Tot in de 18e eeuw beschikte de mens slechts over 2 lichtbronnen: natuurlijk daglicht en de
vlam als kunstmatige lichtbron
Met de uitvinding van de gasverlichting en later de elektrische lichtbronnen begon een
nieuw tijdperk
Kwantitatieve lichtplanning
Door de toenemende industrialisatie werd op vlak van de werkplekverlichting de invloed
van verlichtingssterkte en -soort op de effectiviteit van de productie onderzocht
Hierdoor ontstond een omvangrijke regelgeving, die minimale verlichtingssterkten en
kwaliteiten van de kleurweergave en anti-verblinding aangaf
- Diende als richtlijn voor de verlichting en bepaalt tot op heden de praktijk van de
lichtplanning
Psychologie van de waarneming viel buiten beschouwing
- Hoe de mens de ruimte duidelijk waarneemt en hoe verlichting ook een esthetisch
effect overbrengt, viel buiten de kwantitatieve verlichtingsregels
Kwalitatieve lichtplanning
De uitgangspunten van een nieuwe verlichtingsfilosofie, die niet langer uitsluitend naar
kwantitatieve aspecten vroeg, ontstonden na WOII in de VS
Door de uitbreiding van de fysiologie van het oog + de psychologie van de waarneming,
werd er met alle factoren in het wisselspel tussen de waarnemende mens, de geziene
objecten en het overbrengende medium licht rekening gehouden
De waarnemingsgeoriënteerde lichtplanning dacht niet meer voornamelijk in de
kwantitatieve begrippen van de verlichtingssterkte of de luminantieverdeling, maar in
kwalitatieve factoren
Op waarneming gerichte lichtplanning
De waarnemingsgeoriënteerde lichtplanning in de jaren 60 beschouwde de mens met zijn
behoeften als actieve factor in de waarneming en niet meer louter als ontvanger van een
visuele omgeving
1
,Richard Kelly (1910-1977)
Pionier in de kwalitatieve lichtplanning: hij voegde de beschikbare suggesties uit de
waarnemingspsychologie en toneelverlichting samen tot een eenduidig concept
Hij verving de vraag naar de lichtkwantiteit door de vraag naar de afzonderlijke kwaliteiten
van licht, volgens een reeks functies van licht die op de waarnemende kijker waren gericht
3 basisfuncties:
- Ambient luminescene (licht om te zien)
- Focal glow (licht om naar iets te kijken)
- Play of brilliants (licht om naar te kijken)
Licht om te zien (algemene verlichting)
Zorgde voor een algemene verlichting van de omgeving, het zorgde ervoor dat de omringde
ruimte, zijn objecten en de mensen erin zichtbaar waren
Komt in grote mate overeen met de kwantitatieve lichtplanning
- Anders: licht om te zien was geen doel op zich, maar vormde slechts de basis voor
een verdere lichtplanning
Er werd niet gestreefd naar een algemene verlichting van een vermeende optimale
verlichtingssterkte, maar naar een gedifferentieerde verlichting, die op het basisniveau van
het ambient light voortborduurde
Licht om naar iets te kijken (accent verlichting)
Licht verkreeg hier voor het eerst uitdrukkelijk de taak om actief mee te werken aan het
overdragen van informatie
- Hierbij werd rekening gehouden met het feit dat helderverlichte gedeelten
onwillekeurig de aandacht van de mens naar zich toetrokken
Zones met belangrijke informatie konden door een benadrukte verlichting naar voren
worden gehaald, storende informatie werd door een lager verlichtingsniveau naar de
achtergrond verplaatst
Licht om te bekijken (decoratieve- of sfeerverlichting)
Ontstond uit het besef dat licht niet alleen op informatie kan wijzen, maar ook zelf
informatie vormde
- Met name aan representatieve ruimtes verleende ‘licht om te bekijken’ levendigheid
en sfeer
Wat traditioneel door kroonlichters en kaarsvlammen werd gecreëerd, kon ook in een
moderne lichtplanning worden bereikt door het gerichte gebruik van lichtsculpturen of het
creëren van sprankeling op verlichte materialen
2
,Seagram Building
Architecten: Ludwig Mies van der Rohe & Philip Johnson
Plaats: New York, 1957
Visie: een uit de verte herkenbare toren van licht
- Kelly en de architecten bereikten dit door het gebouw van
binnenuit te laten oplichten met verlichte plafonds
New York State Theater
Architect: Philip Johnson
Plaats: New York, 1965
Kelly onderzocht kristallijne structuren, om de kroonlichter in de
toeschouwersruimte en de verlichting van de balustrades in de foyer te
ontwikkelen
Kroonlichter werd samengesteld uit een veelvoud van meerdere kleinere
‘lichtdiamanten’
Kimbell Art Museum
Architect: Louis I. Kahn
Plaats: Fort Worth, Texas, 1972
Kahn ontwierp en reeks van noord-zuid gerichte galerieën met gewelvenplafonds, die in het
midden voorzien waren van een lichtvoeg
Kelly ontwierp het lichtleidsysteem met de gewelfde aluminiumplaat
Wiliam Lam (1924-2012)
Een van de meest betrokken voorvechters van een kwalitatief georiënteerde lichtplanning
Maakte in jaren 70 een criteriacatalogus voor de contextgeoriënteerde beschrijving van de
vereisten aan een verlichtingsinstallatie
Onderscheid tussen 2 hoofdgroepen van criteria:
- Activity needs
o Vereisten die uit de actieve bezigheden in een visuele omgeving ontstaan
- Biological needs
o Vatten in iedere context de geldige psychologische vereisten aan een visuele
omgeving samen
3
, Activiteitsbehoeften
Er wordt een functionele verlichting nagestreefd, die optimale omstandigheden schept voor
de overeenkomstige activiteit
Anders dan de vertegenwoordigers van de kwantitatieve lichtplanning keert Lam zich echter
tegen een continue verlichting die altijd volgens de zwaarste kijktaak moet plaatsvinden
Hij eist meer een gedifferentieerde analyse van alle voorhanden kijktaken op locatie, type
en frequentie
Biologische behoeften
Omvatten verregaand onbewuste behoeften, die voor een emotionele waarneming van een
situatie essentieel zijn
- Richten zich op het welbevinden in een visuele omgeving
Lam gaat bij zijn definitie uit van het feit dat onze blik slechts op momenten van opperste
concentratie uitsluitend op 1 kijktaak richt
- Bijna altijd wordt de visuele aandacht van de mens uitgebreid naar de waarneming
van zijn totale omgeving
Oriëntatie
Onder de fundamentele psychologische vereisten die aan een visuele omgeving worden
gesteld noemt Lam in de eerste plaats de behoefte aan een eenduidige oriëntatie
Oriëntatie omvat echter ook de informatie over verdere aspecten van de omgeving
bijvoorbeeld het tijdstip het weer of wat er in de omgeving gebeurt
Begrijpelijkheid
Een tweede groep van psychologische vereisten heeft betrekking op de overzichtelijkheid en
begrijpelijkheid van de structuur van de ruimte
- Hierbij is allereerst de voldoende zichtbaarheid van alle deelruimtes van belang,
deze bepaalt het gevoel van veiligheid in een visuele omgeving
De overzichtelijkheid heeft echter niet alleen betrekking op volledige zichtbaarheid, deze
omvat ook de structurering, de behoefte aan een eenduidige en geordende omgeving
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper evasneyers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.