Samenvatting Mens, samenleving en economie
Deel 2: Sociologie
Deel 1: Inleiding in de Belgische Sociale Zekerheid
1. Historisch perspectief
Bismarck versus Beveridge – de Founding fathers van sociale zekerheid
➔ Bismarck: Eerste nationale verplichte sociale zekerheid (hij was bondskanselier in Duitsland)
o Heeft sterk ons BE sociale zekerheidsstelsel beïnvloedt
o Wou sociaal risico en onzekerheid wegnemen (onzekerheid bij bv wegvallen
arbeidsinkomen als je ziek bent) -> hiervoor verzekeren (met koppeling aan
arbeidscontract -> je moet verplicht sociale bijdragen betalen) -> kosten zo verdeeld
tussen WN en WG
o Primaire doelstelling: sociale vrede waarborgen (er brak sociale onrust uit door snelle
industrialiseringen: opstand, sociale miserie, enz)
➔ Beveridge: Wat met mensen die niet werken? Zij hebben geen arbeidscontract -> hij wou ook
deze mensen verzekeren => bescherming voor alle burgers = universele bescherming
o Overheid brengt organisatie sociale zekerheid tot stand, zijn forfaitair
Wij zijn vooral beïnvloedt door Bismarck
1
, 2. Onderscheid sociale verzekeringen versus bijstand
3. Kenmerken van sociale verzekeringen
3.1 Bieden een inkomen bij het zich voordoen van een erkend sociaal risico (=je hebt er zelf geen
schuld aan, je kan er niets aan doen:
➔ Het verlies van het arbeidsinkomen
o Bij ouderdom = pensioenverzekering (rustpensioenen)
▪ (nu 65j, vanaf 2020 66j en in 2030 67j) -> mensen leven langer en zijn langer
in goede gezondheid
o Bij arbeidsongeschiktheid:
▪ Niet beroepsgebonden = ziekte en invaliditeitsverzekering
(vervangingsuitkering – vanaf 1j ziekte)
▪ Wel beroepsgebonden = arbeidsongevallen (op of onderwerg nr werk) en
beroepsziekten (bv longziekte door werken met asbest)
o Bij onvrijwillige werkloosheid (worden gecontroleerd door instanties die zoekgedrag
controleren) = werkloosheidsverzekering
➔ Het overlijden van de persoon die voor het levensonderhoud van het gezin instaat (de
kostwinner) = pensioenverzekering (overlevingspensioenen – heeft bestaan tot 1960)
➔ Reduceren van welbepaalde kosten (kinderen -> kinderbijslag, geneeskundige verzorging bv
ziekenhuis, kiné nodig, tandarts, apotheek, dokterskosten, enz. )
Opmerking: Sociale risico’s zijn in verandering cfr. Nieuwe risioc’s cfr. Nieuwe sociale kwesties: bv.
Combinatie arbeid en gezin (bv. kinderopvang, dienstencheques); laaggeschooldheid (we weten nog
niet heel goed hoe we hiermee om moeten gaan – welvaartstaat worstelt hier mee)
3.2 Band met het arbeidsverleden
= Men moet bewijs van arbeidsdagen voorleggen (referte-eis), dus sociale bijdragen hebben betaald
Voorbeeld 1: Referte-eis in werkloosheidsverzekering/bewijs van arbeidsdagen
➔ Voor werkenden:
2
, o <36j : 312 dagen in 21 maand voorafgaand de aanvraag OF 468 in 33 maanden OF
624 in 42 maanden
o 36-49j: 468 dagen in 33 maanden OF 624 in 42 maanden OF andere combinaties
o 50 en +: 624 dagen in 42 maanden ofwel andere combinaties
➔ Voor schoolverlaters: recht op uitkering indien:
o Aanvraag voor je 25ste verjaardag
o <21j: diploma hoger secundair onderwijs: voor de anderen (21-25j): bewijs van
volledig doorlopen van secundaire studies (slagen voor examen is geen voorwaarde)
(studies stelt men gelijk aan arbeid - uitzondering)
o Beroepsinschakelingstijd doorlopen hebben ongeacht de leeftijd
310 dagen (12 maanden) (periode waarbij je moet wachten en actief moet zoeken
naar werk en nog geen uitkering krijgt om misbruik te voorkomen)
o Tijdens beroepsinschakelingstijd actief naar werk zoeken, min 2 positieve evaluaties
van actief zoekgedrag (door arbeidsbemiddelingsdienst – Actiris in BR, VDAB in VL,
FOREM in WAL)
Voorbeeld 2: Loopbaanduur-voorwaarden in rust pensioenen:
➔ 45jarige loopbaan voor een volledig pensioen
➔ Wel gelijkgestelde perioden: niet arbeidsjaren die meegeteld worden
o Tellen volledig mee: ziekte en invaliditeit, werkloosheid, arbeidsongevallen,
beroepsziekten
o Tellen maar gedeeltelijk mee: niet gemotiveerd tijdskrediet (=WN onderbreekt
vrijwillig loopbaan voor bv wereldreis, MAAR NIET voor kids zorgen -> telt wel
volledig mee), SWT voor 60 jaar (vroeger brugpensioen), langdurige werkloosheid
(3de periode)
3.3 Sociale verzekeringen verschaffen vervangingsinkomen en inkomensaanvullende uitkeringen
Vervangingsinkomen = vervangen het verloren arbeidsinkomen door ziekte, werkloosheid of
ouderdom
➔ Gezinshoofd krijgt 75% van verloren arbeidsinkomen
➔ Loongekoppeld: verworven levensstandaard wordt gewaarborgd, weliswaar binnen
minimum-en maximumgrenzen
➔ Bv ouderdomspensioen voor alleenstaande is 60% van vroeger loon
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper laraalink. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,09. Je zit daarna nergens aan vast.