SAMENVATTING
GOEDERENRECHT
2020 - 2021
S. Ossieur
Alle auteursrechten van dit document gaan uit naar de lector S.
Ossieur
,Goederenrecht 2020 – 2021 RE1
Goederenrecht
1. Indeling van de goederen
1.1 Zaken volgens hun aard
- Lichamelijke en onlichamelijke goederen
o Lichamelijke goederen = zintuigelijk waarneembare goederen (art. 516 tot
710 BW.)
Bv. Auto, fiets…
o Onlichamelijke goederen = niet zintuigelijk waarneembare goederen
(onstoffelijk)
Bv. Aandelen, auteursrecht…
- Onroerende en roerende goederen
o Onroerende goederen = onverplaatsbare goederen
Bv. Huis, gronderf, windmolens…
Onroerend uit de aard
≠ verplaatsbaar
Gebouwen art. 518 BW.
Bomen en planten en ook wortel en takvaste vruchten art. 520,
521 BW.
Onroerend door hun bestemming
Zijn roerend, maar worden wettelijk als onroerend beschouwd omdat
ze oort bij een onroerend goed.
Bv. Vast tapijt in een huis.
Onroerend door het voorwerp waarop ze betrekking hebben
Art. 526 BW.
Onroerende zakelijke rechten (erfdienstbaarheid, hypotheek,
vruchtgebruik)
Onroerende vorderingen (procedures of aanspraken met betrekking
tot een onroerend zakelijk recht)
o Roerende goederen = verplaatsbare goederen
Bv. Fiets, dier, schilderij…
Roerende goederen uit de aard
Dit zijn alle verplaatsbare goederen (art. 528 BW.)
Roerend door wetsbepaling
Dit zijn alle roerende rechten (zakelijke rechten of vorderingen) en
alle goederen die volgens de hierna gegeven criteria onroerend
zouden zijn maar door een wetsbepaling als roerend worden
beschouwd.
1
,Goederenrecht 2020 – 2021 RE1
1.2 Zaken naar graad van toe-eigening
- Zaken in de handel
o = Zaken die in het rechtsverkeer kunnen opgenomen worden voorwerp
uitmaken van (private) overeenkomsten.
- Buiten de handel
o = Geen private toe-eigening mogelijk wegens wettelijk beletsel geen
voorwerpen van overeenkomsten (art. 1128, 1598 BW.), noch verjaring (art.
2226 BW.)
Bv. Drugs, menselijk lichaam, menselijke organen..
o Res communes
Art. 538 en 714 BW.
Voor het gebruik van allen
Vitale zaken voor de mens: zee, lucht, water, licht wind, stranden
Buiten de handel (door de aard van de zaak zelf)
Hebben geen eigenaar (geregeld bij politiewetten)
o Res in uso publico
Niet geregeld in BW (jurisprudentiële oorsprong)
Door de staat bestemd tot publiek gebruik
Bv. De meeste wege, spoorwegen, musea, begraafplaatsen,
gebouwen.
Waarin openbare diensten gehuisvest zijn
Hebben wél eigenaar de staat (itt. res communes)
o Res nullius
= Roerende zaak die niet tot niemand toebehoort, maar die zal
toebehoren aan diegene die het eerst bezit neemt van de zaak.
Wild in de bossen, vis in de zee
Res derelictae: vrijwillig verlatten zaken (bv. huishoudleijk
afval)
Erfloze nalatenschap ≠ res nullius behoort toe aan de
staat.
o Onbeheerde goederen
Art. 539 en 713 BW.
Onbeheerde goederen + zonder eigenaar staat
Erfloze nalatenschappen
o Verloren voorwerpen
Art. 717, tweede lid BW.
Hebben een eigenaar, maar deze is onbekend
Eigenaar heeft ze niet weggeworpen, maar is ze onvrijwillige
kwijtgeraakt.
Geregeld bij wet van 30 december 1975
o Res Sacrae (= gebouwen voor eredienst)
Verschillen naargelang statuut van de kerkgemeenschap
(publiekrechtelijke rechtspersoon)
Soms zuiver privaatrechtelijk, soms ‘res sacrae’ buiten de handel,
meer bepaald goederen in beheer van de kerkfabrieken
Voorheen genationaliseerd door de Franse bezetter.
2
,Goederenrecht 2020 – 2021 RE1
3
,Goederenrecht 2020 – 2021 RE1
o Menselijk lichaam en zijn organan
Buiten de handel, ook na overlijden
Verhouding persoon tot zijn lichaam = persoonlijkheidrecht
Bijzondere wetgeving rond oranen en transplantatie
o Drugs en geneesmiddelen
Buiten de handel
Bijzondere wetgeving (onder meer strafrecht)
4
,Goederenrecht 2020 – 2021 RE1
1.3. Zaken volgens aanwendingsmogelijkheden
1.3.1 G E B R U I K S - EN VERBRUIKSGOEDEREN
- Gebruiksgoederen
o = Een goed dat voor meer dan eenmalig gebruik mogelijk is.
o Bv. Computer, investeringsgoederen…
- Verbruiksgoederen
o = Een goed die teniet gaat na eenmalig gebruik.
o Bv. Melk, eten…
! Belang onderscheid
- Gebruiker krijgt beschikkingsrecht bij verbruiksgoederen (dus eigendom).
- Teruggave van andere exemplaren van dezelfde soort.
