100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting SV bestuursrecht (KUL) €9,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting SV bestuursrecht (KUL)

3 beoordelingen
 226 keer bekeken  14 keer verkocht

Samenvatting van 106 pagina's voor het vak Bestuursrecht aan de KU Leuven (SV + les notities)

Voorbeeld 10 van de 106  pagina's

  • 10 augustus 2021
  • 106
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (31)

3  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: estellevergeylen • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: momososo • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: petervermeersch • 2 jaar geleden

avatar-seller
jani123
,DEEL I. PUBLIEKRECHT IN PERSPECTIEF

HOOFDSTUK I. BASISBEGRIPPEN EN CENTRALE THEMA’S VAN HET PUBLIEKRECHT


1 DE GRONDWET

1.1 GRONDWET IN MATERIËLE EN FORMELE ZIN

GW = geheel van fundamentele regels over de organisatie + beperking OH gezag

 GW in materiële zin = rechtsregels met een algemeen en onpersoonlijk karakter die gelden voor een
aantal situaties of personen (geheel van regels)
o Vb.: GAS-reglement
 GW in formele zin = verwijst naar de specifieke tekst opgesteld door de constituante

⇒ GW in materiële zin + formele zin vallen niet samen! Ook constitutionele regels opgenomen in andere
bronnen (andere wetten, RP, gewoonterecht)

1.2 ENKELE BELANGRIJKE CLASSIFICATIES

,  Recht kan niet tot één bestuurslaag worden herleid:
o Burger maakt deel uit van verschillende overheidsverbanden, van het lokale tot het
internationale niveau
o Verhoudingen tussen de verschillende bestuursniveaus met eigen bevoegdheden en
administratie


1.2.1 GW EN STAATSVORM

EENHEIDSSTAAT, CENTRALISATIE EN DECENTRALISATIE

Eenheidsstaat
= soevereiniteit of “bevoegdheid van de bevoegdheid” berust onverdeeld bij centrale niveau
Gecentraliseerde eenheidsstaat Gedecentraliseerde eenheidsstaat
= Overheidsfuncties uitgeoefend door = Ondergeschikte besturen maar ≠ deel van
instellingen/organen van één en hetzelfde centrale centrale OH
bestuur
Deze ondergeschikte besturen hebben:
Deconcentratie mogelijk = overdragen taken van  Eigen rechtspersoonlijkheid
centraal bestuur  lagere instantie/ambten  ≠ hiërarchisch toezicht  wel:
administratief toezicht
Deze lagere instanties/ambten hebben:  Omschreven bevoegdheden in (grond)wet
 ≠ eigen rechtspersoonlijkheid  ≠ volledig autonoom  onderworpen aan
 Onder hiërarchisch toezicht centraal niveau regels centraal niveau
 Regels ≠ kracht van wet




⇒ Onderscheid tussen territoriale en functionele decentralisatie

Territoriale decentralisatie Functionele decentralisatie
= Algemeen omschreven bevoegdheden m.b.t. een = Specifiek omschreven bevoegdheden worden
bepaald territorium worden toegewezen aan toegewezen aan instellingen die beschikken over
publiekrechtelijke lichamen een organieke autonomie

Gesteund op politieke vertegenwoordiging (vb. Niet gesteund zijn op politieke vertegenwoordiging
verkiezing gemeenteraad)
Laagste niveau van democratische inspraak  Doel: besluitvorming efficiënt + politiek
bevindt zich dicht bij de burger onafhankelijk organiseren

Vb.: de gemeente, provincies Vb.: de Lijn, NMBS, agentschap voedselveiligheid

 Decentralisatie en federalisme zijn complementaire staatsvormen
o Vb.: in België

 Dubbele betekenis van het begrip “centralisatie” en “centrale overheid”:
o 1) Gezagsstructuur binnen een staat, met concentratie van de bevoegdheden bij één of meer
centrale organen
- WM, UM, RM = centrale OH geplaats t.o.v. lokale gedecentraliseerde besturen
(gemeenten en provincies)
o 2) Organisatiebeginsel binnen één bestuurslaag van de gedecentraliseerde staat


