-GESLAAGD EERSTE ZIT MET 14/20-
WEL = theorie
GEEN = oplossingen van oefeningen! (hier heb ik geen toestemming voor, wel beschrijf ik HOE oefeningen opgelost kunnen worden, zonder voorbeeld)
inhoud = inleiding, RSZ-bijdragen en loonberekening, ziekte- en invaliditeitsverzekering, arbeidsongeva...
Sociaal recht 2
Inleiding
Rijksinstituut voor Sociale Verzekeringen der Rijksdienst voor sociale zekerheid (RSZ)
Zelfstandigen (RSVZ)
-> beschermt statuut van zelfstandige -> int en beheert sociale werkgevers- en
ondernemers werknemersbijdragen
-> bijdragen aan hun sociaal-economisch welzijn -> verschillende takken van de sociale zekerheid
vanaf oprichting tot pensioen financieren
1. Sociale zekerheid
= geheel van maatregelen en instellingen die aan elke burger voldoende bestaansmiddelen waarborgen
wanneer zijn bestaanszekerheid wordt bedreigd ten gevolge van bepaalde risico’s
Sociale bijstand
= residuaire regelingen
-> wanneer men geen rechten heeft op sociale zekerheid
Vb. niet gewerkt of nooit kunnen werken vanwege handicap
-> men heeft dan recht om voorzien te worden van voldoende inkomen
1. Maatschappelijke integratie = personen die over onvoldoende bestaansmiddelen beschikken en
aan de voorwaarden van de wet voldoen
-> drie middelen, vaak gecombineerd
1. leefloon
2. tewerkstelling
3. GPMI
2. Inkomensgarantie voor ouderen (IGO) = aanvullende uitkering voor 65-plussers die niet over voldoende
financiële middelen beschikken
3. Vlaamse sociale bescherming = zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden, ouderen en personen
met een handicap.
4. Federale tegemoetkomingen aan 1. Inkomensvervangende tegemoetkomingen (IVT)
gehandicapten -> tegemoetkoming die bedoeld is om het inkomen deels te
compenseren dat je door een handicap niet kan verdienen
, 2. Integratietegemoetkoming (IT)
-> tegemoetkoming voor de extra kosten die een persoon met een
handicap heeft om te kunnen deelnemen aan het
maatschappelijke leven
Sociale risico’s voor de bestaanszekerheid van de burger
1. Inkomen kan vermindert worden
Vb. werkloosheid, ouderschapsverlof…
-> sociale zekerheid vangt dan het inkomensverlies op
2. Uitgaven kunnen vermeerderd worden
Vb. extra belastingen
-> sociale zekerheid zal kosten gedeeltelijk opvangen of terugbetalen
2. Geschiedenis van de sociale zekerheid
Middeleeuwen
-> leefden in standenmaatschappij
Armoede
= straf van god, werd niet gezien als een sociaal probleem
Oplossingen
-> liefdadigheid (filantropie)
-> steun van de familie (meer in Zuid-Europa dan Noord-Europa)
Vb. Italianen blijven gemiddeld langer bij hun ouders wonen
Vb. Rusthuizen bestaan hier amper, zorg van de ouderen wordt door de familie opgenomen
Midden 19de eeuw
-> voedselcrisis
-> stijgende voedselprijzen
-> huisnijverheid verminderde sterk doordat er steeds meer fabrieken opgericht werden
-> grote verhuis naar de steden
Industriële revolutie
Coalitieverbod (1791 – 1866)
= verbod in België op het verenigen van werknemers
-> vakbonden werden juridisch gezien niet toegelaten
-> staken had strafrechtelijke sanctie tot gevolg
-> hadden geen kansen om druk uit te oefenen op de overheid
-> wel toegestaan om te verenigen ter oprichting van een hulpkas of ziekenfonds door vele armoede
Opheffing 1866
-> probleem was niet opeens opgelost
-> enkel de strafrechtelijke sancties werden opgeheven
-> staken werd toegelaten maar had nog steeds zware gevolgen
De Eerste Internationale
,= Internationale arbeiders-associatie (IAA)
-> internationaal verband van vakbonden
