Veterinaire gezondheid
vilt.be/nl nog inschrijven
padlet.com/joleroy/rty8o7wkyasxxhil
primaire fase is wat gebeurd op landbouwbedrijven. Dierlijke producten
transformatiefase= in slachthuis tot het op je bord ligt
standaard.be/cnt/dmf20201127_05006958
les 2
dia 21:
gezond eten betekent dat je er niet ziek van wordt
-gastheer, de consument. YOPI staat voor hele jonge kinderen, ouderen, zwangere vrouwen en
immuno defficienten. Zij zijn veel gevoeliger voor ziektes.
-noxe/kiem. Bacterie op het vlees die ons ziek maakt. Virulentie= capaciteit van ziekteverwekker
om een patient ziek te maken.
-extrinsieke factoren zoals bewaartemperatuur
Dia 22 geeft extrinsieke factoren weer die fout gaan. Europese landen hebben een hogere
standaard/norm dan ontwikkelingslanden. Het is heel vaak niet gekoeld, maar zij hebben betere
weerstandgastheer is beter resistent.
Dia 26. De overheid neemt beslissingen op basis van risico-analyse. Beslissen of het gevaar (bacterie
bv) echt een risico is voor de gezondheid. De winst moet groot genoeg zijn in de maatschappij
EFSA checkt risico’s en zorgt dat ze verminderen.
Dia 29. Wetgevend kadar net na de 2 e wereldoorlog. De verenigde naties oprichten en daarna FAO,
wereld landbouworganisatie. Dan WHO. Alles bij een codex alimentarius wat de basis vormt van het
beleid van voedselveiligheid. De normen hieruit zijn niet bindend maar worden wel als richtlijn
gebruikt. De site die erbij staat vindt hij heel belangrijk en is leerstof.
Dia 30. Op Europees niveau is het wel bindend. Wilde een uniforme … zodat er geen concurrentie
komt in Europa zelf. Elke dierenarts kan met diploma gaan keuren.
Het wordt vastgelegd in het groenboek en in het wit boek. Witboek legt wetgevend kader op aan de
lidstaten. De 5 grondbeginselen moet je heel goed kennen! Benadering, risicoanalyse,
,verantwoordelijkheid, traceerbaarheid, recht consument op informatie. Filmpje goed kennen op dia
32!
Eerste filmpje FAVV:
Veiligheid voedselketen. Europese voorderingen, die 5 grondbeginselen. Voorzorgsbeginsel past
eruopa toe. Als er een vermoede is dat een contaminant een risico kan zijn, is dat al genoeg om de
productie stop te zetten. Bv genetische gemodificeerde voedingsproducten. ALARA, blootstelling zo
laag mogelijk te houden door de streven naar een zo’n laag mogelijk contaminanten. Heel belangrijk
is de temperatuur.
Het is ontstaan uit meerdere federale organisaties. 1 doel: waken over de veiligheid van riek tot vork.
Controle, onderzoek en keuring in alle stadia. Dierenartsen checken vissen A, E of B label krijgen de
voedselproducten. B wordt het product naar het lab genomen. Ook wordt het personeel en het
gebouw waar het voedsel ligt, gecheckt. Bij de douane wordt ook gecheckt of het eten bijvoorbeeld
gekoeld is bewaard. Ook levende dieren worden gekeurd. Vito sanitaire controle om na te gaan of er
geen schadelijke organisme meekomen met internationale handel en kwaliteit controle voor de
verschillende normen. Container nummer checken en dan overeenstemmingscontrole, of de
verpakking vermeldt staat op het certificaat. Daarna in het lab onderzocht. Bij dieren verhandeling
weet FAVV wie de verkoper, koper en de transporteur is. Ze weten heel het parkour. Dit geeft
epidemiologische bewaking. FAVV heeft 5 verschillende laboratoria met allemaal een ander domein.
Ook heeft het een ondersteunende functie in export. Er zijn gidsen om autofcontrole te kunnen
uitvoeren. Ze krijgen hiervoor een bonus. 1 e comité raadgevend comité. 2e is wetenschappelijk
comité. Er is een meldingsplicht. Elke verantwoordelijke in de keten heeft deze plicht. Er zijn
meerdere communicatie methode’s. er zijn ook crisisprocedures. FAVV wordt gecontroleerd door
het europees veterinair controleorgaan comite en FZA
35)goed lezen, is examenstof
36) Intensief vs extensieve veehouderij
37) Open bedrijf is fokdieren van andere bedrijven halen en afmesten. Gesloten is bedrijf waar
zeugen bevrucht worden en eigen biggen vet worden gemest. Openbedrijf is vatbaarder voor ziektes.
