Samenvatting
Ontwikkelingspsychologie
Deel 1: ontwikkeling van het kind
1.Een inleiding in de ontwikkeling van het kind |
p. 4 -21
1.1 Een oriëntatie op de ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie (of levenslooppsychologie)= wetenschappelijke studie naar patronen van
groei, verandering en stabiliteit van conceptie tot de ouderdom, maar met een accent op de jaren tot
de volwassenheid, waarin veranderingen elkaar het snelst opvolgen.
‘ontwikkeling’ (= genese, ontvouwen)
metafoor: rups die ontwikkelt tot vlinder
o Lichamelijke groei & veranderingen in psyche v individuen beïnvloed door ontwikkeling v/d
samenleving
o Ontwikkeling = groei, toename, stabiliteit, voortgang & teruggang, afbraak, aftakeling
Ontwikkelingspsychologen houden zich bezig met groeien, veranderen & stabiliteit
Vb. In welke periode & gebieden in het leven groeit en veranderd men? Hoe komt hun gedrag
overheen met eerder gedrag?...
- Kenmerken ontwikkeling:
Continu proces in tijd, niet te stoppen
Niet omkeerbaar, onveranderlijk
Globaal (grote zaken) naar gedifferentieerd (verfijnd)
vb. baby eerst rijgen >> mooi grijpen, tellen >> rekenen
- Aanverwante begrippen:
Groei (fysiek) vb. lengte, groei hersenen
Rijping vb. sluitspieren (voor zindelijkheidstraining)
Leren: stimulatie v/d omgeving nodig vb. moeder biedt zvl mogelijk materialen aan het kind
1
,1.1.1 De reikwijdte van het vakgebied
- Onderzoek naar ontw. kinderen verdeelt in 4 thematische gebieden: zie pagina 8 & 9 voor meer vb.
Thematisch gebied Focus Voorbeelden
Fysieke ontwikkeling Studie naar de invloed v/h lichaam ~ Effecten v/h seksuele
op het gedrag rijpingsproces tijdens de
=> Focus: invloed hersenen, ZS, adolescentie op gedrag
spieren, zintuigen & behoefte aan ~ Wat zijn de voordelen van
eten, drinken & slaap op gedrag borstvoeding?
~ Effecten v ondervoeding op
groeitempo?
Cognitieve ontwikkeling Studie naar invloed v groei & ~ Invloed veranderingen in
verandering in intellectuele intellectuele vermogens op
vermogens op gedrag gedrag
(o.a. leren, geheugen, ~ heeft tweetaligheid voordelen?
probleemoplossing, intelligentie) ~ culturele ≠ in hoe leerlingen
successen & mislukkingen
verklaren?
Sociale ontwikkeling Studie naar interacties v mensen & ~ Evolutie vriendschappen in
hoe hun sociale relaties in de loop kindertijd
v hun leven groeien, veranderen & ~ Wat is de beste manier om
stabiel blijven kinderen gewenst gedrag te
leren?
Hoe speelt de impact v/d ander in ~ Hebben kinderen die gepest
de verschillende levensfasen? worden eig. gemeen?
Persoonlijkheidsontwikkelin Studie naar stabiliteit & ~ Bezit een mens gedurende zijn
g veranderingen in eigenschappen leven stabiele karaktereig.?
die personen v elkaar
onderscheiden
- Ook een kijk naar leeftijdsgroepen & individuele verschillen:
Prenatale periode conceptie – geboorte
Babytijd 0-1 jaar
Peutertijd 1-3 jaar
Kleutertijd 3-6 jaar
Lagere schooltijd 6-12 jaar
Adolescentie 12-20 jaar
Volwassenheid 20-60 jaar
Oudere volwassenheid/ouderdom > 60 jaar
Groepen= sociale constructie= idee die breed geaccepteerd is, maar afhangt van v/d
maatschappij/cultuur op een moment
Soms duidelijke grenzen, soms artificieel: vb. van niet precieze afgebakende grenzen;
o Bv. overgang schooltijd >> adolescentie: grens gebaseerd op begin v/d seksuele rijpingsproces
kan sterk variëren
puberteit soms bestudeert als aparte levensfase (meisje= 11/12j & jongen= 13/14 j)
in deze cursus: adolescentie= puberteit & periode nadien
o Bv. Prepuberteit: periode voorafgaand aan puberteit met hormonale veranderingen
opkomende volwassenheid als aparte levensfase
o Grote individuele verschillen ontwikkelingspsychologie: gemiddelden!
2
, Ontwikkelingspsychologie
=> Algemene veranderingen & gedragsreorganisaties die iedereen doormaakt bij ouder worden
=> Ontwikkeling als een normatief gegeven
- Maar ook aandacht voor:
Individuele ontwikkeling = individuele variatie rond het normatieve verloop v/d ontwikkeling
o Naarmate het kind ouder wordt, wordt de variatie tss mensen groter.
Wrm? hoe ouder je wordt, hoe groter de impact v omgevingsinvloeden
vb. voeding, financiële situatie, werken vinden?... => verschilt voor elk van ons
Verruiming sociale netwerk, normatieve gebeurtenissen, Cohorten
1.1.2 De invloed van de cohorten op de ontwikkeling
Cohort = een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek is geboren
Leden v. dezelfde cohort delen aantal omgevingsfactoren & hebben mogelijks gelijke invloed
Vb. Economische toestand, epidemieën (corona), oorlogen, hongersnoden...
