Politicologie: Algemene inleiding
(H1-H13)
H1: Politiek & Politieke Wetenschap
1. Wat is Politiek
Definitie = al wat te maken heeft met het sturen van een samenleving.
2 elementen in de definitie: sturen en samenleving
1) Polis = stad = samenleving : een samenleving kan van alles zijn, je familie, sportclub etc. Daarom is
politiek gelaagd, er zijn verschillende gemeenschappen denkbaar.
2) waarom hebben we nood aan sturing? : als mensen zijn we geneigd om met elkaar te gaan
samenleven. Aristoteles: mens WIL een deel uitmaken van de gemeenschap mens is een
sociaal wezen = zoon politikon.
- diversiteit: we zijn heel anders, we hebben andere noden en we hebben andere visies (zorgt er voor
dat samenleven niet zo goed gaat, daarom hebben we dus sturing nodig)
- schaarste: de middelen om te herverdelen in een gemeenschap zijn beperkt (andere reden waarom
we nood hebben aan sturing)
Een samenleving kan op veel verschillende manieren georganiseerd worden.
Meer kritiek op de gijzeling van experten. (bv Marc Van Ranst) technocratisch bestuur
Zij kunnen alleen maar advies geven aan de politici.
2. Variaties in Politiek
1) Variatie op niveau van de samenleving
- territoriaal: lidmaatschap is verbonden aan grondgebied. Bv: staten
- niet-territoriaal: je kan zelf kiezen of je lid wordt, of je weg wil of niet. Bv: verenigingen
Sturing van de staat heeft een impact op ons leven. Bv. we gaan niet naakt komen
Er is een mogelijkheid tot opt out bij niet-territoriaal, bij territoriaal is dit veel moeilijker (verhuizen,
identiteitskaar veranderen)
2) Variatie op niveau van inhoud en reikwijdte
De staat heeft een zeer brede reikwijdte, en die is historisch gegroeid. vanuit de samenleving zijn
er constant nieuwe vragen om door de staat te laten regelen.
Sturing van de staat was niet altijd democratisch of gekoppeld met politieke inspraak.
T.H. Marschall: Vandaag de dag staan burgerlijke, politieke en socio-economische rechten in de in de
grondwet bv van sociaal recht: je kan geen volwaardig burger zijn zonder huisvestiging, creatie
van OCMW’s vroeger weinig steun aan de armeren.
Er is een onderscheid tss burgerlijk en politiek recht.
Scheiding tss publieke en private sfeer: het privéleven is een sfeer waar de politiek niet aanwezig is of
mag zijn, maar de grens tss beide sferen is voortdurend in beweging bv:
- Feminisme: vroeger was gedwongen seksualiteit binnen het huwelijk een privézaak, onder druk van
de vrouwenbeweging mag de overheid zich nu bemoeien met partnergeweld
- recht op ontkoppelen: geen werk mails meer beantwoorden na 20 u
,- Terrorisme en privacy: ze luisteren nu telefoons af in de strijd tegen terrorisme
- Kinderrechten- en bescherming: nu mag je geen pedagogische tik meer geven
Verschil tss politisering en depolitisering:
- Politisering : proces waarbij nieuwe dingen op de agenda komen. Meer thema’s worden politiek
gemaakt. We hebben nood aan sturing voor dit probleem te kunnen oplossen
- Depolitisering: het politieke karakter wordt weggenomen, er worden zaken van de agenda gehaald,
het is toch geen thema waar de politiek zich mee moet bezighouden
bij beiden zien we dat de grenzen tss privaat & publiek worden onderhandeld
3) Variatie in vormen en regimes
Hoe functioneert een politiek systeem
- democratisch of autoritair (= geen inspraak)
- meerderheid of consensus (= iedereen is het eens)
- unitair (= gecentraliseerd bestuur) of federaal
- unicameraal of bicameraal (hoeveel kamers?) België Bicameraal (kamer en senaat)
democratisch:
- macht is tijdelijke en verspreid over verschillende groepen
- toestemming om regels te maken en op te leggen is door dat de bevolking stemt op
vertegenwoordigers
- fundamentele rechten worden erkend en beschermd
Voorbeelden van Politiek:
- Banksy: sturing: stadsbestuur gaat bepalen wat kan en wat niet
- Ghandi: normen en waarden worden gecommuniceerd, borden met waar hij voor stond en het is
een gift het is dus politiek
- Straatnamen opwaarderen en feminiseren
- burgers en kranten gaan hun normen en waarden laten zien (via posters, etc)
- films: kritiek op industriële arbeid, aanklacht tegen manier van organiseren van de maatschappij
- artikels: beschouwd als grensverleggend omdat beide landen niet zo voor LGBTQI zijn. Op het lokale
niveau komen ze met elkaar overeen, het is op hoger niveau dat de landen problemen met elkaar
maken
politiek is niet alleen op topdown niveau, wij doen ook mee aan sturing (de mensen). Politiek kan
zowel formeel als informeel zijn
4) Variatie in politieke instellingen en procedures
iets concreter dan de grote classificatie in regimes
In Democratische regimes wordt het recht om te besturen veroverd door verkizeingen. Maar
verkiezingen kunnen op veel verschillende manieren georganiseerd worden
3. Politieke Wetenschap: Politicologie, huh?
Politicologie = het nauwkeurig analyseren van feiten en processen. Politicoloog zal uitspraken doen
die gebaseerd zijn op politieke wetenschappelijke inzichten.
