Teamleren & Groepsdynamica AJ 2020-2021 Prof. Katrien Vangrieken & Martin Euwema
Thema 1 – Groepsvorming & -
ontwikkeling
Intro groepen
Groepen: ‘Two or more individuals who are connected by and within social relationships’
Er zijn verschillende soorten sociale relaties: familiebanden, taakgerelateerd, vriendschap, interesses, …
Taxonomie
- Primaire groepen: Familie, hechte vrienden, …
- Sociale (secundaire) groepen: Teams, studiegroepen, crews, …
- Collectieven: Publiek, wachtrij, menigte, …
- Categorieën: Mannen, dokters, etnische groepen, …
Basisfuncties van groepen
Belongingness hypothesis: mensen hebben natuurlijke behoefte om zich aan te sluiten bij anderen
- Affiliatie: ergens bij horen, geaccepteerd worden
- Zekerheid: voelen zich sterker
- Intimiteit: contacten met anderen
- Sociale steun: aanmoedigen, opbeuren
- Sociale vergelijkingsinformatie: info over hoe vergelijkbare anderen het doen
- Invloed: mogelijkheid om invloed uit te oefenen (macht van groepen is groter, kunnen meer mensen
bereiken + invloed op groepsleden)
- Status: lidmaatschap van een groep die anderen belangrijk vinden
- Productiviteit: productiviteit verhogen, persoonlijke en gezamenlijke doelen realiseren
- Exploratie: info, nieuwe ideeën, nieuwe ervaringen, mogelijkheden om te leren van elkaar
Functies van groepen: Basale behoeftes
Fundamentele interpersoonlijke relaties theorie
Groepslidmaatschap (Schutz, 1958)
- Inclusie/Affiliatie
- Affectie/Intimiteit
- Controle/Invloed
Bepalen hoe we andere mensen behandelen & hoe we graag willen dat anderen zich naar ons opstellen.
Sociale identiteit: An individual’s sense of self derived from relationships and memberships in groups; those
aspects of the self that are assumed to be common to most or all of the members of the same group or social
category.
De groep bepaalt voor een stuk je identiteit (identificatie met de groep).
De groep kent een sterke invloed, denk aan het conformisme: invloed van groepen op een persoon worden
vaak onderschat.
Fundamentele attribution error: Eigen gedrag toeschrijven aan eigen gedrag en eigen verlangens.
1
,Teamleren & Groepsdynamica AJ 2020-2021 Prof. Katrien Vangrieken & Martin Euwema
Cohesie – ‘Lijm’ van groepen
Members are joined together by strong interpersonal bonds and by a shared commitment to the group and its
goals.
Eenheid verschillende oorzaken & processen
Bronnen van cohesive:
- Sociale cohesie
- Taakcohesie
- Collectieve cohesie
- Emotionele cohesie
- Structurele cohesie
Sociale cohesie
Hoe vinden mensen elkaar en de groep leuk?
Interpersoonlijk: vriendschapsbanden, elkaar leuk vinden
Aantrekking tot de groep: aantrekking tot de groep als geheel, de groep als geheel leuk vinden
Taakcohesie
Gedeelde toewijding van het team om het doel te bereiken.
Hangt samen met:
- Collective afficacy: de groep kan doelen/taken realiseren
- Group potency: positieve verwachtingen, kansen van de groep om succesvol te zijn
Collectieve cohesie
Wij-gevoel, de groep verenigt de leden, sterke sociale identiteit.
Gedepersonaliseerde aantrekking tot de groep als geheel.
Emotionele cohesie
Emotionele status op groepsniveau (groepsmoraal/groepstrots) Denk aan de teamspirit
Structurele cohesie
Eenheid binnen de groep die voorkomt uit onderlinge rollen en relaties
Gevolgen van cohesie (+/-)
- Tevredenheid groepsleden Risico’s
o Risico = sterk samenhangende groep, lastig voor een nieuw persoon om lid te voelen, mensen
die wat minder lid zijn voelen zich sneller een outsider
- Invloed
o Druk tot conformisme Groepsdruk
Groepsdruk: bij veel cohesie ontstaat er een groepsmening waardoor afwijkende
meningen en kritieken voor zichzelf worden gehouden
Kan leiden tot vijandigheid of minderwaardigheid (ingroup/outgroup)
- Productiviteit +/-
o Veel cohesie leidt tot betere prestaties, betere prestaties leidt tot meer cohesie
2
, Teamleren & Groepsdynamica AJ 2020-2021 Prof. Katrien Vangrieken & Martin Euwema
Groepsdynamica
Groepsprocessen
Groepsdynamica = interpersoonlijke processen die optreden in en tussen groepen, doorheen de tijd.
- Formatieve processes
o Denk aan cohesie
- Influence processes
o Invloed/controle Hiërarchie
- Performance processes
o Taakgericht Besluitvorming
- Conflict processes
o Conflictomgang
- Contextual processes
o Fysieke en sociale omgeving
Interactie, ‘wat doen teamleden?’
Interpersoonlijkj gedrag (Bales)
o Taakprocessen: gericht op realiseren van de taak
Voorbeeld: Plannen, vooruitgang monitoren
o Team/Relatie-processen: gericht op interactie, interpersoonlijke relaties tussen teamleden
Voorbeeld: Conflict, emotionele ondersteuning, complimenten of kritieken geven
GroepsDYNAMICA
Groepen zijn dynamisch groepen & processen veranderen continu: bepaalde regelmaat in patronen
verandering over groepen heen.
Theorieën rond groepsontwikkeling: Beschrijven van terugkerende patronen van verandering in groepen
(structuur en interactie).
Fasemodel: Tuckman & Jensen
Gaat niet per se om tijd an sich, maar om processen die
plaatsvinden wanneer groep evolueert van verzameling van
individuen naar een samenhangende eenheid.
Vaste fasen, vaste volgorde, parallelle ontwikkeling op taak-
en relatiespoor.
3