Normatieve gebeurtenissen= gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen een groep
op dezelfde manier voltrekken
- Verschillende soorten invloeden op de ontwikkeling:
1. Normatieve historisch bepaalde invloeden (ook wel cohorteffecten)
Biologische & omgevingsinvloeden verbonden aan specifieke historisch moment
Vb. 9/11, corona, atoombom, rampen, technologische ontwikkelingen, economische groei
2. Leeftijdsgebonden invloeden
Biologische & omgevingsinvloeden gelijk voor mensen in bepaalde leeftijdsgroep,
‘ongeacht’ wnr of waar ze opgroeien
Vb. maandstonden krijgen, start schoolcarrière, menopauze, puberteit bereiken
3. Normatieve sociaal-cultureel bepaalde invloeden
Vb. Sociale klasse, ethische afkomst, lidmaatschap subculturen (kledingswijze, muziekstijl)
4. Niet-normatieve gebeurtenissen
Atypische gebeurtenissen op tijdstip dat dit meeste anderen uit die groep niet overkomt.
gebeurtenissen die zich voordoen bij 1 persoon en niet bij de anderen
kinderen kunnen zelf ook bijdrage bij ontstaan van deze gebeurtenissen
Vb. 9 J. & mama sterft, Studeren met achtergrond (zeer) lage SES, (Barack Obama), grote
prijs winnen (literatuurprijs)
1.1.3 Vraagstukken bij de thema’s van de ontwikkelingspsychologie
I. CONTINUE VS DISCONTINUE VERANDERING “ VOLSTREKT DE ONTW. ZICH
DISCONTINUE / CONTINUE?”
Continue verandering= geleidelijke kwantitatieve ontwikkeling, waarbij prestaties op een
bepaald niveau voortvloeien uit op de vorige niveaus
o Geleidelijke, kwantitatieve verbetering (te make met hvlh)
o Onderliggende processen blijven gehele levensduur gelijk
vaardigheden/kenmerken veranderen niet in aard, maar in omvang
Bv. Lengtegroei, toename hersencapaciteit (steeds sneller lezen proces blijft gelijk)
Discontinue verandering= ontwikkeling in aparte stappen/stadia, waarbij elk stadium gedrag
oplevert dat kwalitatief anders is dan gedrag in eerdere stadia
3
, o Kwalitatieve verandering: qua inhoud & hoedanigheid anders dan eerder
Bv. Cognitieve ontwikkeling(?), kind stopt plots met in bed plassen
En - en: sommige ontwikkeling meer continu, andere meer discontinu
II. Kritieke & gevoelige perioden: de invloed v/d omgeving
- VROEGER: Kritieke periode = specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis
de grootste – en zelfs onomkeerbare - gevolgen heeft
• Onomkeerbare consequenties door aan- of afwezigheid van bepaalde
omgevingsfactoren/blootstelling aan bepaalde stimuli (prikkels)
Bv. Prenataal: medicatiegebruik moeder -> grote invloed ontwikkeling kind
Bv. hechting in eerste levensjaren? (verwaarlozing, misbruikt -> hechtingsproblemen)
- NU: Plasticiteit = mate waarin een ontwikkelend gedrag/fysieke structuur gewijzigd kan worden
Bv. Plasticiteit hersenen, adoptie? (verwaarlozing 1 ste levensjaren gedeeltelijk tegenwerken)
- NU: gevoelige periode= periode, meestal vroeg in het leven, waarin mensen extra gevoelig zijn
voor bepaalde omgevingsinvloeden & sterk ontvankelijk voor leren v specifieke vaardigheden
• Periode waarin bepaalde vermogens optimaal naar voren komen
• Kinderen bijzonder gevoelig voor omgevingsinvloeden bv. jong zijn= makkelijk 2e taal leren
• Aan- of afwezigheid v bepaalde omgevingsfactoren hoeft niet tot onomkeerbare consequenties
te leiden (latere ervaringen kunnen tekorten opheffen)
III. Levensloopmodel Vs. focus op specifieke perioden
- Op welke perioden moeten ontwikkelingspsychologen hun aandacht richten?
1) VROEGER: vooral focus babytijd & adolescentie
2) NU: In ELK levensstadium is sprake v groei & verandering
Reden?
o Ontdekking elke levensstadium doorgaat ontwikkelingsgroei & -verandering
o Grote invloed sociale omgeving op ontwikkeling kunnen begrijpen
Bv. Samenhang levensloop ouders & kinderen: kind meer kans behalen diploma hoger
onderwijs indien moeder dit ook heeft…
Bv. intellectuele vermogens volwassenen (taal)
IV. De relatieve invloed van nature en nurture op de ontwikkeling
Nature-nurturedebat= discussie over oorsprong van ons gedrag en eigenschappen; in hoeverre
komen ze voort uit onze aanleg & in hoeverre uit onze opvoeding en leefomgeving?
- Welke eigenschappen zijn aangeboren & welke aangeleerd?
1) Nature = genetisch bepaalde eigenschappen, vermogens & capaciteiten
o Maturatie: geleidelijke ontvouwing v voorbestemde genetische info
o Biologisch georiënteerde theorieën
o Endogeen bepaald Bv. Oogkleur, aanleg voor atletiek, veel haar/weinig?...
4