1

, - Centrale administratie staat ten dienste van politieke organen bij de uitvoering van
het politiek beleid

 Evolutie naar meer verzelfstandiging op alle bestuursniveaus  beantwoorden aan complexe en
technische taken

2 HET BESTUUR

Trias politica of horizontale machtenscheiding

 Onderscheiden OH functies: RM, WM, UM
 In beginsel: begrip bestuur voorbehouden voor organen/instellingen UM
 Maar begrip schiet tekort want:
o Ook lokale besturen vallen onder bestuursbegrip (gemeenten en provincies)
o Bestuur vervult niet uitsluitend taken van tenuitvoerlegging
– Ook bepaalde bestuurshandelingen hebben materieel-wetgevende inhoud vb.:
gemeentelijk politiereglement of personeelsstatuut)
o Bestuurlijke/administratieve rechtscollege gerekend onder UM  maar oefenen
rechtsprekende functie uit ≠ een bestuur
o Uitoefening uitvoerende taken ≠ monopolie van UM:
– Tenuitvoerlegging WM wanneer: vb. gunning OH opdrachten, personeel aanwerft
– Tenuitvoerlegging RM wanneer: vb. opleggen tuchtmaatregel magistraat, reglement
m.b.t. werking rechtbank

Uitbreiding OH apparaat tweede helft 19e eeuw

 OH nam steeds meer taken op
 Burgers + ondernemingen dagelijks in contact met overheidsadministratie
o Vb.: openbaar vervoer, burgerlijke stand, bouw- en milieuvergunningen, sociale zekerheid, …

Bureaucratiemodel van Max weber (1864-1920)

 = primaat van de politiek + principe van ministeriële verantwoording in parlement
 Administratie voert instructies uit als willoze machine
 Gekenmerkt door een depersonalisering van onderlinge verhoudingen
o Geen vriendjespolitiek of arbitraire beslissingen  iedereen op gelijke voet behandelen
 Strikte hiërarchie
o Gebaseerd op het Pruisische model van het leger

Perceptie overheidsadministratie vandaag ≠ visie van Max Weber

 Bureaucratie = log, duur, niet flexibel, gebruiksonvriendelijk, weinig individuele vrijheid, …

Vandaag: opkomst nieuwe organisatievormen en werkmethodes om:

 1) Administratie te moderniseren aar beeld van private ondernemerschap, middelen rationeler te
besteden en resultaatgericht + klantvriendelijk aan te pakken
 2) OH doet voor uitoefening taken beroep op gespecialiseerde diensten
o Publiekrechtelijke of privaatrechtelijke vorm  gekenmerkt door zekere autonomie t.a.v.
centrale gezag
o Vb.: taken van politiediensten verdelen onder private bedrijven zoals geldtransport,
beveiliging, …

2

, ⇒ verzelfstandiging: OH gaat steeds meer sturen + bekijken hoe andere gespecialiseerde instellingen
de particulieren belangen behartigen

2.1 VERHOUDING REGERING  ADMINISTRATIE EN BELANG VAN ADMINISTRATIEVE
REKENPLICHTIGHEID


2.1.1 VOORRANG VAN DE POLITIEK

 In politieke wetenschap veelbeschreven spanningsveld: politieke gezagsdragers  administratie:
o Politisering van de ambtenarij: grote gespecialiseerde equipes drukken stempel op het beleid
o Politieke verantwoordelijkheid rust bij minister/regering
- Motie van wantrouwen
- Ontslag van minister

 Technieken om controle op administratie te behouden:
o 19e eeuwse “Spoils system” in de VS  nieuw verkozen president kan administratie
vervangen door eigen personen
o Praktijk van partijpolitisering van de administratie = afspraken tss politieke partijen
o Ministeriële kabinetten: slaan brug tussen politiek en administratie
- Beperkt aantal mensen die ministers terzijde staan en hiermee actief samen werken




2.1.2 ADMINISTRATIEVE REKENPLICHTIGHEID

⇒ Administratieve rekenplichtigheid (accountability) staat meer dan ooit centraal!

