Algemene opdrachten
Leg uit hoe DNA replicatie start en wat de functie is van de verschillende proteïnen die bij
DNA replicatie betrokken zijn.
• Origin of replication (plaats op chromosoom dat dient als startpunt) wordt gevonden
• DNA-helicase bindt aan één van de beide DNA-strengen en beweegt van de
5’ naar de 3’ kant richting het replicatievork
• Gebruik van ATP om het vork vooruit te blijven bewegen
• Zorgt voor bijkomende coiling
→ wordt tegengegaan door DNA topoisomerase
• Enkele strengen worden gevormd en moeten behouden worden
• Single-strand binding proteins binden en vormen een coating op de enkele
strengen → voorkomt hervormen van dubbele helix, maar houdt de bases
open voor gebruik als template
• DNA-polymerase zorgt voor het covalent binden van nucleotiden
• Gebruikt principe van complementaire basenparing (A met G en C met G)
• Onmogelijk proces te starten op een lege template streng
• DNA-primase is noodzakelijk als template-streng
• Enzymen die replicatie starten
• Kan enkel verlopen van de 5’ naar de 3’ zijde
Wat wordt er bedoeld met bidirectionele replicatie?
• DNA-helicase splitst de dubbelstreng in twee enkele strengen
• Streng 1 loopt van 5’ naar 3’ uiteinde
• Replicatie vork verloopt in dezelfde richting
• Streng 2 loopt van 3’ naar 5’ uiteinde
• Replicatievork verloopt in tegenovergestelde richting
• DNA replicatie verloopt in beide richtingen vanuit het origin of replication
Leg het verschil in vorming van de leading en lagging strand uit.
• De leading strand kent het principe van continue replicatie
• Nieuwe nucleotiden worden aan de 3’ uiteinden toegevoegd welke continu
verder bewegen richting het relicatievork
• Lagging strand kent het principe van discontinue replicatie
• Gebeurt op de template streng dat 5’ naar 3’ georiënteerd wordt
• Afgewerkt in segmenten = Okazaki fragmenten
• Gebruik van primase → primers adderen aan de 5’ kant
• DNA-polymerase III addeert korte sequenties van nucleotiden
(okazaki) om de openingen op te vullen
• Als de helix verder geopend wordt zal het proces zich herhalen tot de
gehele streng uiteindelijk gerepliceerd wordt
• Polymerase I vervangt RNA primers door DNA nucleotiden
• DNA-ligase zal de bindingen tussen de fragmenten en de
vervangen nucleotiden vormen
1
ZSO 1: DNA
replicatie
, Moleculaire biologie Prof. Dr. Van Camp
2e Ba BMW
Bespreek het mechanisme dat bepalend is voor de accuraatheid van het replicatie proces.
• Waterstofbrug vorming tussen A en T (2*) en tussen C en G (3*) is stabieler dan indien
deze zouden vormen tussen mismatch basen
• Polymerase zal de binding niet katalyseren indien het niet de juiste basencombinatie is
• Polymerase kan de mismatch herkennen en deze verwijderen uit de
dochterstreng = proofreading
• DNA-polymerase herkent fout → keert zijn richting om (3’-5’)
• Na verwijderen van fout → richting terug omdraaien (5’-3’)
Vergelijk de functie van de verschillende DNA polymerases van E.coli met deze van de mens.
• E. coli heeft vijf verschillende polymerases
• Polymerase I
• Kent één subunit om RNA primers te verwijderen en de ontstane
ruimten op te vullen met nieuw DNA
• Lopen vast indien ze stoten om DNA-schade
→ verliezen mogelijkheid op vormen van complementaire steng
• Polymerase II
• Betrokken bij DNA-herstel en kopiëren van beschadigd DNA
• Bewegen veel trager, maar kunnen niet vastlopen bij fouten
→ zorgen ervoor dat DNA-replicatie compleet verloopt
• Polymerase III
• Bevat subunit dat zorgt voor het vasthechten op template
→ snel synthetiseren van nieuw DNA
• Lopen vast indien ze stoten om DNA-schade
→ verliezen mogelijkheid op vormen van complementaire steng
• Polymerase IV
• Betrokken bij DNA-herstel en kopiëren van beschadigd DNA
• Bewegen veel trager, maar kunnen niet vastlopen bij fouten
→ zorgen ervoor dat DNA-replicatie compleet verloopt
• Polymerase V
• Betrokken bij DNA-herstel en kopiëren van beschadigd DNA
• Bewegen veel trager, maar kunnen niet vastlopen bij fouten
→ zorgen ervoor dat DNA-replicatie compleet verloopt
• Humaan DNA heeft er vele meer (12 of meer)
• Polymerase α
• Eigen ingebouwde primase subeenheid
• Synthetiseert RNA primers gevolgd door korte DNA
regio’s
• Polymerase δ en ε
• Verlengen het DNA aan een grotere snelheid
• Polymerase γ
• Functioneert in de mitochondria
→ repliceren van mitochondriaal DNA
• Verschillende andere polymerases (η , κ , ι , ζ , λ , µ , ϕ enθ )
2
ZSO 1: DNA
replicatie
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lauraheyndrickx. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.