- Zie ook art. 1874 BW. (‘bruiklening’ vs ‘verbruiklening’)
1.3.2 V E R V A N G B A R E E N N I E T - V E R V AN G B A R E G O E D E R E N
- Vervangbare goederen
o = Een goed die niet te onderscheiden is van hetzelfde soort goed.
o Bv. Melk, graan…
- Niet-vervangbare goederen
o = Een goed die niet vervangbaar is voor een bepaalde persoon door de
waarde die men er aan hecht.
o Bv. Ring, ketting…
1.4 Zakelijke rechten vs. vorderingsrechten
1.4.1 Z A K E L IJ K RECHT
= Verschaffen een rechtsreekse band met een goed op een zaak.
- Numerus clausus
o Aantal in de wet beperkt.
- Volgrecht
o = Waar het goed ook is, je hebt er altijd het recht op
- Erga omnes
o = Gelden voor iedereen
5
,Goederenrecht 2020 – 2021 RE1
1.4.2 V O R D E R I N G S R E C H T E N
= Het geeft het recht op een prestatie van een ander persoon.
- Werken inter partes (tussen partijen)
- Ontstaan verhouding schuldeiser vs schuldenaar
Z A K E L IJ K E
RECHTEN → BETREKKING OP ZAAK ZELF
- Eigendom en mede-eigendom (art. 544 – 577-14 BW)
- Vruchtgebruik (art. 578-624 BW)
- Recht van gebruik en bewoning (art. 625-636 BW)
- Gebruik der gemeentegoederen (art. 542 BW)
- Rechten van de aangelanden van waterlopen (art. 644 BW)
- Erfdienstbaarheden (art. 637-710bis BW)
- Recht van erfpacht / recht van opstal (Wet 10 januari 1824 en Wet 25 april 2014)
6
,Goederenrecht 2020 – 2021 RE1
Z A K E L IJ K E ZEKERHEDEN → ACCESSOIR T.O.V. VORDERINGSRECHTEN
W A A R V AN Z I J T O T Z E K E R H E I D S T R E K K E N
- Voorrechten (art. 17-40 HypW.)
- Hypotheken (art. 41-95 HypW.)
- Pand (Pandwet 11 juli 2013)
Accessoir = Dit zijn zekerheden die vasthangen aan een oorspronkelijk vorderingsrecht. Je
kan dit niet op zich hebben!
7
,Goederenrecht 2020 – 2021 RE1
2. Eigendom
2.1. Begrip
- = Eigendom drukt toebehoren van een zaak uit aan één of meerdere personen
o Recht om over een zaak te beschikken (= beschikkingsrecht)
Men mag beslissen wat er met de zaak gebeurd.
Het meest extreme beschikkingsrecht is de verkoop of de
vernietiging.
Dit maakt het eigendoms het meest volstrekte beschikkingsrecht!
o Zowel lichamelijke als onlichamelijke goederen
o Volheid van bevoegdheid (van het goed)
Genot (huurgelden innen)
Beheer (verhuren, uitlenen)
Beschikking: kiest zelf wat hij met de zaak doet: behouden -
vernietigen – vervreemden
o Eigendom is niet vatbaar voor bevrijdende verjaring (Art. 2219 BW.)
Bevrijdende verjaring = men kan het het eigendom(saanspraken)
niet na verloop van tijd verliezen.
! Dus wel vatbaar voor verkrijgende verjaring.
- Eigendom is niet oudbollig:
o Co-housing, kangoeroe…
- Art. 544 BW., art. 16 GW. en art. 1 Eerste aanvullend protocol EVRM
Je kan het niet kwijtspelen door verjaring
Het is geen accessoriumrecht!
8
, Goederenrecht 2020 – 2021 RE1
2.2. Eigendom – beperkingen van het eigendomsrecht
1. B E P E R K I N G E N
V A N P R I V A AT R E C H T E L I J K E A A R D
Gaat over de verhouding in de privaatrechtelijke sfeer, tussen burgers onderling.
- Eigenaar mag geen handelingen stellen die de rechten van andere personen aantast
- Verbod rechtsmisbruik
o Het stellen van rechtshandelingen die kennelijk onredelijk zijn.
- Hinderlijke activiteit art. 1382 BW. / art. 544 B.W.
- Evenwichtsleer geënt op art. 544 BW. en art. 16 GW.
o Cass. 6 april 1960, kanaal- en schoorsteenarrest
Zie bijlage aan cursus!
2. B E P E R K I N G E N
V A N P U B L I E K R E C H T E L IJ K E A A R D
Gaat over de relatie tussen de overheden en de particulier.
- Onteigening
o Dit kan niet zomaar, er moet een gepaste compensatie gegeven worden.
o Bv.: spoorlijn aanleggen, overheidsgebouwen bouwen, na een natuurramp…
o Men moet als overheid met de private partij tot een akkoord komen, lukt
dit niet kunnen ze een gerechtelijke procedure starten (vrederechter).
Vrederechter is bestgeplaatst omdat hij nabij is en deze zaken kan
gaan bezichtigen.
- Opeising door de overheid
o “De opeising is het middel van openbare macht waarmee de openbare
overheid, voor het algemeen belang, zich de medewerking van personen
waarborgt, materiële goederen opeist of het gebruik ervan tijdelijk opeist".
De opeising kan in bepaalde gevallen nodig zijn, bijvoorbeeld:
In geval van epizoötie (zoals de dioxinecrisis), wanneer men
eventueel firma's moet opeisen voor de opruiming van zieke dieren
In geval van staking, wanneer de diensten van algemeen belang
gewaarborgd moeten blijven (ziekenhuizen, bedrijven die
verantwoordelijk zijn voor de levensbehoeften zoals de
elektriciteitsvoorziening, de brandstof.)
Calamiteiten, zoals overstromingen die vaak de hulp van het leger
vereisen
9