Examen voor dit vak is op zaterdag 23 januari 2020
Gelijkheid van schuldeisers (les van 28 oktober)
Hoe wordt het geld verdeeld onder schuldeisers als er niet genoeg is?
Gelijke berechtiging van schuldeisers ten aanzien van het vermogen
- Eerste regel: Wie eerst komt, eerst maalt
Wie iets pakt, heeft het = lura vigilantibus = wie eerst beslag kan leggen op de goederen
heeft het : komt niet vaak voor, omdat beslag leggen lang duurt, je moet naar de rechtbank
voor een uitvoerbare titel, proces kan jaren duren.
- Samenloop van schuldeisers: als verschillende schuldeisers samen claimen op een goed =
samen delen van de opbrengst van de verkoop = gelijk verdeeld in verhouding tot zijn
vordering = pons-pons-gewijze verdeling. In functie van de beschikbaarheid van goederen
krijgt iedereen zijn stuk van de schuldvordering. Het faillissement is hier een goed voorbeeld
van.
Uitzonderingen op gelijke behandeling bij samenloop:
- Voorrecht= recht dat de wetgever geeft aan een schuldeiser, waardoor hij voorrang heeft, hij
krijgt eerst zijn geld, voor alle andere schuldeisers
2 grenzen: wat is de schuldvordering die voorrang heeft?
Op welk onderpand geldt die voorrang?
Wie heeft voorrang:
Op alle goederen: dit heet een algemeen voorrecht
- De wetgever, de staat = de fiscus = heeft voorrang op ALLE goederen = altijd eerst!
- De sociale zekerheid heeft algemeen voorrecht op ALLE goederen
- Alle andere publieke schuldeisers hebben ook voorrang op de gewone schuldeisers en op
ALLE goederen
Bijzonder voorrecht voor particulieren op bepaalde goederen:
-voorrecht van de verhuurder van een onroerend goed: voor huurprijs, onderpand = alle roerende
goederen die in het onroerend goed staan (verhuurder heeft voorrang op alle meubelen die in je kot
staan, als je de huur niet betaalt)
o Als de waarde van de meubelen onvoldoende is: voor het saldo van de vordering is hij niet
bevoorrecht, hij wordt dan een schuldeiser zonder voorrecht en moet in de rij van de
schuldeisers gaan staan voor het bedrag dat hij nog tegoed heeft na verkoop van de inboedel
o Als de waarde van de meubelen meer is dan de huurschuld, krijgt de verhuurder zijn geld en
gaat de rest van het geld naar eventuele andere schuldeisers
-Voorrecht voor de kosten tot behoud van de zaak: huis, regent binnen, dakwerker komt dak maken,
vordering van 20.000 euro op huiseigenaar, die kan niet betalen en het huis moet verkocht worden
om de schulden te betalen. De dakwerker heeft kosten gemaakt om het huis te behouden, dat geeft
hem voorrang bij verkoop van het huis, want hij heeft ervoor gezorgd dat het huis nog intact is, zodat
,de andere schuldeisers toch nog een huis hebben, dat iets opbrengt bij verkoop. Het is dankzij de
dakwerker dat de anderen nog iets krijgen, daardoor heeft hij voorrang voor de gemaakte kosten.
-Voorrecht van de begrafenisondernemer, menselijk gezien is een begrafenis belangrijk
- .. er zijn een 10-tal voorbeelden, maar bovenstaande zijn de belangrijkste
Je kan zelf een voorrecht onderhandelen = zakelijk zekerheidsrecht
- Pand : op een roerend goed
- Hypotheek : op een onroerend goed
Soms wordt er een bevoorrechte positie afgesproken tussen schudeiser en schuldenaar. Een zakelijk
zekerheidsrecht is dus een afspraak tussen schuldeiser en schuldenaar, waardoor de schuldeiser op
een bepaald goed of een geheel van goederen bevoorrecht wordt en dus eerst betaald zal worden.
A en B spreken bv af dat A eerst wordt uitbetaald, schuldeisers C, D, .. worden benadeeld door dit
voorrecht. Indien de bank bv een hypotheek heeft op je huis, is dat slecht nieuws voor andere
schuldeisers.
