Pedagogische filosofie 2020-2021 Mart Gerits
PEDAGOGISCHE FILOSOFIE
THEMA 1: (ON)AFHANKELIJKE INDIVIDU
Doelstelling: student kennis geven over discussie (on)afhankelijkheid van het subject: dominante
kaders in onze samenleving, en deze kaders nuanceren.
Vraag (achter het thema): Wie neemt de beslissingen die we nemen (naar welke muziek je luistert,
welke opleiding je volgt, …)?
Perspectief: Als antwoord op de centrale vraag (hierboven) bestaat in onze samenleving een
dominante visie: een individu neemt onafhankelijk beslissingen. Met als makkelijk gevolg: individueel
schuldmodel. Het perspectief waar dit hoofdstuk van vertrekt is dat deze dominante visie niet
noodzakelijk is (o.a. omdat die erg recent is) en zelfs niet echt waar is (vandaar het belang om te
wijzen op de afhankelijkheid van het individu (deel 2 v/h hoofdstuk).
1. INTRODUCTIE VAN HET THEMA
Rode draad doorheen het hoofdstuk: nuanceren is belangrijk, in het midden laten (denk ik?)
Op het examen kan hij een vraag stellen over de leerstof en kunnen koppelen aan de rode draad, hoe
dit in de constructie van het thema
2. HET ONAFHANKELIJKE SUBJECT
Subject, typisch filosofische term = jezelf/individu: dat wat onder alle veranderingen hetzelfde blijft
(letterlijk: het onderliggende).
Ø “I never can catch myself at any time without a perception and never can observe anything
but the perception.” D. Hume
o Ik doe/deed, voel, hoor,… zijn allemaal waarnemingen maar dat denkende ‘ik’
kunnen we niet vastnemen. Veel filosofische discussies over
o We zijn individuen en kunnen over onszelf spreken als een ‘ik’
Ø Geen makkelijk fenomeen, het veranderd voortdurend. Jij als 2 jarige is anders dan jij nu,
maar toch dezelfde persoon
Ø Geldt ook voor fysieke, geen enkele cel is nog hetzelfde
Vandaag vanzelfsprekendheid dat we onafhankelijke subjecten zijn:
Ø Wie kiest er wat je vanmiddag eet? Waarom luister jij naar jouw muziek? Waarom heb jij die
studentenjob aangenomen? Waarom deze studie.
o ‘Ik’ heb dat gekozen, ‘Ik’ vind dat leuke muziek, ‘ik’ vind dat mooi…
We leven in een keuzesamenleving zeggen sociologen: school, carrière, partner,…
Ø Voordeel: vroeger waren keuzes niet vanzelfsprekend maar moesten ze luisteren naar hoger
subsysteem
Beeld: we maken een afweging van vele argumenten, en nemen een beslissing.
à Die afweging en die beslissing, dat zijn we zelf. Teveel leunen op anderen = andere de keuze voor
jou laten maken, zien we als een zwakte.
= Idee van het onafhankelijk subject ‘uitzonderlijk’ in de geschiedenis. Recent beeld, Vroeger zou
zelfs de studie, job, kledij niet als vrije keuze
1
,Pedagogische filosofie 2020-2021 Mart Gerits
2.1 HET SUBJECT VOLGENS DESCARTES
René Descartes (1596-1650) = vader van de moderne filosofie, iets nieuw ontstaan, afzetten
tegenover de filosofie die ervoor leefde
Zien hem als een ‘breukfiguur’:
Ø Zelf te denken (fundament van de latere verlichting (cf. Kant))
o Hij voerde een denkexperiment uit en nodigde uit om zelf na te denken
Ø Geloof/traditie niet fundament om van te vertrekken in het denken
o Als je zelf gaat nadenken, breekt van het idee hoe ons geloof/traditie het vertelt
Descartes’ wereld: vrij plotseling vooruitgang in de wetenschappen (>< filosofie)
Ø Owv methode: vertrekken van zekerheden en daarop verder bouwen (vb. axioma’s in de
wiskunde)
Ø Vooruitgang werd als gevaarlijk ervaren
Ø Geneeskunde: Vesalius werd beroemd omdat hij gedurfd heeft wat niemand durfde (lijken
opensnijden) want dat was breken met de traditie, hij was er van overtuigd dat als we weten
hoe het lichaam is, we verder gaan komen.
