Dit document omvat een samenvatting van het handboek academisch schrijven van J. de Jong inclusief invulformulieren. Het document biedt hulpmiddelen, werkwijzen, tips en invulformulieren voor het schrijven van zowel een kleine- als grote schrijfopdracht (bij. een artikel of een scriptie). De samenv...
Introductie op een onderzoeksrapport - Wetenschappelijk schrijven (CIW)
Introductie op een onderzoeksrapport - Wetenschappelijk schrijven
Alles voor dit studieboek (4)
Geschreven voor
Academische vaardigheden
Alle documenten voor dit vak (1)
1
beoordeling
Door: brigittevangerwen • 2 jaar geleden
Verkoper
Volgen
drostnathan
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
1
, Inhoudsopgave
Inleiding ................................................................................................................................................... 3
Hoofdstuk 1: het schrijfproces ................................................................................................................ 4
Hoofstuk 2. Oriëntatie ............................................................................................................................. 6
Hoofdstuk 3: de schets van je onderzoek: wat ga je onderzoeken en waarom? .................................. 10
Hoofdstuk 4. De schets van het plan: hoe ga je antwoord vinden op de vraag? .................................. 14
Hoofdstuk 5. Hoofstukindeling, tijdsplan en plan uitschrijven ............................................................. 17
Hoofdstuk 6. Een plan maken en lezen voor een kleine schrijfopdracht .............................................. 18
Hoofdstuk 7: lezen, waarom, wat en hoe? ........................................................................................... 22
Hoofdstuk 8: feedback krijgen: hoe, van wie, en wanneer? ................................................................. 24
Hoofdstuk 9. De eerste versie voorbereiden en schrijven. ................................................................... 26
Hoofdstuk 10: de eerste revisie: inhoud, structuur en uiterlijke structuur .......................................... 29
Hoofdstuk 11: De tweede revisie: stijl en afwerking............................................................................. 34
Bijlage 1. Oriëntatie op het schrijfwerk voor bachelor- en masterstudenten ...................................... 38
Oriëntatievragen over de procedure: hoe zijn de dingen geregeld? ................................................ 38
Oriëntatievragen over het proces: wat moet ik wel en niet doen? .................................................. 39
Het product: inhoud, structuur, stijl en afwerking van de tekst ....................................................... 41
Bijlage 2. Het tijdschriftartikel: oriëntatie op procedures, proces en producten ................................. 44
Bijlage 3. Hoofd- en deelvragen en methodes bij grote schrijfopdrachten .......................................... 47
Bijlage 4. Planplaatje ............................................................................................................................. 49
Bijlage 5. Stappenplan om te achterhalen welke soort tekst verwacht wordt ..................................... 50
Bijlage 6. Hoofdstukindeling .................................................................................................................. 52
Bijlage 7. Tijdplan voor grote schrijfopdrachten ................................................................................... 54
en deelvragen bij kleine schrijfopdrachten ........................................................................................... 56
Bijlage 8. Literatuurmatrix ..................................................................................................................... 59
Bijlage 9. Tips voor een effectieve schrijfgroep .................................................................................... 60
Bijlage 10. Controlevragen voor beoordeling van de inhoud ............................................................... 61
Bijlage 11. Overzicht signaalwoorden ................................................................................................... 62
Bijlage 12. Schema met stijldimensies .................................................................................................. 64
2
, Inleiding
Voor het vak BIA (bedrijfskundige in actie) hebben wij, Igor Raes en Nathan Drost besloten om ons te
verdiepen in het academisch schrijven. Met het oog op de toekomst van volgend jaar waarin wij onze
scriptie moeten schrijven leek ons dit een uitgelezen kans. Daarbij hebben wij beide een
belangstelling voor het schrijven van teksten, maar zijn wij van mening dat er duidelijk nog ruimte is
voor ontwikkeling op dit gebied.
Met dit idee hebben we besloten om boek: het handboek academisch schrijven, te lezen en samen te
vatten. Vervolgens zullen we de theorie die is opgedaan toe gaan passen door een wetenschappelijk
artikel te gaan schrijven.
