Samenvatting boek IOM
Foundations of Qualitative Research for Education
Term ‘kwalitatief onderzoek’: eind ’60 als overkoepelende term voor meerdere
onderzoeksbenaderingen met gemeenschappelijke kenmerken:
Rijke beschrijvingen van mensen, plaatsen, conversaties, …
Begrijpen van gedrag vanuit het referentiekader van de onderzochte
Dataverzameling vaak door langdurig contact met mensen in eigen context
o Participatief onderzoek
o Diepte-interviews
o Life History: interpretatie van iemands leven
Geen vaste structuur/uitkomst vb. geen vragenlijsten
Naturalistisch: onderzoeker vaak naar plaatsen waar gebeurtenissen zich voordoen
Kenmerken van kwalitatief onderzoek
1. Naturalistisch: data wordt verzameld in context van onderzochten. Er is interesse in de context,
gezien menselijk gedrag hierdoor beïnvloed wordt.
2. Beschrijvende gegevens: data is in woorden in plaats van cijfers. Niets is triviaal; alles kan van
belang zijn: geen reductie van gegevens.
3. Bezorgdheid rond proces: het gaat niet enkel om het eindproduct vb. hoe komt het dat mensen
bepaalde labels hanteren?
4. Inductief: geen data zoeken om bepaalde hypotheses te bewijzen: bottom up. In het begin is er
openheid, naar het einde toe wordt het specifieker.
5. Betekenis: hoe geven verschillende mensen zin aan hun leven? Wat zijn andermans
perspectieven? Vb. terugkoppelen van onderzoeksresultaten: klopt het?
Tradities in het kwalitatief onderzoek
Antropologen en sociologen hebben altijd hun data verzameld ‘in het veld’ opdat ze zouden
begrijpen hoe mensen betekenis geven aan hun leven vb. Margaret Mead.
Chicago School was een groep sociologische onderzoekers die lesgaven op de Universiteit van
Chicago. Het gaat om case studies. Het gaat om gemarginaliseerde groepen die een stem krijgen.
Onderwijskundige sociologie: mensen zijn verbonden met elkaar via interconnecties.
Social Survey Movement: samenleven bij mensen om hun perspectieven te begrijpen. Het gaat bv.
om life histories en diepte-interviews. Ook hier ging het vaak om gemarginaliseerde groepen.
1
, Ideologische invloeden: hoe wordt macht verdeeld in de samenleving? Groepen als vrouwen,
homoseksuelen en etnische minderheden: hoe zijn zij gemaakt tot ‘de ander’? Vaak waren er
ideologische conflicten rond macht.
Kwalitatief onderzoek Kwantitatief onderzoek
Veldwerk, beschrijvend, participatieve Experimenteel, positivistisch, statistisch,
observatie, case study, narratief, interpretatief empirisch, wetenschappelijke methode
Betekenis, proces, grounded theory, dagelijkse Variabelen, operationaliseren, hypothesen,
leven validiteit, predicties
Symbolische interactie, cultuur, idealisme Realisme, positivisme, systeemtheorie,
behaviorisme
Sociologie, geschiedenis, antropologie Psychologie, economie, sociologie, politieke
wetenschappen
Begrip ontwikkelen, grounded theory, multiple Testen theorieën, statistische beschrijvingen,
realities beschrijven, sensitizing concept predicties, relaties tussen variabelen
ontwikkelen
Beschrijvend, persoonlijke documenten, foto’s, Kwantitatief, metingen, statistieken
woorden van mensen
Sample: klein, niet- representatief, snow ball Sample: groot, controlegroepen, random
sampling selection
Observatie, interviews met open einde Experimenten, vragenlijsten, gestructureerde
observatie
Inductief Deductief
Selectiestrategieën voor participanten:
Extreme Sampling: cases die ongewoon of speciaal zijn
o Vrouwelijke wetenschappers op Antartica
Homogene Sampling: alle gelijkaardige cases om een subgroep in diepte te bestuderen
Maximum Variatie Sampling: cases van een continuüm van variaties
o Verschillende etnische achtergronden in een bepaalde studie
o Zoektocht naar patronen in een grote variatie
Theoretische Sampling: cases, personen, activiteiten selecteren doorheen evoluerende theoretische
constructen in een onderzoek (~grounded theory).
Snowball Sampling: mensen die mensen kennen die tegemoet komen aan de onderzoeksinteresses.
Dit mag je enkel gebruiken wanneer er geen andere manier bestaat,
o Gewapende overvallers
Convenience Sampling: cases selecteren omwille van het feit dat het ‘goed uitkomt’.
o Lage geloofwaardigheid en vrij ongepast
Qualitative Interviewing
Gestructureerd interview Kwalitatief interview
Lijst met gesloten antwoorden; rigide Lijst met gebieden; flexibel
Antwoorden komen uit een lijst Aanmoedigen van open antwoorden
Kwantitatieve analyse Kwantitatieve analyse onmogelijk
2
, Kort en duur voorspelbaar Langdurig en duur onvoorspelbaar
Meestal niet opgenomen Digitale opname vaak essentieel
Structuur: validiteit, betrouwbaarheid Moeilijk punt
Interviewer: vragensteller + antwoordopnemer Interviewer: actieve luisteraar
Gestuurd door onderzoeker: niet verkennend Vaak gestuurd door antwoord interviewee:
verkennend
Standaardisering van de vragen en antwoorden Tekort aan standaardisering
Rigide Flexibel
Interviewer is niet echt betrokken Interview afgenomen door onderzoeker
Hypotheses testen Verkennend
Meestal geen tweede interview Gepast om vaker te interviewen
Voor het interview:
Ontwikkeling van onderzoek: doelstellingen van het onderzoek
Voorbereiding van het interviewschema: hoofdlijnen van het onderzoek (NIET focus van het interview:
actief luisteren en inspelen op de antwoorden)
Is het gepast voor diepte-interviews?: is de taal gepast voor je doelgroep?
Pilots: uittesten in aantal oefeninterviews
Vergelijkingen tussen interviews: er worden meerdere interviews gedaan
Communicatie tussen interviewers: zijn er meerdere interviewers? ~ problemen met overeenkomsten
Samples selecteren: opmaken van lijst van organisaties/participanten die willen meewerken + relaties
opbouwen
Management van participanten: bedankbriefje, telefoneren voor het interview, achtergrondinformatie
rond onderzoek geven.
Selecteren van interviewlocatie: lange interviews, dus gepaste locatie is van belang.
Tijdens het interview:
Opname interview: nadenken over je keuze
Oriëntatiefase van het interview: jezelf voorstellen, uitleggen dat interviewee vragen mag stellen, …
Wat kwalitatieve onderzoekers doen tijdens het interview:
o Geen gedetailleerde notities maken: notities als geheugensteuntje
o Niet veel praten vanuit de interviewer
o Antwoorden niet onderbreken
o Inspelen op antwoorden van de interviewee
o Stiltes efficiënt gebruiken
Interview naar een conclusie toe brengen: formeel bedanken, vragen laten stellen, …
Na het interview
Ondersteuning voor de interviewer: soms gevoelige onderwerpen die zorgen voor stress
Databescherming en –management
Transcriptie van data
Kwaliteit in kwalitatieve interviews
3