Ø Fysica: astronomie (hoe het heelal in elkaar zat) vroeger dacht men dat aarde centrum van
de wereld was, zo stond het ook in de bijbel. Iemand schreef een boek over dat alles er op
wijst dat de aarde rond de zon draait, zo ontstond een nieuw wereldbeeld. Copernicus
schreef het boek in een dialoogvorm ‘stel je eens voor moest dat zo,… En gaf dat pas af op
zijn sterfbed omdat breken met de traditie gevaarlijk was
2.1.1 DESCARTES TWIJFELEXPERIMENT
Zoektocht naar zekerheden à eerst aan zoveel mogelijk zaken twijfelen. Als je ergens op staat waar
je zeker van bent, is er niks om over te twijfelen
Afvragen: ‘kan ik er aan twijfelen?’ à Traditionele kennis, zintuigelijke kennis, inhoud ideeën, God,…
Ø ‘Cogito ergo sum’ (ik denk, dus ben (besta) ik) (idée claire et distincte)
Ø Individualiteit (dadelijk meer)
Ø Rationalisme
o Redelijkheid, waarheid komt uit de reden.
Ø Antropocentrisme (de mens is de meester en bezitter vd natuur = ”maitre et possesseur de la
nature”), tav God (blijft wel geloven) en tav de wereld
Ø Onderscheid Subject – Object: de wereld staat buiten ons (‘objectieve positieve
wetenschappen’)
o Wp’ers hebben elk hùn bril, ook SW’ers: je moet niet objectief leren kijken
2.2 INDIVIDUALISME
Centrale vraag: wie ben ik? Wat maakt dat ik doe wat ik doe?
àBeeld: er bestaat een ‘ik’, en dat gaat de wereld ontdekken en handelen
Ø Neutrale betekenis: Individu onafhankelijk persoon staat eerst en vooral op zichzelf, sociale
relaties komen ‘daarna’.
Ø Negatieve waardengeladen betekenis: individualist/egoïst: geen rekening houden met een
ander, steeds (of overwegend) kiezen voor het eigenbelang
Ø ‘Ik denk, dus ben ik’ (alleen op de wereld: dat geeft echte waarheid, want Descartes
betwijfelde ook de traditie)
o In alledaagse beeld: ‘denk er nog maar eens goed over na, zonder je maar even af’
o Leidt tot universalisme: denken maakt zich los van je cultuur en historische
bepaaldheid, en zou zo voor iedereen tot hetzelfde resultaat moeten leiden.
Zelf kunnen kiezen, ook nieuwe wegen kunnen opgaan.
2
, Pedagogische filosofie 2020-2021 Mart Gerits
2.2.1 POSITIEVE GEVOLGEN INDIVIDUALISME
Positief: individualisme = basis van:
Ø Verlichting: ‘sapere aude’ (durf te denken / Kant: “Aufklärung ist der Ausgang des Menschen
aus seiner selbsverschuldeten Unmündigkeit”)
Ø Mensenrechten: elk individu beschermen omdat ze ook nu hun eigen keuzes mogen maken
Enorm populair
Ø Enorme ontwikkeling door zich los te maken van verstikkende tradities. (Begrijp GOED waar
het vandaan komt à toont belang en relevantie.)
Ø Ontwikkeling op vlak van vele wetenschappen en economie
o Technologische ontwikkeling bv
Ø Visie op de mens als vrij van anderen (tegen lijfeigenschap, slavernij, onderdrukkende
staat,…)
o Gaf ‘taal / woorden’ aan al lang ervaren onrechtvaardigheden.
o Recht om als individu te bestaan
Het onafhankelijke individu ten top, een dominante visie :
Ø Ayn Rand, Atlas Shrugged (De kracht van Atlantis) vrouw met de handschoen
o Is een filosofe, schrijfster
o Neo-liberaal economisch model (‘greed is good’)
§ Meer verkocht dan de bijbel terwijl de protestante christenen ‘verplicht’ zijn
de bijbel te lezen
§ Wat wij moeten doen om samen te leven: zo weinig mogelijk inbreng van
anderen, eerst naar onszelf denken
§ Economische vrije markt, je moet voor alles geld vragen
• Rand zegt dat je kan helpen maar dan wil ik iets in de ruil, aan je
eigen belang denken
o Invloed tot in de hoogste beslissingsorganen
§ Zelfs tot in de Amerikaanse economie
§ Systeem gebaseerd op haar ideën
Ø Post Modernisme (Zygmunt Bauman, Liquid Modernity)
o Vandaag stellen individuen zelf hun identiteit samen
o Er zit geen vaste structuur meer in culturen: mensen veranderen vaak van culturele
identiteit. Is ‘vloeibaar’ geworden
o Sinds jaren ’60-’70: op zoek naar je authentieke, innerlijke ‘ik’: die staat los van
tradities
2.2.2 KRITIEK OP INDIVIDUALISME
Negatieve gevolgen:
Ø Individuele keuzes geven verantwoordelijkheid: individuele verdienstemodel = individuele
schuldmodel
o Keerzijde van dezelfde medaille
§ Het is jouw verantwoordelijkheid, jij hebt die keuzes gemaakt, zorg maar zelf
dat je terug op je voeten komt
Ø Keuzesamenleving geeft keuzestress en keuzevermoeidheid
o Op een bepaalde leeftijd nog te moeilijk om keuzes te maken
3