 2 componenten:
o 1) Verplichting om rekenschap af te leggen (ambtenarij zelf)
- Inzicht geven in beleid en motieven (openbaarheid van bestuur + uitdrukkelijke
motivering verankerd in de wet)
- In de vorm van: audits, rapporten en jaarverslagen
- Zwijgplicht wordt spreekrecht of zelfs spreekplicht  ambtenaren die
onregelmatigheden aan licht brengen zijn wettelijk beschermd

o 2) Administratieve en tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid van ambtenaren
– Bij verkeerd handelen of verzuimen van plichten
– Kunnen bij wet gestelde grenzen voor (straf)rechter worden gedaagd
– Vaak via klacht van burger bij ombudsfuncties die intern onderzoek voert + oplossing
nastreeft via bemiddeling
– Ombudsdienst vindbaar bij de meest uiteenlopende openbare diensten
- Vb.: tuchtprocedures

2.2 VERRIJKENDE OVERHEIDSTUSSENKOMST

3

,2.2.1 ALGEMEEN EN BIJZONDER BESTUURSRECHT

Verreikende overheidstussenkomst heeft vele oorzaken

 Uitbouw van de sociale staat en de openbare nutsvoorzieningen vanaf midden 19 de eeuw
 Verdere uitbouw verzorgingsstaat na de WO II: sociaal vangnet, publieke voorzieningen, …
 Verstedelijking en bevolkingsgroei dwong overheid tot meer planmatig omgaan met grond en ruimte
 Industrialisering vroeg om meer overheidsingrijpen ter bescherming van veiligheid en milieu
 Rampen en crisissen zetten overheid aan tot noodplannen, maatregelen en verstrengd toezicht

Algemeen en bijzonder bestuursrecht

 Bijzonder bestuursrecht: ruimtelijke ordening, overheidsopdrachten, ambtenarenrecht, milieurecht, …
 Algemeen bestuursrecht: houdt zich bezig met volgende gemeenschappelijke vraagstukken:
o Bestuursbegrip, organisatie, verschijningsvormen van bestuur
o Verhouding tussen verschillende besturen onderling
o Actiemiddelen en werking van het bestuur
o Regels/ beginselen waaraan bestuur gebonden is
o Rechtsbescherming van de burger ten aanzien van het bestuur




2.2.2 ONTBREKEN CODIFICATIE ALGEMEEN BESTUURSRECHT

 Moeilijke afbakening algemeen bestuursrecht want:
o 1) Regels zijn verspreid over supranationale normen, (grond)wetten, reglementen, besluiten,
omzendbrieven…
o 2) Fundamentele beginselen (ABBB) en leerstukken (intrekkingsleer) ≠ verankerd in
wetgeving  kwamen tot ontwikkeling in rechtspraak

 Codificatie ligt niet voor de hand
o Maar in Nederland: Algemene Wet Bestuursrecht
o Op welk bestuursniveau moet worden gecodificeerd? Moeilijkheid door de gelaagde
rechtsorde die in België er is
o Wel al het Bestuursdecreet = een aantal decreten die zijn samen gebracht

2.3 BIJZONDERE PREROGATIEVEN EN VERPLICHTINGEN VAN HET BESTUUR

Doel gebonden bestuursbevoegdheden:

 Dienen van het algemeen belang
 Kan ook een deelbelang zijn vb.: het gemeentelijkbelang

Discretionaire versus gebonden bevoegdheden


4

,  Discretionair = binnen het wettelijke kader heeft het bestuur de mogelijkheid om een afweging of een
opportuniteitskeuze te maken
 Gebonden = er is geen opportuniteitsruimte, het besluitvormingsproces ligt al vast in de wet, de
overheid moet het enkel ‘afvinken’