Hoewel dit een handboek is hebben wij er toch voor gekozen dit samen te vatten vanwege de niet
relevante stukken tekst die in dit boek staan. Daarnaast was dit een uitermate geschikte manier om
de theorie tot ons te nemen.
Nathan Drost Igor Raes
3
,Hoofdstuk 1: het schrijfproces
1.1 Inleiding: jouw eigen schrijfproces
Dit boek besteedt aandacht aan alle activiteiten die voorafgaan aan het schrijven van een
academische tekst. Bijvoorbeeld: plannen, randvoorwaarden en bekijken of bepalen van het
onderwerp voor je onderzoek.
1.2 Valkuilen voor academische schrijvers
Er zijn twee grote valkuilen:
1. Te veel tegelijk doen
2. Zomaar wat doen
Te veel tegelijk doen
Als je over veel verschillende dingen moet nadenken riskeer je cognitieve overbelasting. Het is dan
noodzakelijk om goed te plannen. Complexe academische teksten vereisen segmentering van de taak
waarbij het werk op gedeeld moet worden in stappen om deze stuk voor stuk af te werken.
Zomaar wat doen
Om tot een goede tekst te komen moet je verschillende activiteiten ontplooien, zoals lezen, schijven,
denken, overleggen en rekenen. Lezen is een belangrijke activiteit maar kan ervoor zorgen dat je
verdwaalt in het lezen van de vele beschikbare literatuur. Schrijven is ook een belangrijke activiteit.
Zorg er alleen voor dat je niet te veel aandacht geeft aan het formuleren van mooie zinnen, dat komt
later.
1.3 Meer en minder effectieve schrijfstrategieën
Bij het schrijven van een tekst is het belangrijk dat je een goede strategie hanteert. Hier zijn drie
voorbeelden van effectieve strategieën.
1. De schrijver gaat uit van wat hij wil met de kennis die hij heeft verzameld.
2. De tekst vertelt wat de lezer over een bepaald onderwerp wil weten.
3. De tekst is een beargumenteerd antwoord op een vraag.
1.4 Tips om valkuilen te omzeilen
Er zijn drie eenvoudige tips om valkuilen te omzeilen:
1. Verdeel het werk in stappen.
2. Formuleer bij elk van de stappen een doel.
3. Sta regelmatig stil om te beoordelen of je nog bezig bent met het bereiken van je doelen.
Er zijn vier deelactiviteiten in een academisch schrijfproces:
Oriëntatie op de taak
- De procedure: Hoe zijn de zaken georganiseerd? Deadlines, overleggen, co-auteurschap,
taakverdeling, etc.
- Het proces: wat moet je doen? Bepaalde methodes, literatuur, verschillende versies
schrijven, etc.
- Het product: hoe moet de tekst eruitzien? Lengte, inhoud, structuur, stijl, etc.
Een onderzoeksplan opzetten
4
, - Hoofdvraag formuleren
- Onderwerp plaatsen in vakgebied (disciplinaire inbedding)
- Redenen voor onderzoek formuleren (relevantie)
- Subvragen en methodes formuleren (onderzoekbaarheid)
- Domein en variabelen van vraag en antwoord omschrijven (precisie)
Onderzoek uitvoeren
- Data verzamelen, antwoorden op je subvragen
- Data vastleggen
- Data analyseren
- Conclusie formuleren
Tekstschrijven
- Oriënteren op inhoud, structuur en lengte
- Tekstplan maken
- Eerste versie schrijven
- Herschrijven
- Tekst afwerken, eindversie (puntjes op de ï)
1.5 Misverstanden om mee af te rekenen
Er zijn een aantal misverstanden die schrijvers hebben die in de weg kunnen zitten.
Misverstand 1: Schrijven is een gave die ik niet heb
Dit klopt niet, schrijven is een vaardigheid die je kunt ontwikkelen. Het is verstandig om op zoek te
gaan naar een optimale schrijfstrategie.
Misverstand 2: lastige deelstappen overslaan
Dit klopt niet, plannen, schrijven en herschrijven zijn activiteiten die je moet uitvoeren. Bij deze
stappen kan je zelf bepalen wanneer je deze uitvoert, maar de volgorde van plannen, schrijven en
herschrijven is wel de beste!
Misverstand 3: Schrijven is een individueel proces.
