Samenvatting Wessels & Bosch Nationalisme, naties en staten, ISBN: 9789024433100 Politieke geschiedenis
Alles voor dit studieboek (2)
Geschreven voor
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Europese Studies
Keerpunten in de moderne Europese geschiedenis
Alle documenten voor dit vak (6)
1
beoordeling
Door: claudiakroon • 2 jaar geleden
Verkoper
Volgen
stellaavm
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Samenvatting Nationalisme, Naties en Staten (keerpunten)
Deel 2: Van patriottisme tot nationalisme voor 1815
De verlichting: van patrio naar natio (18e eeuw)
Waar het vaderland voorheen meestal op één lijn werd geplaatst met de res republica, verlegt
het accent zich meer en meer naar de natie. De verschuiving brengt een fundamenteel andere
visie met zich mee. Het natioebegrip wordt gepolitiseerd vanwege de in essentie culturele
betekenis, die in het begrip res publica ten hoogste een secundaire functie vervult. De filosoof
Giambattista Vico wilde aantonen dat de moderne wetten en instellingen die wij als rationeel
beschouwen juist zijn voortgekomen uit irrationele vooroordelen en gebruiken. tegenover de
rationalisten en natuurrechtgeleerden biedt Vico zo zicht op een andere moderniteit waarbij de
samenleving wordt opgevat als een organisch gegroeid geheel en het juist aankomt op de
culturele verschillen tussen naties die daarvan het gevolg zijn. Zoals Montesquieu (1689-
1755) bekritiseert ook Vico egoisme, ambitie en hang naar luxe als gevaren die het algemeen
welzijn en de daarmee verbonden vertu (patriotisme) bedreigen. Volgens Montesquieu heeft
iedere natie een eigen esprit generale, bepaald door klimaat en leefomgeving, religie, wetten,
zeden en gebruiken, en de politieke constitutie moet daarmee in overeenstemming zijn.
David Hume was minder geinteresseerd in zulke nationale verschillen. De vaderlandsliefde
van het republikeinse patriottisme betrof altijd primair de politieke gemeenschap en pas
daarna ook tradities, leefwijze en landschap. ‘Natie’ verweest daarentegen naar een door
herkomst bepaalde cultuur, waarbij ‘cultuur’ het politieke leven steeds meer insloot.
Er ontstond een groeiende interesse voor het vermeende individuele karakter van zulke
gemeenschappen en onderlinge verschillen. Twee belangrijke figuren hierin zijn: Jean-
Jacques Rousseau en Johan Gottfried Herder.
Rousseau kwam uit Frankrijk. In de achttiende eeuw was Frankrijk het machtigste land op het
europese continent. Alles werd bestuurd vanuit één centrum. Frankrijk was ook financieel en
moreel uitgeput door veel verloren oorlogen onder Lodewijk XVI. Volgens Rousseau moet er
vrijheid komen voor het volk die gelegen is in de overwinning op het egoisme en
materialisme, waaraan de moderne europese staten in zijn opzicht te gronde gaan. Rouseau’s
volonté générale representeert absolute sociale harmonie. Rousseau stelt de nation op één lijn
met het peuple. Zijn poltieke filosofie geeft wel blijk van een sterke afkeer van het
individualisme. Enerzijds beweegt zijn denken in de traditie van de verlichting, maar
anderzijds kan hij (samen met herder) worden aangemerkt als de belangrijkste bereider van de
romantiek. Rousseaus oplossing ligt in de verwachting dat de mens die niet hecht aan
persoonlijke macht of materieel gewin maar aan maat en morele vervolmaking, zijn
individuele bestemming vindt in de vereenzelviging met een gemeenschap van medeburgers
die elkaar kennen en de zelfde waarden en ervaringen delen. Zijn patriotisme geldt niet elk
vaderland, maar het eigen vaderland. Rousseaus patie is primair een politieke gemeenschap,
die in principe ook open staan voor vreemden die zich als burger de nationale cultuur en
leefwijze eigen maken.
Herder beweegt zich net als Rousseau in het spanningsveld tussen verlichting en romantiek.
Het Heilige Roomse Rijk waar hij leefde was echter niet gecentraliseerd maar bestond uit
,kleine staatjes. Herder is tegen het absolutisme dat vrije burgers tot slaafse onderdanen
degradeert, en tegen feodale verhoudingen waardoor de samenleving op kunstmatige wijze in
standen worden verdeeld. Hij beschouwt de mens als een geheel dat van nature is verdeeld in
diverse naties. Alle naties hebben in deze visie evenveel bestaansrecht, want alleen tezamen
geven zij inhoud aan het begrip mensheid. Herder heeft ook in hoge mate bijgedragen aan de
herwaardering van de middeleeuwen. ‘een ware nieuwe bloei van de menselijke ziel’. Wat hij
bewondert in de middeleeuwen is juist een cultuur die gedragen werd door het volk, een ruwe
maar ook krachtige cultuur vol heroiek en passie, en een collectieve maar daarom ook
anonieme cultuur die hij en zijn vele volgelingen ten tijde van de romantiek hoopten terug te
vinden door de bestudering en uitgave van oude volksverhalen en liederen. Ook vond Herder
dat het nationale karakter in hoge mate wordt bepaald door taal. Zijn ideaal is een cultureel
homogene samenleving waarin de staat, gegrondvest op het nationale principe, niet langer een
vreemde macht is en vrijwel overbodig wordt.
Rousseau en Herder markeren een overgang naar een nieuwe stijl van politiek waarin morele
en gevoelsmatige overwegingen een cruciale rol spelen: een stijl, die kenmerkend zal worden
voor negentiende eeuwse ideologien in het algemeen en nationalisme in het bijzonder.