 Wanneer is een bevoegdheid gebonden of discretionair?
o Is soms heel duidelijk, maar soms ook niet
o Vb.: subsidies voor het dak te isoleren, maar de subsidie wordt enkel toegekend als het gaat
om een bepaalde isolatie en binnen een bepaalde termijn  wijst eerder op een gebonden
bevoegdheid want de overheid moet enkel nakijken of je voldoet aan de voorwaarden om al
dan niet de subsidie toe te kennen

Bestuursrecht = uitzonderingsrecht

 Fundamentele ongelijkheid tussen OH  burger
 Wetten op de openbare dienst:
o Benuttigingsgelijkheid = alle burgers moeten op gelijke wijze behandeld worden en op
dezelfde wijze toegang hebben tot een openbare dienst
o Continuïteitsbeginsel = de openbare dienst moet blijven voortbestaan
o Veranderlijkheidsbeginsel = in het algemeen belang kunnen eenzijdig wijzigingen aangebracht
worden
 Wijkt van gemeenrecht af
o Vb.: overheidspersoneel geniet apart statuut afwijkend van regels arbeidsrecht
o Vb.: als OH OK’s sluit gelden specifieke regels/beginselen ≠ verbintenissenrecht
o Vb.: vennootschapsrecht n.v.t. op publiekrechtelijke RP’s




2.3.1 PREROGATIEVEN VAN HET BESTUUR

⇒ Bevoorrechte positie van het bestuur:

 1) Eenzijdige bestuurlijke rechtshandelingen ( kan niet in het privaatrecht)
o Verregaande inmenging in private of ondernemingssfeer
– Vb.: onteigening, stilleggen van hinderlijke activiteit, opleggen administratieve
sancties, …
o Kenmerken (3):
– 1) Verbindende kracht: vanaf dat die beslissing ter kennis wordt gebracht is deze
verbindend
 Vb.: het toekrijgen van een belastingbrief
– 2) Dwingende kracht: bestuur moet niet eerst naar de rechter stappen om te kijken
of deze conform het recht heeft gehandeld  volgt uit het gezag van de UM, staat in
de GW
– 3) Uitvoerende kracht: rechtshandeling is op zichzelf uitvoerbaar  als particulier
heeft u een uitvoerbare titel nodig en dit heeft het bestuur niet nodig
 Vb.: Bestuur kan onmiddellijk een tuchtstraf uitvoeren, belastingen innen
 ≠ gedwongen uitvoering: gaat niet bij onteigening, afbraak van woning

 1) Bijzonder statuut van de overheidsgoederen



5

, o Principe van immuniteit van uitvoering  niet alle goederen van OH kunnen zomaar in
beslag genomen worden
o Openbare dienst kan niet failliet verklaard worden  bescherming algemeen belang tegen
vorderingen van SE


2.3.2 VERPLICHTINGEN VAN HET BESTUUR

 1) Onderworpen aan wetten op de openbare dienst:
o Benuttigingsgelijkheid
o Beginsel van continuïteit
o Beginsel van veranderlijkheid
 2) Onderworpen aan beginselen van behoorlijk bestuur (BBB)
 3) Vaak eerst advies inwinnen of openbaar onderzoek organiseren vooraleer OH beslissing neemt
 4) OH gehouden tot strikte regels van boekhouding + begroting
 5) Indien OH individuele bestuurlijke rechtshandeling neemt  formele motiveringsplicht (=
duidelijk de motieven van beslissing verwoorden)
 6) Onderworpen aan interne en externe controles
 7) Onderworpen aan hiërarchisch of bestuurlijk toezicht van andere besturen
 8) OH is voor het kiezen van contractpartij onderworpen aan selectie- en gunningscriteria
 9) OH moet regels inzake openbaarheid van bestuur naleven
o Tenzij: belang van privacy of redenen van OO




2.4 EVOLUTIE NAAR EEN MEER HORIZONTZALE VERHOUDING TUSSEN BESTUUR EN
BURGER: INSPRAAK EN PARTICIPATIE

 Representatieve democratie en deliberatieve/participatieve democratie
o Burgers worden actiever betrokken tussen de verkiezingen door
o We zien dit op alle verschillende niveaus terugkomen