Dit klopt niet, het gaat om onderzoek, en dat is gezamenlijk werken aan het opbouwen van kennis. Je
kan praten met begeleiders, medestudenten, lezers, schrijfgroepen en schrijfcentra die je kan
raadplegen voor hulp.
Misverstand 4: schrijven is ploeteren
Dit klopt deels, maar het is makkelijker als je het opdeelt in stappen. Om het gevoel van ploeteren te
voorkomen is het verstandig elke dag te schrijven, een half uur lang, bij voorkeur over je onderzoek.
Dan wordt het normalere en daarmee makkelijker.
5
,Hoofstuk 2. Oriëntatie
2.1 Inleiding
Er gaat een grote diversiteit aan teksten schuil achter de term essay. Een essay kan dan ook in de
universitaire praktijk van alles zijn. Het is daarom van groot belang om op zoek te gaan naar
concretere richtlijnen.
Het doel van academische teksten is in de regel: andere wetenschappers overtuigend informeren
over wetenschappelijk onderzoek. Op basis van dat doel kunnen we meer afleiden over de inhoud,
functie en publiek van academische teksten en de tekstkenmerken die daarbij passen.
Inhoud
Wat is wetenschappelijk onderzoek? Wetenschappers zijn op zoek naar de kennis van de wereld,
waarbij elke discipline (elk vak) een bepaald deel van die wereld bestudeert. Ze willen weten en
begrijpen hoe dat deel van de wereld in elkaar zit en hoe het werkt. De wetmatigheden beschrijven
ze in theorieën. Die theorieën worden voortdurend getoetst, bijgesteld en verfijnd. Dit alles is het
wezen van wettenschappelijk onderzoek
Functie
Wat is de functie van wetenschappelijk onderzoek? Kenmerkend voor wetenschap is dat mensen
gezamenlijk werken aan de ontwikkeling en verbetering van theorieën. Willen de wetenschappers
komen tot een theorie die meer beschrijft dan enkel hun onderzoekdomein, dan moeten resultaten
van onderzoek gedeeld worden. Dit gebeurt mondeling op bijv. congressen en symposia, maar
voornamelijk schriftelijk in artikelen (papers) en boeken.
Publiek
Wat is het publiek van academische teksten? Academische teksten hebben een specifiek publiek:
andere wetenschappers. Zij hebben onderzoek informatie van elkaar nodig om theorieën uit te
breiden en te verfijnen.
Op basis hiervan kunnen de volgende tekstkenmerken worden afgeleid:
- Academische teksten gaan over onderzoek.
- Er wordt meestal beschreven hoe het onderwerp past binnen de theorie van het vakgebied.
- Het belang van het onderzoek wordt in de regel goed beschreven.
- Betrouwbaarheid komt aan de orde.
- Belangrijke uitspraken worden onderbouwd.
- Belangrijke informatie in de tekst is gemakkelijk te vinden.
- Teksten zijn in de regel bondig.
De meeste van bovenstaande tekstkenmerken zijn vastgesteld vanuit het feit: wetenschappers willen
alleen leestijd besteden aan relevant en betrouwbaar onderzoek.
2.2 Oriëntatie op de procedure: hoe zijn de dingen geregeld?
Het is van groot belang om goed te oriënteren op de procedure om onduidelijkheden en problemen
te voorkomen. Neem daarom de tijd om te achterhalen hoe het zit met deadlines, ondersteuning,
beoordeling enzovoort.
Deze informatie zou verschaft moeten worden door je opleiding. Je vindt dit meestal in een syllabus,
cursushandleiding, of in een elektronische leeromgeving. Ga er tijdig naar op zoek en noteer
belangrijke data meteen in je agenda.
6
,Zie bijlage 1., voor een uitgebreide lijst van oriëntatievragen die je kan je gebruiken om een goed
beeld te krijgen van de procedures die gelden voor jouw schrijfopdracht. Enkele voorbeelden zijn:
- Waar vind ik informatie over de opdracht?
- Wanneer moet ik het inleveren?
- Heb ik een vrij onderwerpskeuze?
- Waar vind ik een begeleider?
- Hoe wordt er beoordeeld?