Integratie is in sterk geindustrieerde houderijen. Voeder firma wordt ook eigenaar van de volgende
schakels voorwaarts. Achterwaards= vleesverwerkend bedrijf investeert in slachthuis en nog meer
opwaarts. Protocollen zijn beter gestroomlijnd, efficiënter gaan werken. Nadelen zijn monopolisering
van de markt en kans op fraude, fouten zullen sneller genegeerd worden.
Dia 38: niet meer alleen verkopen aan dichtbij gelegen dorpen, maar aan heel de wereld. Voedsel is
veel goedkoper geworden, te goedkoop? Iemand anders moet de prijs dan betalen. Om aan
schaalvergroting te doen, kan je de prijs van je producten reduceren. Schaalvergroting is ook
consumenten en landbouw en …
Dia 39: ziekte insleep omdat veel dieren erg op elkaar staan en ze worden snel besmet. De
contaminanten staan in het witte boek. Hoe groter het bedrijf, hoe groter de kans op ziekte en
verspreiding.
40) heel vaak is intensieve veehouderij niet goed voor het dierenwelzijn, maar het kan ook goed zijn.
, Artikel van dia 41 goed lezen
Hoofdstuk 2 oorsprong van voedingsproducten van dierlijke oorsprong
4) matrices= verschillende dierproducten, zoals wild en landbouwhuisdieren. De landbouwhuisdieren
lijst staat vast, deze dieren produceren mest. Dit mag gebruikt worden om akkers te bemesten. Lama
poep bv niet.
landbouwbedrijven nemen af maar dieren per landbouwbedrijf neemt toe. Regio’s die veel vee op
elkaar heeft, hoe kwetsbaarder voor epidemie.
Aantal melkkoeien zijn afgelopen jaren sterk gestegen, omdat het melkquotum is afgeschaft. Dat was
een max aantal liter per jaar per bedrijf toegewezen.
9) in belgie zijn schapen minder belangrijk geworden maar in nieuw zeeland etc wel belangrijker
11) pluimvee wordt steeds meer populairder. Er is nu vogelgriep in het land maar is onder controle
12) varkens zijn steeds minder populair. Het is zeer goedkoop, waardoor verkopers verlies maken.
16) ontwikkelingslanden zullende komende jaren erg gaan toenemen.
17) enkele legkip bedrijven houden zich enkel bezig met genetica. Selecteren op soort eieren en
gezondheid etc. De broeierij is erg digitaal. Hanen worden bij het uitkomen weggegooid en de
vrouwtjes naar de opfok bedrijven.
21) Verrijkte kooi is met 40 kippen met een krapmat, broedplek en stokken om op te zitten.
Legbatterij is links boven, vollaire systeem is links onder, midden is scharrel.
23) CCP is critical control points. Biosecurity= bedrijf beveiligen tegen infecties. Belplume is
organisatie die aan kwaliteitscontrole doet. Een kwaliteitslabel.
26)primaire en subfokkerij zijn voorouder en ouder bedrijven. Voor de selectie
26) vermeerderingsbedrijven zetten genetica om in bevruchte eieren. Hebben hoog
bioveiligheidsniveau. De kippen zullen gevaccineerd worden.
29) vleeskuikenbedrijf gaan kuikens exponentieel groeien, dit is de eind fase. Als 1 kuiken ziek is,
worden alle kuikens heel snel ziek. De gezondheid en de groeiprestatie is dus heel belangrijk.
Gemedicineerd voermengsel= voermengsel waar medicatie aan toe is gevoegd om besmettingen te
vermijden etc. dit is wel een gevaar zeker als het gaat om antibiotica kan zorgen voor resistentie
Vermijden dat residuen in het vlees komen te zitten door antibiotica om de mens ook zo gezond
mogelijk te houden. Dit is het one health concept
29) fagg= federaalagentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten. dierenarts is verplicht
elk antibioticum die gebruikt wordt te registreren.
30) aviaire influenza is geen zoönotische ziekte. Wel kan het de menselijke griep laten muteren.
Campylobacter geeft diarree. NCD is ook geen zoönotische ziekte
32) integratie= 1 eigenaar die de verschillende schakels op koopt en dat gaat managen en monitoren.
Extensieve varkensbedrijven kom je nauwelijks meer tegen