Minimum voorwaarde om dit toe te laten: publiciteit = je moet de derde de kans geven om dit te
checken. Daarom moet het zakelijk recht ergens ter inzage liggen.
o Hypotheekregister: een register voor onroerende goederen waarin je kan zien of er al
schuldeisers voor je zijn, die eerst uitbetaald zullen worden. Als je ziet dat er een hypotheek
op een huis is, weet je dat je als gewone schuldeiser geen beslag zal kunnen laten leggen op
het huis.
o Roerende goederen: register: moeilijker: die voorwerpen bewegen, je kan ze weggeven. Als
je zeker wil zijn dat je als eerste recht hebt op het roerend goed bij niet betaling, kan je het
best bij je houden, het goed fysiek aan je laten afgeven door de schuldenaar.
Voorrang is nooit meer waard dan de waarde van het onderpand, zowel bij hypotheek als bij pand
Hoe verdeling: schuldeiser met zakelijk zekerheidsrecht komt altijd eerst ten opzichte van de gewone
schuldeiser! Ook als het tegoed van de schuldeiser met zakelijk zekerheidsrecht dateert van na de
schuldvordering van de gewone schuldeiser.
Als je zeker wil zijn om je geld te krijgen MOET je een zakelijk zekerheidsrecht bedingen.
Wat als er 2 zakelijke zekerheidsrechten zijn? Wie het eerst heeft gevestigd, komt eerst (vb
hypotheek in eerste rang, dan hypotheek in tweede rang en dan pas de gewone schuldeisers)
Schuldeisers met voorrang = bevoorrechte schuldeisers
Alle andere schuldeisers = chirografaire schuldeisers (krijgen meestal bijna niets)
Persoonlijke zekerheid:
-De borg
,= afspraak tussen schuldeiser en de borg, dat wanneer de schuldenaar niet betaalt, de borg in de
plaats van de schuldenaar betaalt
= zekerheid voor de schuldeiser (vb voor de bank, zodat ze zeker is dat ze haar geld heeft). Dit
gebeurt bv als de schuldeiser de schuldenaar niet vertrouwt en echt zeker wil zijn dat hij zijn geld
terugkrijgt. Hij vraagt dan aan de schuldenaar om iemand te zoeken die borg wil staan voor de
schuld, die dus de schuld zal terugbetalen als de schuldenaar het niet kan.
Het is gevaarlijk om borg te staan voor een schuld van iemand anders, omdat het probleem er nog
niet is als je je borg stelt, maar de problemen komen pas als het slecht uitdraait en de schuldenaar
niet kan betalen, je riskeert veel en je hebt er geen controle over.
Borg = een bijkomend vermogen waarop de schuldeiser zich kan verhalen
Faillissement
Voorbeeld: winstgevende treinmaatschappij met 1 trein (waarde 100), een spoor (waarde 300),
station Leuven (waarde 200), station Brussel (waarde 100), contract met werkgevers (waarde 100) =
samen een waarde van 800
Wil je verkopen:
o -brengt meer op: als je in zijn geheel verkoopt, brengt het meer op. Het geheel is meer waard
dan de som der onderdelen (je kan met het geheel tickets verkopen = brengt op. Verkoop je
bv de trein of het spoor, heeft de onderneming alleen nog de waarde van de overblijvende
individuele onderdelen, de startionsgebouwen)
Meerwaarde = going concernwaarde of goodwill vb 1400 = waardering = voorspellen
hoeveel het zou kunnen opbrengen in de toekomst = een verwachting = onzeker
o -brengt minder op bij een onderneming die slecht draait en geen perspectief heeft (niemand
koopt ooit een ticket maar vaste kosten blijven)
Stel: ik, als eigenaar van de treinonderneming, moet 100 euro steenkool betalen om de trein te laten
rijden, maar ik kan het niet betalen. De steenkoolverkoper heeft een uitvoerbare titel om beslag te
leggen, waarop? Op de trein? Op het station? De trein brengt 100 euro op. De steenkoolverkoper is
betaald. 1400 – 100 = 1300 blijft over in de onderneming zou je zeggen, MAAR, eigenlijk is de
onderneming maar 700 meer waard. Niemand koopt nog tickets als de trein weg is, de going concern
waarde is weg.
