Een structurele samenvatting van Cultuur, het vierde deel in de serie Elementaire deeltjes, de belangrijkste begrippen en namen per hoofdstuk en kopje. Ik heb er een 7,8 mee gescoord!
Inleiding
Proust: kunst is ons echte leven, de realiteit zoals we die hebben gevoeld of ervaren
Individuele perceptie van onze werkelijkheid. De manier waarop we een gebeurtenis hebben
ervaren/hoe we de werkelijkheid herinneren.
Tweeledig probleem ‘cultuurstudies’: abstracte begrippen moeilijk te begrijpen en: door
theorie van cultuur te bestuderen verlies intimiteit met je eigen wereld.
Jaren 1980: ‘dood van de auteur’ onoverkomelijke afstand schrijver als auteur van verhaal
en de te interpreteren tekst. Vroege 20e eeuw: ‘morele intentie’ van maker achterhalen door
auteurs levensloop te onderzoeken. Later nadruk op de interpretator, auteur bijzaak.
Nu: middenpositie.
Feit en fictie niet tegenpolen (Holocaust als nachtmerrie, reis naar de maan als droom).
Collectief besef dat geschiedenis niet enkel vooruitgang kent.
Cultuur containerbegrip. Vormen van kunst maar ook sociale groepen en
communicatiewetenschappen.
Tweedeling ‘cultuurgeschiedenis’ en ‘cultuurstudies’ ontstaan door scheiding Angelsaksische
analytische traditie en continentale traditie.
Bureaucratie en cultuur
Modernisme begin 20e eeuw: ideaal dat de mens zich zelfstandig kon cultiveren tot een beter
versie. Figuratieve kunst niet meer als uitgangspunt. Brancusy, James Joyce.
WOII als breuk: VN oprichting UNESCO. Wilkinson speech cultuur als ideologisch
medicijn tegen oorlog en geweld. Cultuur als onderdeel beschavingsoffensief. Begrip cultuur
dichtbij begrip beschaving. Cicero: cultiveren omgezet in geestelijke betekenis. Renaissance
humanisme: cultiveren van de geest als privéaangelegenheid.
Algemene beschaving als ideaal: elite die wel weet ‘hoe het hoort’.
DEFINITIE CULTUUR IN BOEK: het totaal aan collectieve representaties dat hoort bij een
bepaalde samenleving. Holistisch aspect kenmerkt alle academische disciplines die zich bezig
houden met cultuur.
Emile Durkheim (1858-1917): bedenker begrip ‘representatie’. Vader van sociologie
representatie als ‘vorm van expressie’. Nadruk op representatie creëert ruimtelijke afstand en
temporele afstand. Representatie vooral intuïtieve vorm van cultuur. Rationele weergave van
cultuur niet mogelijk. Omdat normen en waarden verleden vreemd zijn geworden, bestuderen
cultuur vertroebeld. Alleen maar reconstructies en analyses achteraf mogelijk.
Gaat bij representatie niet om hypothetische mentale voorstelling, gaat voor onderzoeker niet
om cultuurobject als product van de geest te duiden, maar als object van een maatschappij.
Probleem: wat doe je wanneer je niet beschikt over vorm van representatie, bv afwezig
cultuurobject?
‘paradoxale modaliteit van het bestaan’: er is een vorm van bestaan buiten het blikveld.
‘negatief’ van representatie. Vraag: ook niet-zichtbare elementen bestuderen of alleen harde
meetbare zichtbare feiten?
Meegaande cultuurinterpretatie: direct. Boodschap van de auteur of maker.
Tegendraadse cultuurinterpretatie: impliciet, analyseren elementen waarvan beeld zelf niet
bewust is.
, 1. De klassiekers
Voltaire (1694-1778): ‘uitvinder van de cultuurgeschiedenis’. Essay over de gewoontes en de
geest van de naties eerste poging ontwikkeling van westerse beschaving te schetsen.
Teleologisch. Rationele cultuurinterpretatie, zowel betr. op menselijk handelen als geheel als
op individu. Aristoteles als inspiratiebron, hij wees op onderscheid tussen actualiteit en
potentie van mens.
Teleologische interpretatie in verlichting ontstaan, 19e eeuw wortel geschoten. Germaine de
Staël (1766-1817) ‘het is de gigantische beschaving die de koning vervangt’. Nieuwe
tijdsgeest.
Onderscheid geschiedwetenschap en filosofie. Belangstelling voor ontwikkeling van ideeën in
de geschiedenis. Jules Michelet Histoire de France historiografie wetten en politieke
handelingen verbonden aan geschiedenis van ideeën en gewoonten. Hoe ontstond
belangstelling?
Frankrijk centrale rol in ontstaan wetenschappelijke methode om over cultureel verleden te
schrijven. Verlichtingstraditie en dramatische breuk. Maar ook Edward Gibbon. (blootleggen
ontwikkeling van westerse beschaving zelf aan hand van val Romeins Rijk).
Gibbon = Angelsaksische traditie geschiedenis verklarend en feitelijk gepresenteerd,
losstaand van filosofische interpretatie. Binnen traditie tegengeluid: Peter Brown (1935) draait
beschavingsideaal om, Christendom niet enige schuld van val Rijk.
Scheiding tussen tradities:
Angelsaksisch analytisch en descriptief, vooral politieke geschiedenis. Duidelijke scheiding
wijsgerige benaderingen en intellectuele en cultuurgeschiedenis. VS na WOII wel voorlinie
wat betr. vernieuwingen cultuurtheorie. In Europa teleologische beschavingsgedachte en
vooruitgangsdenken deuk na WOII.
Voor twee wereldoorlogen vooral de Duitse traditie bijgedragen aan cultuurgeschiedenis.
Herder en Hegel
Leopold von Ranke (1795-1886): empirische en ‘positivistische’ geschiedschrijving. In
dezelfde periode: historische stroming in Duitse romantiek die aanknoping zocht met
filosofie.
Von Herder (1744-1803): ‘Ideeën over de filosofie van de geschiedenis der mensheid’.
Kennis van ‘cultuurgedachte’ geen absoluut gegeven maar filosofisch-historische vraag. Elke
beschaving/periode/cultuur dient binnen eigen parameters bestudeerd te worden, dus niet
morele bril historicus. Historicisme. Renaissance als grote breuk. Begrip van Herder:
Zeitgeist.
Herders filosofie principieel onsystematisch. Gelooft niet dat een nieuw idee gepaard gaat met
systematiek. Systematiseren tegengesteld aan creëren van plan of idee, sluit kritische geest af
en houdt nieuwe inzichten tegen.
De mens is onvoorstelbaar veranderlijk, wat betr. omgang met begrippen, geloof, gevoel,
interpretatie. Ook binnen 1 periode verschillende mensen. Theorie van menselijke en culturele
veranderlijkheid grote invloed op hermeneutiek.
Hegel (1770-1831): onderscheid tussen 3 typen van ‘cultuurgeschiedenis’: oorspronkelijke
geschiedschrijving (ooggetuigen, kronieken), reflecterende geschiedschrijving (wetensch.) en
filosofische geschiedenis (teleologie). Renaissance als grote breuk. Humanistisch ideaal van
‘nieuwe mens’. Mens wordt moreel steeds beter. Anti-kerkelijk. Elite als uitgangspunt voor
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper laurajongv. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.