INLEIDING TOT DE THEORETISCHE ORTHOPEDAGOGIEK
Hoofdstuk 1: Agogisch handelen, agogie en agogiek
1. Inleiding
Alle orthopedagogisch handelen is agogisch handelen.
Citaat van Nietzsche (1999): “Slangen die niet van huid kunnen wisselen, gaan ten gronde. Evenzo de
geesten die men verhindert van mening te veranderen: zij houden op geest te zijn.”
Dit citaat wijst op het belang van de mogelijkheid om te veranderen.
Veranderen is één van de sleutelbegrippen in de agogie(k) en dus ook in orthopedagogie(k)
2. De begrippen Agogie & Agogiek
“Silke doet haar stage in een leefgroep van volwassenen met een verstandelijke beperking. Eén van
de bewoners, Gilbert, snoept ontzettend graag. Op woensdag mag hij snoep kopen. Hij besteedt er
bijna al zijn zakgeld aan. Na twee dagen is al die snoep op en zit Gilbert de rest van de week te
wachten tot hij terug nieuwe snoep kan kopen. Silke zou er graag iets aan veranderen. Ze wil dat
Gilbert zijn zakgeld nuttiger besteedt en niet weggooit aan snoep. Ze wil hier met Gilbert aan werken.
Als Silke dit voorstelt op de teamvergadering, ontstaat er discussie. Gilbert is wel een volwassenen
man, zeggen sommige collega’s. Moeten we hem dit niet gunnen? We hebben toch allemaal onze
kleine kantjes. Waar bemoeien wij ons eigenlijk mee? Hoever grijpen we in, in het leven van onze
bewoners?”
Wat is agogie?
Ped – agogiek = de wetenschap betreft het begeleiden van het kind
Pais = kind
Agein = begeleiden, gids, opleiden
AGOGIE (of agogisch handelen)
Klemtoon op het doen, het handelen, de praktijk
Agogie: “de intentionele, niet-wederkerige* beïnvloeding door één of meerdere personen gericht op
een wenselijk geachte wijziging, door de cliënt ervaren als welzijnsbevordering”(Ten Have, 1973).
≠ langs je neus weg (= nonchalant, oppervlakkig, vluchtig)
AGOGIEK
Theorie, wetenschappelijke benadering
Agogiek = verzamelnaam voor de leer van het leiden, begeleiden van mensen ongeacht hun leeftijd,
op een beroepsmatige manier. De in de sociale hulpverlening gebruikte methoden behoren tot de
leer van de agogiek (Koffeman)
Agogiek = de leer die aanwijzingen en richtlijnen geeft voor de manier waarop individuele personen,
groepen, organisaties en samenlevingsverbanden kunnen worden begeleid in
veranderingsprocessen. Het gaat er daarbij om, dat die begeleiding plaatsvindt vanuit de situatie
waarin de betrokkenen zich bevinden en dat zij mogelijkheden krijgen aangereikt om zoveel mogelijk
zelf te handelen teneinde tot de gewenste verandering te komen. (P. Winkelaar)
,3. Drie sleutelbegrippen van het agogisch handelen
Piet Winkelaar (2004) hanteert de volgende sleutelbegrippen van agogisch handelen:
1. Veranderen
Doel agogie= het handelen van mensen veranderen
Een ‘ideaalbeeld’, ‘totale vorming’ bestaat niet
Iedereen moet blijven ‘veranderen’. We spreken over ‘permanente educatie’, ‘altijd
durend leren’, ‘eeuwig durende opvoeding’
Meestal gaat ‘veranderen’ spontaan, onbewust, niet doelgericht. Je ontwikkelt jezelf
langs je neus weg terwijl je speelt, leert, werkt, op reis gaat, naar televisie kijkt,…
Mensen veranderen elkaar, gewoon door samen te leven. Ook de opvoeding van
kinderen thuis verloopt grotendeels spontaan, via wederzijdse beïnvloeding en het
stellen van modelgedrag.
Zoals hierboven al werd geschreven, worden sommige veranderingsprocessen echter
bewust en doelgericht opgezet. Ze hebben expliciet de bedoeling om iemand te
veranderen. Mensen nemen eraan deel, of schrijven zich in. Meestal is er een
begeleider die helpt bij die verandering, die meedenkt en steunt. Deze begeleider
volgt een uitgestippelde weg om een bepaald doel te bereiken. We spreken dan over
agogisch handelen of agogie.