2.3 Oriëntatie op het proces: wat moet ik wel en niet doen?
De eisen voor een academische schrijfopdracht zijn soms onduidelijk en/of kunnen sterk verschillen.
Echter, één ding staat vast: je moet bepaalde kennis en vaardigheden laten zien.
Bij zogenoemde bachelor werkstukken, (grotere schrijfopdrachten zoals scripties) laat je zien dat je in
staat bent om:
- Zelfstandig naar relevante wetenschappelijke literatuur te zoeken;
- Wetenschappelijke literatuur kritisch te verwerken;
- Op basis van literatuur een onderzoeksvraag af te leiden;
- Een geschikte onderzoeksopzet te ontwerpen;
- De benodigde data te verzamelen, te analyseren en te interpreteren;
- Volgens de regels van academische verslaglegging te rapporteren.
De algemene norm voor een masterscriptie is dat deze laat zien dat de student in staat is tot een
interpretatie van het wetenschappelijke debat op het betreffende vakgebied. Daarin toont de
student naast beheersing van algemene wetenschappelijke vaardigheden, inzicht in het specifieke
karakter van de afstudeerrichtingen binnen de historische discipline.
Omdat er veel onduidelijkheid kan zijn over academische schrijfopdrachten is en van belangrijk om
een helder beeld te krijgen van de eisen die gesteld worden aan het schrijfproces. Er kunnen
oriëntatievragen worden gekoppeld aan de drie grote deelactiviteiten van academisch schrijven: een
plan maken, het onderzoek uitvoeren en de tekst schrijven. Zie bijlage 1., voor een uitgebreide lijst
van oriëntatievragen voor het proces. Enkele voorbeelden:
- Welke begeleiding is mogelijk?
- Tijdsplan maken?
- Hoofdvraag afleiden uit de literatuur?
- Hoe informatie analyseren?
- Feedback vragen op mijn producten?
2.4 Oriëntatie op het product: wat moet ik wel en niet maken?
De oriëntatie op het product heeft dezelfde achtergrond als de oriëntatie op het proces: het is
zonder niet duidelijk wat voor soorten tekst(en) je moet produceren. Zowel docenten als
wetenschappers zullen verschillende antwoorden geven. Daarom is het belangrijk om na te gaan wat
voor product, jouw docent bij een bepaalde opdracht wil zien.
Om een goed beeld te krijgen is het aangeraden om een ouderejaars te contacteren of scripties in de
onlinebibliotheek van jouw opleiding raad te plegen. Ook kan je vragen of je begeleider een
voorbeeld heeft. Aan de hand van een voorbeeldtekst kan je namelijk al veel belangrijke vragen
beantwoorden, waardoor je een beter beeld kan vormen van de soort tekst die je zelf moet
schrijven.
Zie bijlage 1., voor een uitgebreide lijst van oriëntatievragen voor het product. Enkele voorbeelden:
7
, - Wat is het doel?
- Wat voor soort tekst?
- Waar let de docent/begeleider wel en niet op?
- Is er een vaste volgorde van onderdelen?
- Hoe zwaar telt de afwerking mee in de beoordeling?
2.5 Oriëntatie op het onderwerp: een geschikt scriptie-onderwerp vinden
Er zijn drie factoren die maken dat een onderwerp geschikt is voor onderzoek:
- Het moet interessant zijn. Interesse geneert motivatie.
- Het moet onderzoekbaar zijn. Het moet te onderzoeken zijn en voornamelijk onderzoekbaar
zijn door jou. Welke onderzoeksmethoden moet je gebruiken en past deze bij jouw
kwaliteiten?
- Het moet passen binnen je vakgebied. Je onderwerp moet aansluiten op thema’s en vragen
waar men zich binnen jouw wetenschappelijk discipline mee bezighoudt.
Drie manieren om een onderwerp te vinden:
- Kant-en-klare scriptieonderwerpen van je opleiding of andere geformuleerde
onderzoeksprojecten.
- Onderwerpen die tijdens je studie aan bod zijn gekomen, bijvoorbeeld suggesties voor
vervolgonderzoek, aanvullende vragen, artikelen met tegenstrijdige beweringen.
