,Inhoud
1. Inleiding ........................................................................................................................ 4
1.1 Anatomische indeling.............................................................................................. 4
1.1.1 Het centraal zenuwstelsel ................................................................................. 4
1.1.2 Perifeer zenuwstelsel........................................................................................ 4
1.2 Functionele indeling van het ZS .............................................................................. 4
2. Zenuwweefsel ............................................................................................................... 6
2.1 Samenstelling zenuwweefsel ................................................................................... 6
2.2 Fysiologie van zenuwweefsel: “Het ontstaan, geleiden en verwerken van
zenuwimpulsen” ................................................................................................................ 6
2.3 Organisatie binnen zenuwweefsel: Structuren voor verwerking ............................... 8
2.3.1 Structuren voor aan- en afvoer ......................................................................... 8
3. Bloedvoorziening van de hersenen ................................................................................ 8
3.1 Bloedtoevoer van de hersenen ................................................................................. 8
3.2 Bevloeiingsgebieden van de 3 hersenarteries ........................................................... 9
3.3 Bloedafvoer: Veneuze durasinussen ...................................................................... 10
4. De hersen- & ruggenmerg vliezen en de tussenliggende ruimtes .................................. 11
4.1 De hersen- en ruggenmerg vliezen ........................................................................ 11
4.1.1 De Dura mater ............................................................................................... 12
4.1.2 Arachnoidea ................................................................................................... 12
4.2 De ruimten tussen de meningen ............................................................................. 13
4.2.1 Meningen & ruimten rondom ruggenmerg ..................................................... 13
5. De hersenholten en de liquorcirculatie ......................................................................... 14
5.1 De hersenkamers (ventrikels) ................................................................................ 14
5.2 Liquor cerebrospinalis ........................................................................................... 16
5.3 De liquorcirculatie ................................................................................................ 16
6. Het centraal zenuwstelsel ............................................................................................ 18
6.1 De hersenen .......................................................................................................... 19
6.1.1 De grote hersenen (cerebrum) ........................................................................ 19
6.1.2 De tussenhersenen (diencephalon).................................................................. 26
6.1.3 De hersenstam (truncus cerebri) ..................................................................... 28
6.1.4 De kleine hersenen (cerebellum) .................................................................... 29
6.2 Het ruggenmerg (medulla spinalis) ........................................................................ 30
6.2.1 Ligging en onderdelen van het ruggenmerg......................................................... 30
6.2.2 Het ruggenmerg op doorsnede........................................................................ 31
2
, 6.2.3 Functies van het ruggenmerg.......................................................................... 32
7. Het perifeer zenuwstelsel ............................................................................................. 37
7.1 Craniale zenuwen .................................................................................................. 37
7.1.1 N. Olfactorius: de reukzenuw ......................................................................... 37
7.1.2 N. Opticus: de oogzenuw ............................................................................... 38
7.1.3 N. Trigeminus (N. V) ..................................................................................... 39
7.1.4 N. Facialis...................................................................................................... 40
7.1.5 N. Vestibulocochlearis (N. VIII) .................................................................... 40
7.1.6 motoriek & sensoriek v strottenhoofd en keel ................................................. 40
7.1.7 N. Glossopharyngeus (N.IX) .......................................................................... 40
7.1.8 N. Vagus (N. X) ............................................................................................. 40
7.1.9 N. Accessorius (N. XI) ................................................................................... 41
7.1.10 N. Hypoglossus (N. XII) ................................................................................ 41
7.2 De 31 paar spinale zenuwen .................................................................................. 42
7.2.1 Aanhechting spinale zenuwen aan ruggenmerg .............................................. 42
7.2.2 Uittrede van de spinale zenuwen .................................................................... 43
7.2.3 Verder verloop van de spinale zenuwen ......................................................... 44
7.2.4 Functies van de ruggenmergzenuwen ............................................................. 45
8. Het autonoom zenuwstelsel ......................................................................................... 47
8.1 Orthosympathische baan ....................................................................................... 47
8.2 Parasympathische banen ....................................................................................... 49
3
, 1. Inleiding
Zenuwstelsel: Een regulerend stelsel, maar:
- Fijner & sneller dan endocrine stelsel
- Reguleert via HF het endocrine stelsel
Anatomisch Functioneel
- Bouw & ligging - Welke taken heeft het zs?
- Hoe wordt het geregeld?
= Centraal & perifeer
= Sensorisch afferente banen, die info v een
zintuig naar een verwerkend besluitcentrum
→ Respons formuleren → Output
formuleren → Motorisch zs efferent
Dierlijk zs vs. Vegetatief zs.
➔ Willekeurig vs. autonoom
1.1 Anatomische indeling
Centrale zenuwstelsel: hersenen & ruggenmerg, beschermd
do:
- Schedel
- Wervelzuil
Perifere zenuwstelsel: 43 paar zenuwen, nt beschermd do
benige structuren
1.1.1 Het centraal zenuwstelsel
1. Grote hersenen: cerebrum bestaat uit 2 hersenhelften
2. Tussenhersenen:
3. Kleine hersenen
4. Hersenstam
5. Ruggenmerg
1.1.2 Perifeer zenuwstelsel
- 12 paar hersenzenuwen
- 31 paar uit ruggenmerg
1.2 Functionele indeling van het ZS
Functie: werking vh lichaam coördineren adhv
- Input sensorcellen → Sensorischezenuwen & stijgende ruggenmergbanen →
Hersenen
- Centrale verwerking in neuronale netwerken
- Output nr effectorcellen: via dalende ruggenmergbanen & motorische zenuwen →
Spieren & klieren
Vegetatief = autonoom zenuwstelsel: Zorgt vo homeostase vh inwendig milieu dmv
onbewuste reflexten
, 2. Zenuwweefsel
2.1 Samenstelling zenuwweefsel
Bestaat uit
Netwerk neuronen Gliacellen
= Stervormige steuncellen vh zenuwweefsel,
tussen neuronen
Functie: geleiding zenuwimpulsen
Indeling
- Sensibele / afferente neuronen
- Schakel neuronen
- Motorische / efferente neuronen Functie:
- Voeden zenuwcellen
- Elektrisch isoleren zenuwcellen
- Ondersteunen zenuwcellen
- Verdediging
2.2 Fysiologie van zenuwweefsel: “Het ontstaan, geleiden en verwerken van
zenuwimpulsen”
1. Het ontstaan van een zenuwimpuls / actiepotentiaal
6
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper xanneserre. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.