Cardiologie
1. Anamnese en klinisch onderzoek
1.1 Anamnese
• Waarom, antecedenten (cardiaal en niet cardiaal)
• CV risicoprofiel: familiaal, nicotine, hypertensie, DM, hypercholesterolemie, obesitas, stress,
beroep
• Klacht: navragen en sterk uitdiepen
o Hartkloppingen = palpitaties
o Thoracale pijn kan verschillende oorzaken hebben
• NYHA classificatie: functionele evaluatie
1.2 Klinisch onderzoek
• Algemeen en specifiek
• Ademhaling (lezen)
o Normaal: 12-18/min
o Tachypneu >20/min, hypoxie, longoedeem
o Bradypneu <8/mon
o Verlengd expirium (COPD, asthma cardiale)
o Cheyne-Stokes ademhaling (hartfalen)
o Obstructieve/centrale slaap apneu (OSAS/CSAS)
• Bloeddrukmeting (lezen)
o Korotkov principe
o Ausculatoir
1
, ▪ Palpatoire meting systolische druk (opblazen 30 mmHg boven verdwijnen vd
pols ~ auscultatoire gap)
▪ Auscultatoire meting van PS en PD met klok of membraan (zachte, egale druk
en mijden van contact met kledij)
▪ Druk laten zakken met 2-3 mmHg/s of hartslag
▪ Ps meten bij verschijnen Korotkov tonen
▪ PD meten in faze 5 (= verdwijnen van de tonen), lager dan faze 4 (behalve bij
kinderen, zwangere vrouwen, anemie of bejaarde patienten)
▪ 3x meten over 5 min verspreid
▪ Bij een eerste meting steeds bilateraal meten (R+L)
• V Jugularis interna: inschatten CVD (overvulling)
o V jugularis interna staat rechtstreeks in verbinding met re voorkamer
o Als druk in re voorkamer ↑ → ↑ CVD → v jugularis zet op en w zichtbaar en kan je
platdrukken
o Hoe inschatten: NIET in liggende/rechtop zittende houding, WEL in houding van 45°
▪ Kijk nr opzetting
▪ Meestal gepaard met lek in tricuspid klep: je ziet een welving/deining (het is
niet pulserend)
▪ Vulling jugularis INTERNA hoger dan ½ vd halshoogte = teken van overvulling
• Inspectie
o Centrale cyanose (mucosa) ~ hypoxie, RL-shunt
o Perifere cyanose ~ lage cardiac ourput
o Lipiden neerslag: vnl bij ptn met familiale ernstige hyperchol
▪ Bij jonge ptn: wees bedacht op onderliggende metabole stoornis
o Perifeer vaatlijden
▪ Ernstige claudicatio: ptn laat been uit bed hangen → bloed komt in benen
▪ Benen omhoog: w wit
o Extremiteiten: Raynaud, trommelstokvingers, Janeway letsels, blue toe syndroom
(embool in kleine arteriëren)
• Oedemen
o Pitting: putjes die enkele seconden blijven
o Lymfoedeem: je kan geen putjes duwen, voelt hard aan (obstructie thv lymfesysteem)
2
, o Veneuze patho (met complicaties)
• Inspectie en palpatie Ictus Cordis
o Basis: 2e toon is luider
o 4e of 5e ICR li, medioclaviculair
o Lokaliseren door inspectie of palpatie
o Amplitude
▪ Toename (LVH, magere persoon,
▪ Hyperthyreose, anemie, koorts,...)
▪ Afname (obesitas, emphyseem,
▪ Hartfalen, spiermassa, borstweefsel,...)
o Verplaatsing
▪ Naar onder: LVH
▪ Naar lateraal: LV dilatatie
▪ Parasternaal links: RVH
▪ Varia: dextrocardie, pneumothorax, atelectase
• Hartauscultatie
o 3e toon: extra toon die optreedt bij vulling li hartkamer/ventrikel = galopperend paard
o Typisch bij hartfalen en verhoogde vullingsdrukken
o Intensiteit
▪ 1/6 zeer zacht
▪ 2/6 zacht, maar steeds te horen
▪ 3/6 matig luid
▪ 4/6 luid, met thrill
▪ 5/6 zeer luid, met/zonder thrill stethoscoop deels vrij
▪ 6/6 zeer luid, met/zonder thrill stethoscoop los van thorax
3
, o Geruis: vernauwde kelp of lekkende klep
▪ Vernauwd: geruis in systole (bloed uit li hartkamer door AO-klep en daardoor
ontstaat ruw geruis)
▪ Lekkende klep (insufficiëntie): mitraalklep lekt (bloed ontsnapt uit li
hartkamer en keert terug nr li voorkamer) → zacht geruis (zoals een ballon die
je zachtjes los laat)
2. Cardiale onderzoekstechnieken
• Functionele testen en beeldvorming
2.1 Functionele testen
2.1.1 Elektrocardiogram
A. Interpretatie
• Registratie elektrische activiteit hart in RUST
o Vectorsom vd depolarisatie en repolarisatie potentialen van alle myocardcellen
▪ Alle cellen depolariseren en repolariseren en sturen ene vector uit → alle
potentialen gaan aan opp vh lichaam een discreet pot genereren →
o Genereert aan de oppervlakte (huid) potentiaalverschillen van ± 1 mV
4