-> ontstaan uit een netwerk van arbeidsorganisaties dat georganiseerd werd in Brussel door Karl Marx en
Friedrich Engels
Ontwikkeling socialisme
Socialisme = ideologie die zegt dat de overheid zoveel mogelijk moet ingrijpen in een sociaal en professioneel
leven
Vb. arbeidsregels vaardigen, hogere belastingen voor de rijken ter compensatie, solidaire situaties creëren…
-> onze maatschappij heeft dus zeker socialistische kenmerken
Werkmansboekje
-> iedere werknemer had een werkmansboekje
-> werkgever hield werkmansboekje bij van werknemer
-> om commentaren in te vullen
Vb. dronken op het werk, niet uitgerust…
-> als fabriek dicht zou gaan, had men het werkmansboekje nodig op sollicitaties
-> systeem was compleet verwerpelijk (vorige werkgever had alle macht)
-> beperken van de kansen tot werk
Eind 19de eeuw + 20ste eeuw
1886
-> eerste sociale maatregelen na grote sociale onrust
1887
-> werkgevers worden verplicht werknemers in geld uit te betalen
1890
-> eerste werklozenkas
1903
-> wet op arbeidsongevallen
1925
-> verplicht pensioensysteem voor arbeiders en bedienen uit de privésector
-> ze worden verplicht een deel af te dragen maar hebben later wel recht op pensioen
1930
-> wet op kinderbijslag
1944
Citaat Henri Fuss
= sociale zekerheid is een noodzakelijke basis voor vrede op lange termijn
-> als rechten niet ingevoerd zouden worden, waren er meer kansen tot revoluties
-> zat niet echt in met lot van arbeiders, eerder met eigen lot (Vb. Bismarck in Duitsland)
Ontwerp van overeenkomst tot sociale solidariteit
, = systeem van verplichte sociale verzekeringen voor alle werknemers
-> verplicht in de zin dat men niet kon kiezen voor welke takken men betaalt
Vijf sectoren
1. Rust- en overlevingspensioen
2. Ziekte- en invaliditeitsverzekering
3. Werkloosheid
4. Gezinsbijlagen
5. Jaarlijkse vakantie
Inning van bijdragen
-> door nationale repartitiefonds (latere RSZ)
-> globale bijdrage van 23,5% van loon (8% door werknemer, 15,5% door werkgever)
Optrekken uitkeringen tot redelijk niveau
-> bij arbeidsongeschiktheid behield men 60% van loon
-> werd verminderd naar 50% na 1 jaar arbeidsongeschiktheid
-> gezondheidszorgen werden uitgebreid naar gehele gezin
-> pensioenen werden opgetrokken tot 50% van gemiddeld loon
-> deels via kapitalisatie (zelf een deel van loon in eigen potje steken, als men pensioen heeft krijgt men bedrag)
-> deels via repartitie (nu RSZ-bijdragen betalen, later pensioen krijgen van publieke middelen)
Ondertekening van Besluitwet op de sociale zekerheid
-> tijdens het Ardennenoffensief (28 december 1944)
Naoorlogse periode
Taak van sociale zekerheid verandert
-> eerst bestrijding van armoede, nu behoud van welvaartsniveau
-> overheid heeft een minimum en maximum bedrag dat ze uitgeven per dag
Sociale uitkeringen veranderen
-> van eenzelfde bedrag voor iedereen naar een percentage van het eigen loon
Verandering in pensioenstelsel
-> van kapitalisatie naar repartitie
-> 75% van gemiddeld loon voor gezinshoofden
-> 60% voor anderen
Ziekte en invaliditeitsverzekering
- afspraken over tarieven van artsen
Overige gebeurtenissen
-> ontstaan sociale zekerheid voor zelfstandigen
-> toelage voor moeder aan de haard (al snel afgeschaft)
-> algemene koppeling van de lonen en uitkeringen aan de consumptieprijsindex (indexeringen)
-> wet op bestaansminimum (RMI)
-> invoering burgpensioen
-> invoering artikel 23 (sociale grondrechten)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Simmy1998. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €13,49. Je zit daarna nergens aan vast.