 Meer inspraak en participatie bij totstandkoming en uitvoering van het beleid
o Verhogen van legitimiteit, transparantie en efficiëntie
o Hoe alle lagen van bevolking betrekken (representativiteit)?
– Risico dat men enkel die burgers betrekt die dit willen of hiervoor in staat zijn
o Welke maatschappelijke organisaties betrekken (civil society)?
– Vb.: organisaties die een gemeenschappelijk of algemeen belang na streven zoals
mensenrechten, milieurechten

 Geen ABBB dat tot participatie van burgers verplicht
o Wel: hoorplicht van betrokken individuen alvorens bestuur bepaalde individuele beslissingen
kan nemen

 Wel participatievormen op alle bestuursniveaus:


6

, o Recht op inspraak bij milieubeslissingen (Verdrag van Aarhus)
o Openbaar onderzoek voor opmaak van ruimtelijke structuur- en uitvoeringsplannen
o Meer algemene participatievormen binnen lokale besturen
o Vb.: je huisvuil wordt al een aantal weken niet opgehaald  dan kan je dit als
agendapunt opzetten
o Ruimere inspraak in Vlaams beleid in Bestuursdecreet
o Alternatieve geschillenbeslechting tussen burger en overheid
o Minder evident dan wanneer het gaat over 2 privatenbelangen
o Moeilijker want het gaat over een privaat belang en een algemeen belang  de
vraag rijst kan de overheid bemiddelen over het algemeen belang?




3 ENKELE CENTRALE THEMA’S VAN HET PUBLIEKRECHT

3.1 AFBAKENING VAN HET OVERHEIDSBEGRIP EN VERVAGENDE GRENS TUSSEN
PUBLIEK EN PRIVAAT

“Government is not the solution of the problem; government is the problem”

 Ronald Reagan, 20 januari 1981
 OH omvormen om de behoefte die vandaag de dag nodig is te bevredigen
 Oplossing is niet dit overheidsapparaat uitbouwen, maar wel ervoor zorgen dat OH beter die taken uit
kan voeren die de kern taken van een OH zijn
 Government  governance: OH regelt niet alles tot in details, maar tekent grote lijnen uit

Criteria die de grens tussen privaat en publiek aflijnen

 Organiek criterium = hoedanigheid van betrokken personen
 Inhoudelijk criterium = functie van rechtsregels
 Instrumenteel criterium = de gehanteerde technieken

Overheidsbegrip wordt steeds diffuser


7

,  Moeilijkheid om publiek- privaatrechtelijke rechtsverhouding te kwalificeren
 Publieke taken overgelaten aan RP met publieke/private rechtsvorm
o Beschikken over imperiumbevoegdheid = prerogatief van de OH om eenzijdig beslissingen te
nemen die derden binden
 Overdracht overheidstaken aan interne/externe diensten = het fenomeen van bestuurlijke
verzelfstandiging




HOOFDSTUK II. BRONNEN VAN HET PUBLIEKRECHT


1 HET LOKALE, VLAAMSE EN BELGISCHE BESTUURSNIVEAU

1.1 DE BELGISCHE GRONDWET

⇒ Geheel van fundamentele regels over de organisatie en beperking van het overheidsgezag

 Koning als hoofd van de (federale) uitvoerende macht (art. 37)
o Art. 105: De Koning heeft enkel toegewezen bevoegdheden
- Als de UM iets doet dan moet die bevoegdheid altijd toegewezen zijn
o Art. 108: De Koning voert de wetten uit en neemt hiertoe de nodige besluiten en
verordeningen
- = uitvoerende bevoegdheid van de koning
o Art. 107: De Koning benoemt de ambtenaren en bepaalt hun statuut
- Er is geen wettelijke grondslag voor nodig, de koning heeft hier meteen de
bevoegdheid voor

 Alle machten uitgeoefend op de wijze bij Grondwet bepaald:
o Eenheid van verordenende bevoegdheid (art. 33 en 108)

8

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jani123. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 77254 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€9,49  14x  verkocht
  • (3)
  Kopen