1
INFECTIES VIA DE HUID (1)
Bacterie Staphylococcus aureus Staphylococcus epidermidis en andere CNS Borrelia burgdorferi
Morfologie & - Familie: Micrococcaceae - Familie: Micrococcaceae Orde van spirochaetales: (spirocheten)
Taxonomie - Genus: Staphylococcus - Genus: Staphylococcus - Dunne, kurketrekkerachtige, beweeglijke, micro-
- G+ kokken, liggen in trosjes of groepjes - G+ kokken, liggen in trosjes of groepjes aërofiele tot anaërobe G- bacteriën
- Onbeweeglijk, facultatief anaëroob, - Onbeweeglijk, facultatief anaëroob, - Medisch belangrijk: Treponema, Borrelia, Leptospira
- Belangrijkste species: S. aureus, S. epidermidis, S. - Belangrijkste species: S. aureus, S. epidermidis, S. - Borrelia: recidiverende koorts en Lyme-borreliose
saprophyticus saprophyticus - (niet kleurbaar met gramkleuring)
- Resistent tegen droogte en hoge zoutconcentraties - Resistent tegen droogte en hoge - (buitenste membraan geen LPS, maar lipoproteïnen)
-> kunnen overleven op huid zoutconcentraties -> kunnen overleven op huid
Vindplaats & - Commensaal van huid en slijmvliezen - Commensaal huid en slijmvliezen Factoren geassocieerd met het risico tot transmissie:
epidemiologie Voorste neusholten, orofarynx en op de huid - Infecties bij voorbeschikte patiënten: verlaagde - Proportie geïnfecteerde teken varieert volgens
S. epidermidis en andere CNS-soorten: bij iedereen weerstand of vreemd lichaam geografische regio en het stadium in de levenscyclus
gedurende het hele leven aanwezig België: +- 10% vd teken zijn geïnfecteerd
S. aureus: Zuidelijk deel België: tot 20% geïnfecteerd
• 60-80% zuigelingen: aanwezig binnen enkele dagen (CNS = coagulase negatieve stafylokokken) - Duur van bloedmaal: >24 u bloedmaal nodig voor
na de geboorte (huid en navel) transmissie
• 20-30% volwassen: persisterend drager (voorste - West Europa: infectierisico na tekenbeet <1%
neuskamers belangrijkste niche)
Handboek:
• 30-50% volwassenen: nu en dan kolonisatie van de
- Overgebracht door tekenbeet
neus - De natuurlijke reservoirs voor B. burgdorferi zijn kleine zoogdieren
• 20-40% volwassenen: permanente niet-dragers (muizen, veldmuizen, vogels)
- Op voorwerpen waarmee mensen in contact komen (lakens, - Ongeveer 14% vd teken in België zijn besmet
- Bij besmette teken zit B. burgdorferi in darmstelsel
deurknoppen,..)
- Transmissie naar mens tijdens bloedzuigen:
- Verspreiding via handcontact, aerosols of besmette door het bloed worden bacteriën in darm vd teek geactiveerd →
voorwerpen migreren naar speekselklier vd teek
→ via speeksel in mens komen
- Mens meestal gebeten tijdens wandelen in loofwouden met
dichte onderbegroeiing, weiden, stadsparken, vooral
zomermaanden (open kleding)
Structuur & - Productie geel pigment (meestal), coagulase-positief - Grovere windingen dan Treponema
fysiologie - B-hemolyse - Endoflagellen in periplasmatische ruimte
- Mannitol fermentatie - Micro-aërofiel, complexe voedingseisen en moeilijk
- DNAse positief in cultuur te groeien (dus moeilijk te kweken)
- Trage groei
©Elise Vanoverschelde
, 2
Virulentiefactor- - Polysaccharidekapsel (slijmlaag): anti-fagocytair, adherentie - Kapsel (polysaccharidekapsel): - Geen toxines
en - Productie van eiwitten die fagocytose helpen te vermijden anti-fagocytair, adherentie - Expressie van verschillende oppervlakte-eiwitten als
- Proteïne A: affiniteit Fc-deel IgG, verhindert opsonisatie - Katalase aanpassing aan verschillende micro-omgevingen
(-> verhindert fagocytose) - Productie slijmlaag - Sommige genen worden enkel geëxprimeerd of
- Enzymen: → Slijm geproduceerd nadat organismen zich opgereguleerd in zoogdier gastheer
Coagulasen: hebben vastgezet op vreemd lichaam (vb - Symptomen waarschijnlijk vooral te wijten aan
• celgebonden en vrij katheter) → organismen ingebed in dikke ontsteking
• omzetting fibrinogeen tot fibrine slijmlaag (biofilm) → beschermd tegen
• antifagocytair antibiotica en immuunsysteem
Hyaluronidase, lipase, fibrinolysine, DNAse:
• spreiding stafylokokken in weefsels
Katalase en superoxide dismutase:
• bescherming tegen H2O2 en superoxide anion die
door de fagocyt in het fagosoom worden gemaakt
- Toxines:
Cytolytische toxines, Enterotoxines, Exfoliatief toxine, Toxic
Shock Syndrome Toxine-1
Pathogenese - Ettervormende infecties: abcessen - Ontstaan meestal in het ziekenhuis met Lyme borreliose
Neusdragerschap is een belangrijke risicofactor voor het uitzondering van urineweginfecties door Zoönose: overbrenging door teken (Ixodes)
krijgen van een infectie Staphylococcus saprophyticus - teken besmet door bloedmaal bij kleine zoogdieren
Is niet invasief maar bij beschadigde huid of mucosa kan - Introductie bij plaatsen vreemd-lichamen - infecteren mens (toevallige gastheer) via speeksel bij
S. aureus het onderliggende weefsel, de lymfebaan en de (hartkleppen, katheters, gewrichtsprothesen) volgende bloedmaal
bloedbaan bereiken - Minder virulent dan S. aureus (tragere groei, - snelle spreiding via bloed en in weefsels
Ontstaan infectie afhankelijk van: aantal bacteriën, hun geen of weinig exotoxinen), - In latere stadium ziekte Borrelia zelden
virulentie, weefsel waarin terecht gekomen, afweer hechten wel goed aan allerlei kunststoffen die detecteerbaar
persoon worden toegepast in de geneeskunde (porthesen,
Indien een infectie ontstaat in een weefsel of orgaan, implantaten en katheters)
ontstaat een abces: door fibrine afgekapselde holte met - Trage groei met productie biofilm
etter met daarin dode en levende S. aureus bacteriën,
dode weefselcellen en leukocyten
Pneumonie: aspiratie in longen vanuit bovenste
luchtwegen
S. aureus kan vanuit de primaire infectie locus of via
vasculaire katheters in de bloedstroom terechtkomen
(bacteriemie)
©Elise Vanoverschelde