3. Profit
Voor bedrijven is het de kunst om een goede balans tussen deze
drie te vinden. De fair trade-producten zijn gemaakt van
grondstoffen waarvoor een eerlijke prijs is betaald, waardoor
boeren een bestaansrecht verwerven.
,1.2 Waarom gaan bedrijven de grens over?
Er wordt van internationalisering gesproken als bedrijven zaken gaan doen in het buitenland. De
basis hiervoor is vaak de handel in goederen of diensten, internationale handel genoemd. De
internationale handel bestaat al heel lang, maar pas in de laatste 250 jaar zijn er theorieën over
ontstaan:
- Klassieke economen, macro-economische condities op de thuismarkt bepalen voor een deel
de internationale concurrentiekracht.
- (Neo)klassieke economen, het ontstaan van internationale handel met name uit verschillen
in (kost)prijzen en productiviteit tussen landen valt te verklaren.
- David Ricardo, bouwde voort op Smith’s theorie en kwam met de wet van comparatief
kostenvoordeel.
- Heckscher en Ohlin, de beschikbaarheid en de prijs van productiefactoren bepalen de mate
van internationale handel.
- Porter, richt zich bij het verklaren niet op één factor op macroniveau maar op meerdere
factoren op mesoniveau.
Er zijn verschillende manieren van internationaal ondernemen:
- Import, het kopen van buitenlandse producten, die in het binnenland worden ingevoerd.
Redenen voor importeren zijn:
o Produceren van goederen of onderdelen is in andere landen goedkoper, doordat de
arbeidskosten lager zijn en de grondstof in het land van herkomst voorhanden.
o Het product of dienst is in het binnenland nog niet op de markt.
- Export, het uitvoeren van binnenlandse producten of diensten. Redenen voor exporteren
zijn:
o Nieuwe technieken en nieuwe producten vormen een uitdaging, de vraag naar het
product is groter op een minder ontwikkelde markt.
o Binnenlandse markt is te klein.
o De continuïteit waarborgen.
o Kostprijs van het product kan op de buitenlandse markt concurrerend werken.
o Strategische redenen
- Directe investering (BDI), investeringen over de landgrens door een onderneming.
Bijvoorbeeld door een bedrijf te starten in een ander land, lokaal bedrijf over te nemen of
door te fuseren met een ander bedrijf.
In de tabel hiernaast staat een
overzicht met de belangrijkste
redenen voor internationaal
ondernemen. Deze worden
opgedeeld in proactieve- en
reactieve motieven. Proactieve
motieven komen voort uit het
beleid dat een bedrijf zelf opstelt.
Reactieve motieven komen voort
uit invloeden of bedreigingen van
buitenaf en niet vanuit het beleid
dat het bedrijf zelf opstelt.
1.3 Nederland en internationaal ondernemen
Nederland behoort al jaren tot de top 10 van landen met de meeste export van goederen en
diensten. Er zijn in de afgelopen jaren drie perioden te onderscheiden:
, 1. Snel herstel van de dot-com crisis (2000) tot het uitbreken van de grote economische
crisis van 2008.
2. Voortdurende crisis, stagnatie en voorzichtig herstel tot circa 2015.
3. Sinds 2016 hoogconjunctuur met in 2017 de hoogste economische groei ooit.
Wederuitvoer (re-export, doorvoer) betreft goederen die worden ingevoerd en het land in
(vrijwel) onbewerkte staat verlaten. De EU is voor Nederland belangrijker als afzetmarkt dan
als leverancier. Nederland haalt veel goederen uit Azië en de VS en voert deze weer uit naar
andere landen in Europa. De grootste importwaarde komt uit de G7-landen, Verenigd
Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Italië, Japan, VS en Canada.
Nederland exporteert over het algemeen meer dan dat zij importeert, dit wordt ook wel
actieve handelsbalans genoemd, een handelsoverschot. Dit wordt vaak als positief ervaren
omdat er meer geld binnenkomt dan dat er betaald wordt voor import. Het
tegenovergestelde hiervan is een handelstekort, ook wel passieve handelsbalans.
De afgelopen jaren heeft de wereldhandel een groei laten zien van meer dan 3%. Verwacht
wordt dat de groei enigszins zal afzwakken naar iets onder de 3%. De belangrijkste redenen
hiervoor zijn dat de internationale handel en de investeringen zijn gematigd, de
handelsspanningen verhoogd blijven en de financieringscondities aangescherpt worden.
1.4 Organisaties met informatie over internationaal ondernemen
Zie blz. 36 voor een lijst met organisaties.
, Hoofdstuk 2 – Politieke en economische omgeving
2.1 Vrije handel
De Nederlandse handelspolitiek wordt voornamelijk bepaald door het gemeenschappelijke
handelsbeleid van de Europese Unie. De EU streeft naar de harmonieuze ontwikkeling van een
eerlijke en duurzame wereldhandel. Dit heeft als gevolg dat handelsbelemmeringen binnen de EU
zijn verdwenen en er is aan één gemeenschappelijk importtarief gewerkt.
Het volledig vrije handelsverkeer wordt op twee manieren beperkt:
1. Economische samenwerking tussen een aantal landen
2. Beperking van de handel om de economie te beschermen (protectionisme)
2.2 Economische samenwerking
Het doel van economische samenwerking is vrij handelsverkeer. De meest voorkomende
vormen van samenwerking zijn:
- Vrijhandelszone, tussen de deelnemende landen bestaan geen handelsbeperkende
maatregelen. Voorbeelden zijn EFTA en NAFTA. Voordelen zijn:
o Efficiënte inzet van productiefactoren
o Stimulans van de concurrentie
o Voorkoming van handelsoorlog
o Bevordering van handel en investeringen
o Bevordering van welvaart
- Douane-unie, wanneer twee of meer landen alle onderlinge importtarieven
afschaffen. De deelnemende landen hebben een gemeenschappelijk buitentarief.
- Gemeenschappelijke markt, is een douane-unie aangevuld met nadere bepalingen
over stimulering van de onderlinge handel. Er is vrij verkeer van goederen,
productiefactoren en diensten. Op deze manier streeft de gemeenschap naar:
o Een harmonische, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de
economische activiteit
o Een hoog niveau van bescherming en verbetering van de levensstandaard en
de kwaliteit van het bestaan
o Solidariteit tussen de lidstaten
2.3 Economische unie en monetaire unie
De Economische en monetaire unie (EMU) wordt gevormd door negentien EU-lidstaten, die
allemaal de euro als betaalmiddel hebben ingevoerd. Het monetair beleid wordt bepaald
door de Europese Centrale Bank (ECB). Voor het economische deel zijn de lidstaten zelf
verantwoordelijk. Het Eurosysteem bestaat uit de ECB en de nationale centrale banken van
de landen die de euro hebben ingevoerd. Het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB)
omvat de ECB en de nationale centrale banken van alle EU-lidstaten, ongeacht of zij de euro
hebben ingevoerd of niet.
2.4 Protectionisme
Onder protectionisme wordt verstaan de maatregelen die de overheid van een land neemt om de
eigen economie te beschermen tegen internationale concurrentie. Handelsbelemmeringen worden
opgeworpen om:
- Werkgelegenheid in eigen land te bevorderen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper elenameylie. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,59. Je zit daarna nergens aan vast.