- Onderwerpen uit de praktijk, bijvoorbeeld stage, werk, de media enzovoort.
2.6 Het proefschrift (de thesis): oriëntatie op procedure, proces en product
In begeleidingsprocessen blijft veel impliciet; er wordt weinig gesproken over hoe dingen geregeld
zijn en wat er van elkaar verwacht wordt. Achterhaal daarom hoe je begeleider de begeleiding voor
zich ziet.
De belangrijkste oriëntatie vragen zijn:
- Hoe zijn de zaken geregeld (procedure)?
o Hoe verloopt mijn aanstelling?
o Hoe vaak en hoe vindt overleg plaats?
- Wat moet je wel en niet doen (proces)?
o Wat voor soort onderzoek moet je doen?
o Welke taken kun je laten uitvoeren door andere?
- Wat voor tekst(en) moet je schrijven?
o Wat moet de omvang zijn?
o Welke schrijfstijl wordt verwacht?
2.7 Een artikel voor een tijdschrift: oriëntatie op procedure, proces en product
Voor het aanleveren van een tijdschriftartikel moet je oriënteren op de richtlijnen die het tijdschrift
hanteert. Vrijwel altijd zijn deze richtlijnen te vinden op de website bij het tijdschrift. Hier kan je
antwoord vinden op vragen zoals:
- Hoe moet ik het artikel aanleveren?
- Wat gebeurt er vervolgens?
- Krijg ik nog gelegenheid om te reviseren?
8
, - Hoelang neemt de procedure in beslag?
Zie bijlage 2., voor een uitgebreide lijst van oriëntatievragen voor een tijdschriftartikel.
9
, Hoofdstuk 3: de schets van je onderzoek: wat ga je
onderzoeken en waarom?
3.1 Inleiding
Het maken van een plan voor je onderzoek bestaat uit vijf stappen. Stap 2 is verreweg het
belangrijkst. Hier geef je aan wat je gaat onderzoeken, waarom je dat doet en hoe.
1. Een geschikt onderwerp vinden
2. Het onderwerp uitwerken tot een onderzoeksplan
3. Een voorlopige hoofstukindeling maken
4. Een tijdplan maken
5. Het plan uitschrijven in een tekst.
3.2 Het onderwerp uitwerken tot een onderzoeksplan
Als je hebt bepaald wat, waarom en hoe je gaat onderzoeken resulteert dit in je hoofdvraag die
aansluit bij de kennis in jouw vakgebied, relevant is, onderzoekbaar is en leidt tot een antwoord
waarnaar je opzoek bent.
Het schrijfmodel van Heinze Oost geeft de onderlinge samenhang tussen elementen wat, waarom en
hoe weer. Het is daarmee een goed hulpmiddel voor schrijvers in elke fase. Dit model wordt ook wel
het planplaatje genoemd.
3.3 Het planplaatje: de elementen
De hoofdvraag van het onderzoek staat centraal in het planplaatje. Er zijn een vier criteria voor een
goede hoofdvraag.
1. Wetenschappelijke vraag moet verankerd zijn in
een of meer vakgebieden of disciplines.
2. Relevantie, goede redenen om tijd en geld te
investeren in het onderzoek. De relevantie van
het onderzoek is echter wel afhankelijk van welk
vakgebied.
3. Precisie, de hoofdvraag moet zo nauwkeurig
geformuleerd zijn dat het leidt tot het antwoord
waarnaar je op zoek bent.
4. Onderzoekbaarheid, deelvragen formuleren
waarmee je de hoofdvraag kan beantwoorden.
In figuur 1 is visueel weergeven hoe de verschillende
criteria met elkaar in verband zijn. Figuur 1: structuurmodel van de hoofdvraag
Er is geen vaste volgorde voor het volgen van de stappen maar het is wel handig om te beginnen met
de uitwerking van de criteria die al vast staan. Met de pijlen zijn de verschillende elementen met
elkaar verbonden en dit kan zorgen voor overlap. Dat is niet erg zolang je blijft controleren of de
elementen nog kloppen. Het doel van het planplaatje:
- Alle elementen een heldere invulling hebben gekregen
- Alle elementen naadloos op elkaar aansluiten
10
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper drostnathan. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.