1ste bachelor criminologie: Grondslagen van het (straf)recht
Hoofdstuk 1: recht en rechtswetenschap
Wat is recht?
Definitie:
een rationeel opgebouwd geheel van precies afgelijnde begrippen en normen waaraan van
overheidswege opgelegde, minstens van overheidswege erkende, sancties kleven, die langs
(evenzeer genormeerde) instellingen kunnen worden afgedwongen en waarvan de
bedoeling is de orde in de samenleving te organiseren, te handhaven of te herstellen.
- Rationeel opgebouwd geheel:
Alles is logisch opgebouwd
Rede is belangrijk, maar het is niet harteloos
- Begrippen, normen en instellingen
Strikter jargon dan in de volkstaal
Correct communiceren onder vakgenoten, verstaanbaar voor grote publiek
- Maatschappij te ordenen
Organiseren (regels), handhaven (veiligheid garanderen), herstellen (sancties)
Discussie over (de)regulering
- Sancties van overheidswege
Overheid heeft een geweldmonopolie (rechtshandhaving)
= als enige bevoegd om het recht op te leggen en af te dwingen (straffen)
Door overheid erkend vb. verborgen gebrek
- Rechtsstelsels
Civil law/continentaal systeem, algemene codificatie van rechtsnormen belangrijk, ze
vullen aan op de bestaande wetgeving
Common law/rechtersrecht, de rechtspraak is de draaischijf wegens gebrek aan
gedetailleerde wettelijke regels, contracten zijn dus meer gedetailleerd
Recht versus…
… rechtvaardigheid
= het doel, maar niet het middel
Rechters volgen een beleid met onder- en bovengrens en hebben dus weinig marge
1
,Positief recht = rechtsregels vastgelegd door de overheid en bindend voor alle burgers, te
vinden in de wetten en rechtspraak.
Natuurrecht = rechtsregels afgeleid uit de natuur of het wezen van de mens, zou voor
iedereen ‘vanzelfsprekend’ moeten zijn
… rechtswetenschap
= iedereen wordt geacht de wet te kennen, nemo censetur ignorare legem
onmogelijk, juridische fictie
Rechtsdwaling (= de wet niet kennen) is geen geldig verweer
Gediplomeerde juristen voor de juridische beroepen
uitzonderingen: lekenjury ( hof van assisen ), lekenrechters ( arbeids- en ondernemingsgerechten ), …
… rechtspraktijk
= wettelijke en werkelijke wereld is niet gelijk
vb. Rechter maakt fouten, personeelsgebrek, kosten, beleidskeuzes, …
… rechtsbedeling
Verbod op eigenrichting = men kan zelf niet sanctioneren zonder tussenkomst van de
overheid, dit kan slechts via gerechtelijke procedure.
Gerechtelijke dwaling = rechters verschillen van mening of maken fouten.
Twee soorten rechten
Privaatrecht = beheerst relaties tussen particuliere personen, horizontale relaties
Publiekrecht = beheerst verhoudingen tussen de overheid en privépersonen, verticale
verhoudingen
Publiek-private samenwerking (PPS)
Jurisdictioneel monisme = afschaffing van de administratieve rechtbanken omdat beide
soorten verhoudingen door hetzelfde recht moeten beheerst worden.
- Belang van onderscheid
1. Verschillende rechtbanken ( horizontale verhouding: burgerlijke rechtbanken,
verticale verhoudingen: administratieve en strafrechtbanken )
2. Verschillende terminologie
3. Verschillende denkcategorieën
4. Heuristiek ( = bronnen, wetboeken, databanken, … )
2
, - Criteria voor het onderscheid
1. Vanuit geweldmonopolie gesteld? publiekrecht
2. Functioneel criterium: nemen van derdenbindende beslissingen publiekrecht
3. Nutcriterium: algemeen belang publiekrecht
Internationalisering
‘Supranationaal’ – vb. Europese Unie
rechtstreeks werkend: verordening
niet-rechtstreeks werkend: richtlijnen
‘Internationaal’ – vb. Internationaal privaat recht (IPR)
Subsidiariteitsbeginsel:
toepassen van internationaal recht wanneer het nationaal recht daar niets over bepaalt.
Hoofdstuk 2: basisbegrippen en indeling van het recht
Normen, regels, wetten
Normen = gedragsvoorschrift dat betrekking heeft op een onbepaald aantal situaties
Materiële wetten = uitgaande van de overheid, voor iedereen brede zin
Formele wetten = uitgaande van de wetgever; alle wetten, decreten ( gemeenschaps- en
gewestmateries ) en ordonnanties ( Brussels gewest )
- Juridische normen worden via de overheid gesanctioneerd = middel om de naleving
van een voorschrift af te dwingen.
- Hulpregels kunnen in combinatie met andere rechtsregels gesanctioneerd worden
Vb. Minderjarigen zijn onder de leeftijd van 18 + minderjarigen mogen geen alcohol kopen.
- Indirecte sancties ( burgerlijke aansprakelijkheid )
Juridisch reflex: Is de sanctie ernstig genoeg om de norm na te leven?
Gebiedende normen: als A, dan B
Vb. Schuldig verzuim
Verbiedende normen: als C, dan niet D
Vb. Moord
3
, a) Dwingende of imperatieve regels
Verboden af te wijken, verplicht te volgen
Vb. officieel trouwen moet met een ambtenaar van de burgerlijke stand
Gewone dwingende regels Regels van openbare orde
bescherming Individu/groep Fundamentele maatschappij
sanctie Relatieve nietigheid Absolute nietigheid
vb. bedrog bij aankoop van auto
b) Aanvullende of suppletieve rechtsregels
Kan afwijken indien er overeenkomst is met de tegenpartij
Voor rechtseconomisch voordeel
Vb. de prijs afspreken bij een aankoop
Algemene normen en individuele bevelen
- Algemeen/reglementair rechtsvoorschrift
vb. nieuwe regel voor iedereen of voor huurders (categorieën)
- Individueel rechtsvoorschrift
vb. omgevingsvergunning voor bedrijf
Criterium: ° in concreto: andere norm louter toepassen - individueel
° in abstracto: andere norm verduidelijkt - algemeen/reglementair
Belang van onderscheid:
° toepassingsgebied: voor wie?
° weten welke rechtbank bevoegd is
vb. Raad van State, afdeling Wetgeving: advies voor algemene besluiten
Raad van State, afdeling Bestuursrechtspraak + Grondwettelijk hof: controlerende rol
Objectief en subjectief recht:
Objectief recht = de normen, regels en wetten voor iedereen
Subjectief recht = individuele, persoonlijke rechtsaanspraak, afdwingbaar, toegepast
- Belang van onderscheid
Objectief contentieux: geschil tussen burger en overheid (overheid heeft
beoordelingsvrijheid) Raad van State, afdeling Bestuursrechtspraak + Grondwettelijk hof
Objectieve aansprakelijkheid: iemand moet instaan voor bepaalde gevolgen op basis
van een bepaalde regel of hoedanigheid, niet persoonlijk
4