Een ‘agoog’ helpt, begeleidt of beïnvloedt anderen in hun
veranderingsproces.
2. Handelen
= het aanzetten tot verantwoordelijk handelen op psychosociaal vlak
Handelen is niet hetzelfde als gedrag!
Gedrag
= het duidt enerzijds op wat mensen concreet doen, wat je uiterlijk kan observeren.
- Zichtbaar & observeerbaar
- Objectief observeren
- Mensen doen het instinctief of impulsief
Handelen
= wat mensen bewust doen, het optreden waarin mensen in ‘een denkmoment’
zitten. Ook minder observeerbare aspecten zoals gedachten, gevoelens, intenties,
maken deel uit van het handelen.
- Bewust, wat mensen beogen
- onzichtbaar: wat gaat achter gedrag schuil? Wat beweegt mensen? (willen,
voelen, weten)
- Observeren én communiceren
bv. agressie is vaak een weergave van innerlijk verdriet, dus enkel
observeren zal niet werken, als je communiceert leer je wat achter
die agressie zit
Concreet: je moet bij de cliënt het handelen proberen te veranderen, niet het
gedrag. Bij huiswerkbegeleiding: als je zegt tegen de mama dat de tv uit moet en dat
je naast je kind moet zitten, dan zal dat lukken wanneer wij aanwezig zijn. Het zal
uitdoven als je weg bent omdat je gewoon het gedrag wou veranderen. Je moet het
handelen aanpassen
3. Emancipatie (empowerment)
, Doen veranderen betekent steeds het beïnvloeden in een richting die de betrokkene
zelf wenst waardoor de zelfbeschikking en autonomie wordt vergroot.
Het is belangrijk dat mensen hun handelingsmogelijkheden verruimen. Zo staan ze
sterk om alle uitdagingen aan te kunnen die de steeds veranderende samenleving
hen stelt. Ook worden ze hierdoor minder afhankelijk van anderen, omdat ze zelf een
mening leren vormen. Ze maken zelf uit wat voor hen belangrijk is en staan zo
sterker in het leven, met meer power.
Voorbeelden:
- Iedereen kan zijn veters strikken, dus iedereen is autonoom.
- Vaak zijn we betuttelend bij ouderen op een kinderachtige manier praten.
Dit doen we het best niet. We moeten mensen begeleiden zodat ze zelf
capabel kunnen zijn om bepaalde dingen te doen en niet constant
afhankelijk te zijn van de ‘betuttelende’ begeleider. Idem voor jongeren,
maar dan op een andere manier
DUS
AGOGISCH HANDELEN =
(wat) een vrijwillige, gewenste verandering in het handelen op psycho-sociaal vlak
(wie) van (jong)volwassenen als individu, in groep, in een organisatie of als lid van een groter
samenlevingsverband
(hoe) op een systematische, bewuste, doelgerichte en professionele manier en door een herkenbaar
agoog
(waarom) met emancipatie als doel
4. Richtinggevende kenmerken van het agogisch handelen
Niet elk veranderingsproces dat mensen opzetten kan je agogisch noemen. Reclamemensen, politici,
sekteleiders, kunstenaars,… velen onder hen proberen bij anderen een veranderingsproces op gang
te brengen. Maar hun aanpak is daarom nog niet agogisch.
Joep Brinkman (2004) beschrijft een aantal richtinggevende kenmerken van het agogisch handelen.
Het is echter onmogelijk om 100% exact af te bakenen wat agogisch handelen is en wat niet. De
kenmerken zijn dan ook niet sluitend.
1. Psychosociale verandering
- Psyche slaat op alles wat je bezig houdt, wat je denkt, voelt en wilt.
- Sociaal slaat op de onderlinge verhoudingen tussen mensen.
- De samenvoeging is bedacht omdat het psychische en het sociale niet goed van
elkaar te onderscheiden zijn. Ze beïnvloeden elkaar voortdurend.
- Bv. als je je blij voelt ga je vriendelijker gedragen tegen je medemens
- Voorbeeld examenvraag: Kan het kunstatelier in het psychiatrisch centrum agogisch
genoemd worden?
2. Doelgericht
De verandering is van tevoren nadrukkelijk bedacht en gepland. Wat is het doel van het
veranderen?
3. Systematisch