Onderpand voor andere schuldeisers is ook weg, want de trein is weg. = commun pool problem = vb
er is een vijver waar je met 6 mag in vissen, niet goed om hem meteen leeg te vissen, beter goed
verzorgen en elk maar klein beetje vissen, zodat vissen kleine visjes maken = ook bij onderneming zo.
Maar er zal toch altijd 1 van de 6 alle vis vangen, uit angst omdat de anderen anders de vissen
vangen. Dan hebben de andere vissers niets.
Oplossing: het faillissement = procedure waarbij in 1 klap beslag wordt belegd op ALLE goederen van
een schuldenaar ten behoeve van ALLE schuldeisers. Er komt 1 curator die alles overneemt en alles
verdeelt op een collectieve en geordende manier.
De curator heeft de mogelijkheid om zoveel mogelijk te verzilveren en de onderneming als een going
concern te verkopen.
Alleen ondernemingen kunnen failliet gaan. (personen NIET)
, Waarom faillissement?
Faillissement dient in de eerste plaats om de schuldeisers tegen mekaar te beschermen = bewaren
van going concern waarde, zodat de ene niet met alles lopen is en de andere niets heeft. Om ervoor
te zorgen dat het bedrijf nog zoveel mogelijk opbrengt.
ten tweede om de schuldeisers gelijk te behandelen. De insiders (zaakvoerder, moeder van de
zaakvoerder die een lening gegeven heeft, ..) weten eerst dat het slecht gaat en kunnen zichzelf
bevoordelen, waardoor de andere schuldeisers benadeeld worden.
Curator is een neutraal en gespecialiseerd bewindvoerder, heeft een breder zicht omdat hij
onafhankelijk is. Hij heeft de rechten van de schuldeiser en van de schuldenaar. Curator bundelt alle
rechten van beide partijen, hij kan zaken doen die beide partijen kunnen doen. Hij heeft 2 petjes op.
Is een advocaat met gespecialiseerde opleiding. Eens er een curator is, kan de zaakvoerder geen
enkele handeling meer stellen.
Faillissement dient tenslotte om het verwijderen en sanctioneren van de insolvabele handelaar.
Lura vigilantibus wordt aan de kan geschoven door faillissement: fixatiebeginsel: de toestand van het
bedrijf wordt gefixeerd en alleen de curator kan nog handelen en niemand kan nog voorkruipen om
eerst uitbetaald te worden. = de basis van uitwinning. Vanaf dan is er een samenloop en wordt er
gekeken naar bestaande bevoorrechte schuldeisers.
Zakelijk vs persoonlijk recht
Kader eigendomsrecht
Persoonlijk recht = Een persoonlijk recht is een recht dat je hebt ten aanzien van een bepaalde
persoon. Het is relatief, het geldt enkel tussen 2 mensen, ik loop je omver, jij hebt recht op
schadevergoeding en ik heb de plicht om die te betalen. Het is enkel afdwingbaar bij de persoon die
zich verbonden heeft.
Wilsautonomie: Een persoonlijk recht kan je zelf in elkaar knutselen en overeenkomen met een
ander persoon. (vb elke dag dat de zon schijnt mag je aardbeien komen plukken, maar op
regendagen niet. Het is geen standaardrecht dat opgenomen is in een wetboek)
Als je een persoonlijk recht hebt tegenover iemand die insolvent is, geldt je persoonlijk recht, maar
zal je in de praktijk je geld niet terugzien.
Uitzonderingen op de relativiteit:
o Derdemedeplichtigheid aan andermans contractbreuk: Iemand die aan uw wanprestatie heel
bewust meewerkt, kan zelf ook aansprakelijk gesteld worden. Niet op grond van een
contract, maar wel op grond van een onrechtmatige daad.
o Huurovereenkomst: Huur is een persoonlijk recht. Als je een huis huurt en de eigenaar
verkoopt het huis, kan de koper je niet uit het huis zetten. Hij kan niet zeggen dat hij geen
contract met jou heeft, want de wet zegt dat hij de huurder mee overneemt met het huis. Als
je je huurcontract laat registreren bij de fiscus is de huur tegenwerpelijk aan een koper van
het onroerend goed dat je huurt.