Dit document bevat een samenvatting van de te kennen artikels.
Artikels:
- Het agressie-gen en andere misverstanden (Donker A.G.)
- Theoretische integratie bij Lombroso en Ferri (Van Ruller S.)
- Un regard belge sur le débat sur la criminology en France (Cools M.)
- Broken windows: police a...
Het agressie-gen en andere misverstanden (Donker A.G.):
Biologische en biosociale criminologie
Kijken naar de mens als crimineel
Misverstanden binnen biologische of biosociale criminologie
● Kritische analyse huidige ideeën m.b.t. bio criminologisch onderzoek
● Het agressie-gen
● Criminaliteit genen
● Vijf misverstanden omtrent biocriminologie die aan over erfelijkheid en genen (zowel conceptueel als
geconcretiseerd)
● “Biologische factoren en sociale factoren hebben meer met elkaar gemeen dan gedacht” (waarom
zeggen ze dit? mag met eigen interpretatie)
● Genetische invloed = iets dat onveranderbaar vaststaat?
Onderzoek Nederlandse familie met zeldzame erfelijke stofwisselingsziekte. Ziekte treft
alleen mannen en ze vertonen beperkt ontwikkeld verstandelijk vermogen en aanvallen van
impulsief agressief gedrag. De oorzaak ervan zou liggen in minieme afwijking van 1 gen. ⇒
⇒
in de media agressie-gen
Bij crimineel gedrag sociale en biologische factoren van invloed ⇒
er zijn nog steeds
bedenkingen over en dat komt door: biologische kennis is in het verleden voor zeer
negatieve doeleinden gebruikt, niet alle disciplines van criminologisch onderzoek hebben
aandacht voor biologie en er zijn een aantal veelvoorkomende misverstanden over
biologisch onderzoek naar gedrag.
Vijf misverstanden
1. biocriminologisch onderzoek gaat over erfelijkheid van criminaliteit
a. onterecht verondersteld dat het over onderzoek naar de erfelijkheid van
criminaliteit gaat
b. grote belangstelling voor erfelijkheid in de media
c. niemand lijkt zeker te weten in hoeverre technieken veilig zijn maar de
⇒
mogelijkheden lijken oneindig verklaart deel van de grote belangstelling
d. nadeel van de grote belangstelling is dat het lijkt alsof al het biologisch
onderzoek om erfelijkheid draait (voor onderzoek naar criminaliteit geldt het
tegendeel)
e. meeste biologische studies naar criminaliteit gaan over de invloed van
specifieke biologische stoffen of processen
i. veel onderzoek gedaan naar rol van testosteron op agressie
ii. recentelijk is er veel onderzoek gericht op de invloed van
zwangerschaps-en geboortecomplicaties en vaak in combinatie met
sociale factoren
2. alle biologische factoren zijn erfelijk bepaald
a. biologische factoren en sociale factoren hebben veel meer met elkaar te
maken
b. bij neurologisch of hormonaal onderzoek wordt indirect genetische invloed
bestudeerd
c. als alle biologische factoren erfelijk zijn bepaald gaat onderzoek naar
hormonen indirect ook over erfelijkheid
d. zonder twijfel staan genen aan de basis van de menselijke ontwikkeling maar
direct vanaf de conceptie gaan onnoembaar veel andere factoren deze
, ontwikkeling beïnvloeden, ook na de geboorte ⇒ duidelijkst te merken bij
tweelingen
e. binnen criminologisch onderzoek ligt de nadruk op sociale gevolgen terwijl
dezelfde risicofactoren vaak ook biologische gevolgen hebben
f. als de nadruk ligt op het directe effect voor het kind dan is er sprake van
biologische risicofactoren alcohol en roken tijdens de zwangerschap ⇒
sociaal en biologisch risico
g. groot deel van biologische systemen is bij de geboorte nog niet volgroeid
i. ontwikkeling van de hersenen blijft na de geboorte nog jaren doorgaan
ii. een val of een klap op het hoofd kunnen de ontwikkeling beïnvloeden
h. recentelijk veel onderzoek naar biologische invloeden van verzorgingsgedrag
in de periode direct na de geboorte
i. mate van positieve aandacht en troost tijdens de postnatale periode is
belangrijk voor de goede ontwikkeling van het stress-systeem
i. sociale en biologische factoren zijn met elkaar verweven en kunnen elkaar
sterk beïnvloeden
j. afhankelijk van invalshoek kunnen neuropsychologische vaardigheden gezien
worden als sociale of biologische risicofactoren
k. het idee van factoren benoemen aan de hand van gebruikte leermethode is
veel praktischer
i. ⇒
angst wordt gemeten via huidgeleiding biologische factor
ii. ⇒
als angst wordt gemeten via vragenlijst sociale factor
l. idee dat alle biologische factoren enkel erfelijk bepaald zijn is fout
3. bij studies naar erfelijkheid van criminaliteit wordt gezocht naar
criminaliteitsgenen
a. er zijn twee misverstanden
i. dergelijke genen bestaan niet dus kan er ook niet naar gezocht
worden
