Mijn professionele identiteit
Hoofstuk 1
Maatschappelijk assistent
-> passie delen voor sociaal werk
-> iedereen waarderen en gelijk behandelen
-> respect voor leefwereld, welzijn en zelfbeschikkingsrecht van een persoon
-> actief werken tussen mens en samenleving (wegwijs maken)
-> mensen aan en tot hun recht laten komen
-> krachtgericht werken
-> persoonlijkheid ontwikkelen waar cliënten op bouwen en vertrouwen
Kernwaarden (ZOMBIR)
1. Zelfsturend = leergierig, ondernemen, flexibel
2. Open = ruimdenkend, openstaan voor visies van anderen tijdens dialoog
3. Mensgericht = vertrekken vanuit het totale beeld (cliënt en betrokken omgeving)
4. Bezield = met passie
5. Integer = oprecht, transparant
6. Reflectief = zelfbewust, kritisch naar zichzelf, anderen en de maatschappij kijken
Functies en waarden
1. Discretie = geheimhouding, discreet omgaan met vertrouwde informatie
2. Aanwezigheid = Verplicht
3. Respect = luisteren naar andere meningen
4. Voorbereiding en na-verwerking = opgelegde deadlines
Definitie persoonlijke identiteit
= eigenheid die min or meer stabiel blijft in het leven
-> samengesteld uit karaktereigenschappen, overtuigingen, gaven, eigenaardigheden en gedrag
-> eigen en gemeenschappelijk in vergelijking met anderen
-> evolueert mee maar blijft herkenbaar (ligt niet vast, verschuift in de tijd)
Verschillende accenten op identiteit
Identiteit bepaald buiten de persoon
Antropologie = menskunde of mensenleer
-> spreekt van identiteit wanneer mens zich gaat identificeren met bepaalde
culturele kenmerken
-> dingen die typisch zijn voor hun
, Sociale insluiting
= mensen worden opgenomen in een groep
-> uitgesloten worden als tegenovergestelde (Vb. andere taal spreken)
Identiteit = aspecten van cultuur, taal, etniciteit en familie
Sociologie = mensen en hun gedrag in hun sociale omgeving
-> in relatie tot de heersende cultuur, de bestaande maatschappelijke structuren
en aanwezige machtsstructuren
Geschiedenis = sociologische, antropologische en economische aspecten doorheen de tijd
Biologie = evolutieleer
-> genetische identiteit
Identiteit bepaald binnen de persoon
Psychologie = Wetenschap van het menselijk gedrag, waarnemen, leren, voelen en denken
Filosofie = wetenschap die zich bezig houdt met het wezen van alle dingen en het leven
Authentiek en Uniek
1. Authentieke rol
-> iets dat aan de persoon kleeft en niet gespeeld wordt
2. Uniek
-> identiteit wordt door een persoon verschillend ingevuld
Beroepsidentiteit als formeel aspect
1. Macroniveau
= Structurele werk
-> globaal maatschappelijk evenwicht
-> mensen helpen beter te functioneren in de samenleving
-> beleid ontwikkelen
-> mensen aan en tot hun recht laten komen
-> samenlevingsproblemen en sociale problemen aanpakken
Vb. migratie, armoede, sociale uitsluiting…
2. Microniveau
= Cliëntgerichte werk
-> cliënten helpen in aanpak van eigen problemen
-> weer grip laten krijgen op situatie
Normatieve professionaliteit
Handelen van sociaal werker
-> wetenschappelijk onderbouwd
,-> heeft gevolgen voor anderen
-> gebaseerd op praktisch inzicht
-> bepaald door ethische, morele ladingen en waarden
Vb. wie gelooft in “P” zal ook geloven dat “P” waar is
Handelen gebaseerd op waarden en normen
-> ter verantwoording tegenover de cliënt, organisatie en samenleving
-> kunnen legitimeren waarom men die bepaalde handeling deed volgens de waarden en de normen van
de samenleving
Ethiek = bestudeert waarden en normen over het menselijk handelen
-> men gedraagt zich ethisch wanneer men nadenkt over hoe men moet handelen
Zelfbeschikkingsrecht
= beslissen over zichzelf
Vb. vrijwillige opname doordat patiënt zelfbeschikkingsrecht heeft
Vb. gedwongen opname doordat patiënt geen zelfbeschikkingsrecht heeft
Waarden = idealen
-> wat vinden mensen waardevol?
-> geven het leven richting (streefdoelen)
-> zorg als centrale waarde binnen het sociaal werk
Vb. vrijheid, autonomie, solidariteit
Ethisch dilemma
-> waarden met elkaar in conflict
-> ze kunnen beiden niet tegelijk gerealiseerd worden
Respect en -> waarden verbinden door dialoog
dialoog -> ruimte geven aan verschillen is belangrijker dan het eens zijn met elkaar
Empowerment Krachtgericht werken
-> het versterken van geloof in eigen krachten van de cliënt
Normen = handelingsvoorschriften
-> waarden realiseren via normen
-> verwachtingen die aan een sociale rol kleven
Deugden = intentie waaruit een persoon handelt
Vb. moed, respect, hoop, naastenliefde…
-> Deugden vaak gekoppeld aan waarden of komen met elkaar overeen
Waarden = abstracte, cognitieve begrippen
Deugden = verinnerlijkt, aan de persoon gekoppeld
, Moreel handelen
= handelen volgens wat als goed gezien wordt
-> professioneel handelen door reflectie, afwegen, objectieve feiten, subjectieve belevingen…
-> sociaal werk bevat vaak dilemma’s
Morele vragen
-> vragen over goed en kwaad
Moreel gedragen = handelen volgens eigen moraal
Cognitief morele ontwikkeling volgens Kohlberg
1. Pre-conventioneel = beoordeling op basis van gevolgen
stadium -> peuter en kleuter
-> sterk egocentrisme (denkt vanuit zichzelf)
-> kan niet vanuit het perspectief van een ander kijken
Voorbeeld
-> handelen op straf en beloning
2. Conventioneel = beoordeling op basis van perspectief van omgeving
stadium -> adolescenten en volwassenen
-> kan zich inleven in de ander
-> bedenken wat hij of zij goed of slecht vindt
Voorbeeld
-> handelen naar brave jongen, braaf meisje (complimenten en appreciatie)
-> handelen volgens wet en orde (bestaande structuren)
3. Postconventioneel = zelfstandig bedenken wat de juiste waarden en normen zijn
stadium -> abstract denken, afstand nemen van wetten in eigen omgeving
Voorbeeld
-> universele waarden (het recht op leven…)
Lokaal aspect
-> weergave van de identiteit op nationaal of regionaal erkende standaarden
Beroepscode
= geheel van geschreven en ongeschreven regels waaraan de beoefenaar zich moet houden bij de
uitoefening van zijn beroep
-> professional is dialogisch en relationeel ingesteld
-> multidisciplinair onderlegd
-> oog voor complexiteit en meervoudigheid van problemen
-> waarden en normen toepassen van zijn beroep
-> onlosmakelijk verweven met beroepsuitoefening
-> geen beroepscode in België die als algemeen beschouwd wordt
Opleiding en beroepsprofiel
-> er is wel een beroepsprofiel in Vlaanderen (VLOR, SERV)