Rousseau heeft een open karakter, waar beklemtoning van taal en cultuur de toegankelijkheid
voor buitenstaanders onvermijdelijk beperkt en Herders natie heeft meer een gesloten
karakter.
De Franse Revolutie en napoleontische tijd
De Franse Revolutie vormt de overgang van ancien régime naar moderniteit; van een relatief
statische hierarchisch geordende samenleving naar de dynamische, geindustrialiseerde
massamaatschappij. In augustus 1788 besloot Lodewijk XVI om voor het eerst sinds 1614 de
Staten-Generaal bijeen te roepen. Dat was het einde van absolute monarchie in Frankrijk. Het
verzet van standen tegen de centralistische politiek van de koning klonk reeds enige decennia
en werd geventileerd via de parlementen. Zij, de parlementen, vormden immers de natie en
gaven uitdrukking aan de ‘algemene wil’. De sociale verhoudingen hadden zich in anderhalve
eeuw immers ingrijpend gewijzigd door de opkomst van een krachtige middenklasse van
kooplieden, bankiers, ambtenaren, legerofficieren, vrije beroepen en intellectuelen. De
procedure van 1614 volgens welke elke stand, één stem vertegenwoordigde bleek voor deze
groep onaanvaqarbaar. De derde stand scheidde zich af als Nationale Assemblee en kreeg
daarbij steun van delen van de adel en geestelijkheid. De leden van de assemblee eisten nu de
erenaam ‘patriotten’, zij vertegenwoordigden de ware natie. Op 14 juli nam de bevolking van
Parijs, revolutionair gezind vanwege hoge voedselprijzen en werkloosheid, bezit van de stad.
De omvorming van het natiebegrip was ideologisch voorbereid door het invloedrijke pamflet
‘qu’est-ce que le tiers etat’ van de priester Sieyes. Hij verheft daarin de term nation tot een
strijdkreet in het verzet tegen adel en in mindere mate geestelijkheid. Sieyes gelooft niet in
zuiver bloed en gebruikt de afstammingsmythe als wapen tegen de adel. De natie van Sieyes
is een burgerlijke samenleving bestaande uit allen die economisch onafhankelijk en op grond
hiervan actief lid van de poltieke gemeenschap zijn.
De revolutionaire politiek was voor alles gericht op de mobilisatie van alle maatschappelijke
krachten om een sterke, homogene, gecentraliseerde samenleving te creeëren waarin alle
, sociale, regionale en culturele scheidsmuren zouden zijn geslecht. Het streven naar
centralisering, eigen aan de moderne staat, was reeds kenmerkend geweest voor het
absolutisme, dat er echter niet in was geslaagd om de macht van de standen te breken. Waar
de koning had gefaald, slaagden de revolutionairen erin de staat om te vormen tot een politiek
verband waarin ieder individu zich op directe en gelijke wijze verhoudt tot het centraal gezag.
Via een bewuste, van bovenaf gestuurde cultuurpolitiek werd een poging ondernomen
onderdanen te veranderen in enthousiaste strijdbare burgers. De opgave om boeren in
Fransen te veranderen, zou een langdurig proces vergen dat het karakter had van een
binnenlandse kolonisatie. Dat streven had reeds onder het absolutisme een aanvang genomen
maar werd nu door de revolutionairen tot hoogste prioriteit verheven. Regionalisme werd
onder meer bestreden door een bewust gevoerde taalpolitiek, waarbij dialecten plaats zouden
moeten maken voor de officiele staatstaal. Het nationale opvoedingsinstituur was bij uitstek
nog het leger. Vaderlandsliefde werd ook gepropageerd door de creatie van nationale
symbolen en rituelen, de nationale vlag, het eerste volkslied en door inrichting van het
pantheon als gedenkplaats voor de helden van de natie. Daarnaast werd het nationaal-
revolutionaire gevoel gestimuleerd door feesten, processies en plechtige bijeenkomsten met
een meer of minder ceremonieel karakter.
Het patriottisme stelde de revolutionairen in staat de bevolking naar believen te mobiliseren
tegen binnen- en buitenlandse vijanden die de nationale eenheid zouden bedreigen. Maar
vanaf 1792 nam deze vaderlandsliefde, die aanvankelijk samenging met de meer humanitaire
voorstellingen van de Verlichting, een agressieve, militante gedaante aan. De jakobijnen
ontwikkelden zelfs de gedachte van een nationale missie, gericht op de bevrijding der
mensheid. In april 1793 bepaalde Maximilien de Robespierre dat wie één natie onderdrukt de
vijand is van alle naties en door alle als een moordenaar diende te worden vervolgd. Dat was
weinig anders dan een vrijbrief voor expansie.
Vanaf 1796 volgden de succesvolle campagnes tegen de oostenrijkers in Italie, waarmee
Napoleon Bonaparte zijn reputatie vestigde. Nadat hij in 1799 de macht had gegrepen
werden de contouren van een door Frankrijk gedomineerd Europa zichtbaar. Er werden
hervormingen doorgevoerd zoals de inrichting van een uniform bestuurlijk apparaat, de
ordening der staats-financien, de invoering van een systeem van directe belastingen, een
wettelijke codificatie en verbeteringen in het onderwijs. Het was een Frans imperium dat het
gehele Europese continent omspande en daarbij geen rekening hield met het nationale
principie. De gewelddadige, op verovering gerichte politiek van Frankrijk wekte elders, met
name in Duitsland, scherpe reacties op in de vorm van nationale bewegingen. In diverse
Europese landen werden zo na 1815 stappen ondernomen om de samenleving te hervormen en
te komen tot een nationale staat.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper stellaavm. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.