ii. identificeren van specifieke genen is doorgaans niet de doelstelling
van onderzoek naar erfelijkheid van criminaliteit
b. tot nu toe ⇒ onderzoek naar erfelijkheid van criminaliteit valt onder
gedragsgenetica ⇒ proberen om grootte van erfelijke invloed op bepaald
gedrag te meten
c. belangrijkste onderzoeksmethoden gedragsgenetisch onderzoek
i. tweelingenstudies
1. overeenkomst in gedrag
2. kijken als ze voor een bepaalde eigenschap op elkaar lijken of
van elkaar verschillen
3. kijken hoe groot percentage één-eiige tweelingen op elkaar lijkt
en hoe groot percentage twee-eiige ⇒ verschil van beide
percentages geeft indicatie van grootte van erfelijke invloed
ii. adoptiestudies
1. gedrag van de geadopteerden vergeleken met biologische en
adoptieouders ⇒ verschil overeenkomst geeft indicatie van
erfelijke invloed
iii. ⇒ leveren geen informatie op over welke genen van invloed zijn
alleen over de grootte van die invloed
, iv. als je wil weten welke specifieke genetische variatie verantwoordelijk
is moet je overeenkomst zoeken in DNA maar dit onderzoek is alleen
zinnig als er aan een aantal voorwaarden is voldaan
1. er moet een voldoende grote onderzoekspopulatie voorhanden
zijn waarbij geen twijfel bestaat over wie wel of wie niet in bezit
is van relevante genetische variatie
2. ⇒ criminaliteit is een veel te algemeen begrip om in
aanmerking te komen voor zo een onderzoek
d. voor sommige criminele gedragingen is het veel waarschijnlijker dat er sprake
is van een genetische invloed agressief gedrag duidelijk meer evolutionaire
voordelen dan fraude
e. voor genetisch onderzoek naar gedrag is het noodzakelijk dat er een
betrouwbaar en valide methode bestaat om betreffende gedrag te meten
f. recentelijk veelbelovende resultaten bij onderzoek naar genetische variatie
coderend voor specifieke dopamine-receptoren die geassocieerd worden met
aandachtsstoornissen ⇒ geen sprake van genetische variatie die
onherroepelijk leidt tot de ontwikkeling van een dergelijke stoornis
g. niet erg waarschijnlijk dat soortgelijk genetisch onderzoek ooit een belangrijk
onderdeel binnen de criminologie zal gaan worden
4. het agressie-gen is ontdekt
⇒
a. agressie-gen en criminaliteit genen bestaan niet verzinsels uit de media
b. alleen bij een paar zeldzame ziekten is er sprake van directe relatie tussen
gen en eigenschap
c. de naamgeving die de media aan genen geeft suggereert een veel sterker
⇒
verband dan er doorgaan bestaat geeft een sterk vereenvoudigd beeld van
een complex verband
d. bij de familie uit het onderzoek was er sprake van een zeer zeldzame
stofwisselingsziekte waarvan impulsief agressief gedrag een symptoom is ⇒
gevonden afwijking is oorzaak van ziekte
i. redenen waarom er geen sprake is van agressie gen
1. gedrag is slechts 1 van de symptomen van de
stofwisselingsziekte
2. mutatie waarover het gaat is uiterst zeldzaam
3. gedrag dat de mannen vertonen is niet specifiek voor de ziekte
4. gedrag wordt ook beïnvloed door de omgeving
5. gedrag kan niet gezien worden als adaptieve agressie omdat
het impulsieve karakter ervan veel problemen voor de familie
met zich meebracht
e. ieder mens bezit een unieke combinatie van genetisch materiaal maar de
verschillen tussen mensen zijn subtiel ⇒ grootste deel is bij iedereen gelijk
(gemiddeld 99,7 tot 99,9 procent genetisch identiek)
f. genen coderen voor eiwitten
g. onderzoek naar diergedrag heel veel bijgedragen aan het besef dat
genetische invloed op gedrag complex is en zeker niet eenduidig
h. agressie-gen niet ontdekt en bestaat niet
5. een genetische invloed betekent dat iets onveranderbaar vaststaat
a. genen kunnen niet worden veranderd en ze zijn aanwezig vanaf de geboorte
b. niemand wordt geboren als crimineel
, c. genen coderen niet voor eigenschappen maar voor eiwitten
d. het is niet mogelijk op basis van DNA voorspellingen te doen over toekomstig
crimineel gedrag
e. genetisch onderzoek naar criminaliteit is vooral van belang bij het testen van
hypotheses over niet-erfelijke risicofactoren
Conclusie
● niet alle biologisch onderzoek naar criminaliteit gaat over erfelijkheid van criminaliteit
● niet alle biologische factoren hebben een genetische component
● genen zijn zeer belangrijk bij de ontwikkeling tot mens maar oneindig veel andere
factoren spelen een rol
● processen die leiden tot crimineel gedrag worden verkregen als er rekening wordt
gehouden met complexiteit van die processen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper EllaPeeters. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.