Doel van politieke wetenschap = politieke gebeurtenissen en instellingen proberen begrijpen,
verklaren en analyseren.
Politicologen vertellen over de samenleving maar niet zoals anderen, ze volgen bepaalde regels:
1) Intellectuele distantie: In de vraagstelling zit onze heersende achterliggende normen en waarden,
,we zijn niet perfect neutraal. Belangrijke regel is geen anekdotiek gebruiken “mijn zoon speelt
voetbal en daar is geen racisme, dus het bestaat niet” mijn eigen wereld bepaald de maatschappij
niet, het is geen bewijs.
2) Data systematisch verzamelen en analyseren: Inzicht kan alleen verkregen worden door bewust en
systematisch heel veel info te verzamelen, voortdurend, gedreven door de wil om het politiek
verschijnsel beter te begrijpen.
Veel data verzamelen en zoeken naar patronen, proberen vergelijken en zoeken naar factoren.
3) Bewuste keuze van technieken: Gebruikte methode hangt af van de vraag die beantwoord moet
worden.
Gaan we kwantitatieve of kwalitatieve gegevens verzamelen
4) Openheid en transparantie: Het is heel moeilijk om je stuk gerapporteerd te krijgen.
Openheid = Altijd zeggen wat je doet en waarom
Peer review = artikels worden pas gepubliceerd na een strenge en anonieme selectie door
vakgenoten
Open access = moet gratis zijn, geef je data zodat iedereen het kan zien en nadoen en controleren
4. Instrumenten van de politieke wetenschap
Instrumenten = hulpmiddelen die het mogelijk maken om de politieke gebeurtenissen te ontleden en
te classificeren, die het mogelijk maken om logisch te redeneren
Hoe gaan we nu te werk?
Een aantal instrumenten die we hanteren:
1) Concepten: We gaan begrippen afbakenen. We gaan definitie aan ontlenen.
Helpt om classificatie te maken, dient om het denken te organiseren.
Concepten zijn vaak moeilijk te definiëren, er is geen eenduidige definitie.
Robert Dahl: Essentie van democratie = Polyarchie
Een democratie in de letterlijke figuur van zelfbesturing is fictie, dus laten we kijken naar werkelijke
democratisch concept van Polyarchie ontwikkeld
- een bestuur van velen voor velen (we doen niet elke dag letterlijk aan zelfbestuur)
- Als wetenschapper moet je de moeite doen om je concept te definiëren, die scheppen duiding hoe
je tewerk bent gegaan en opent discussie met anderen.
2) Modellen: We bestuderen de maatschappij die complex is en als we er iets over willen zeggen
moeten we ze minder complex maken, maar we willen niet alles weten.
We werken als een landkaart; 2 andere modellen van ons land, we kunnen er andere zaken uit
afleiden.
model = reductie van de werkelijkheid met het doel iets te communiceren op een heldere manier.
Easton’s model (1965): het politiek systeem
Kringloopmodel van het politiek systeem, een systeem dat input en output genereerd.
- inpunt van burgers d.m.v. eisen teveel eisen zorgt voor overload die het systeem niet kan slikken
! Niet elke eis vertaald zich in input bv je gaat niet naar de overheid om te klagen over je buurman
die zijn gras maait.
- Gatekeepers (= partijen, verenigingen, actiegroepen) proberen de vragen mee op de agenda te
, krijgen filteren en helpen burgers om het op politiek niveau te krijgen. Maar zij hebben vaak ook
hun eigen agenda’s.
Eisen = vragen vanuit individuen of groepen om een politieke oplossing van een probleem
oplossing: de hele samenleving krijgt een regel opgelegd
Volume overload = eisen zijn te talrijk
Content overload = eisen zijn te gevarieerd
Gigantische simplificatie van de werkelijkheid, maar we begrijpen wel dingen.
3) Theorieën: relaties tss fenomenen in de werkelijkheid
Uitspraken over relaties tss empirische fenomenen, dankzij theorieën creëren we verwachtingen, en
zo kunne we hypothese vormen die we later kunnen toetsen om theorieën te verifiëren
Mensen zijn veel te ingewikkeld, we kunnen moeilijk voorspellen en bestuderen zoals in de exacte
wetenschappen (bv zwaartekracht), we gaan eerder kansen formuleren
Theorie is concreter dan een concept of model. Het geeft aan hoe politieke verschijnselen met elkaar
in verband staan.