Medische aspecten
1.Definities en termen uit de farmacologie
Farmacologie:
Brede definitie:
Leer der geneesmiddelen (GM): geschiedenis, herkomst, fysicochemische eigenschappen, werkingsmechanisme,
farmacokinetiek en gebruik van geneesmiddelen
Enge definitie:
Klinische farmacologie (humane): bestudeert het effect van GM op de mens: zowel onderzoek naar nieuwe GM
als studie van gebruik van bestaande GM
Farmacotherapie = oordeelkundig gebruik van GM in dagelijks praktijk
Toxicologie = leer der vergiften, ongewenste effecten van GM
Farmacie = vakgebied van apotheker, kennis van GM en bereiding
GM = substantie/stof die toegediend wordt voor:
- Genezen of voorkomen van ziekte, gebrek, wond of pijn
- Stellen van geneeskundige diagnose
- Herstellen, verbeteren of anderszins wijzigen van fysiologische functies
Therapeutisch gebruik = gebruik voor genezing of ter behandeling van aandoening
Profylactisch gebruik = gebruik voor bv anticonceptie, omvat diagnosemiddelen, en middelen die preventief
worden ingezet
Therapeutisch effect = beoogde effect met behandeling, nuttig en gewenst effect van het GM op het lichaam.
Indicatie: aandoening(en) waarvoor GM voorgeschreven kan worden (vb. anti-hypertensivum bij hypertensie).
De indicaties worden geregistreerd door farmaceutische firma en zijn terug te vinden in bijsluiter.
Off label: GM is niet geregistreerd voor deze aandoening, maar wordt er wel voor gebruikt (vb. misoprostol is
voor maagulcera, maar wordt off label gebruikt voor post-partum bloedingen).
Contra-indicatie: de aandoeningen waarbij een GM NIET mag voorgeschreven worden, omdat er
onaanvaardbare risico’s ontstaan wanneer wel gegeven wordt. Hierbij moet extra aandacht gegeven worden aan
risico-patiënten zoals kinderen, zwangeren, ouderen en patiënten met comorbiditeit (=meerdere ziekten).
- Absolute contra-indicatie: in geen geval mag het middel gegeven worden (vb. ACE-inhibitoren
gebruikt bij hypertensie mogen nooit gebruikt worden tijdens de zwangerschap omdat ze schadelijk zijn
bij het ongeboren kind).
- Relatieve contra-indicatie: zorgvuldig afwegen of de voordelen opwegen tegenover de nadelen. (vb.
bètablokkers bij hypertensie bij COPD patiënt: bètablokker zou bronchoconstrictie kunnen uitlokken)
Dosering: de hoeveelheid van een GM dat per keer wordt toegediend
- Onderdosering: te lage dosering, waarbij het GM niet meer werkzaam is, hierbij blijven de symptomen
bestaan of komen terug
- Overdosering: te hoge dosering, waarbij afhankelijk van het GM er vervelende bijwerkingen kunnen
optreden
- Gewenning: als je bepaalde GM langer gebruikt, moet er steeds meer GM gebruikt worden om
hetzelfde effect te bekomen (vb. drugs)
Bijwerking: onbedoelde, soms schadelijke werking van één GM
Teratogeen = GM met negatieve bijwerkingen voor ongeboren kind en aangeboren afwijkingen of
groeiachterstand kan geven
Interactie: onderlinge beïnvloeding van mekaars werking bij gelijktijdig gebruik van meerdere GM (of tussen
GM en voeding). Het effect van een ander GM wordt versterkt of verzwakt.
,2. Indeling van GM
2.1 Vrij verkrijgbare en voorschriftplichtige GM
OTC-geneesmiddelen = vrij verkrijgbare GM, voorkomen of behandelen kwalen en symptomen die goedaardig
of van voorbijgaande aard zijn.
Sommige geneesmiddelen worden geheel of gedeeltelijk terugbetaald door het RIZIV.
Er bestaan 7 terugbetalingscategoriën voor geneesmiddelen bestemd voor menselijk gebruik:
- volledige terugbetaling – de levensnoodzakelijke specialiteiten (vb. anti-epileptica)
- grotendeels terugbetaald – therapeutisch belangrijke specialiteiten (vb. anti-hypertensiva)
- slechts gedeeltelijk terugbetaald – GM voor symptomatische behandeling
- Fa en Fb: forfaitair bedrag voorzien, gebruikt in ziekenhuismilieu
2.2 Indeling volgens het beoogde effect
- Causaal: oorzakelijk - Indien het GM in de correcte dosis en voldoende lang wordt ingenomen, dan zal
men genezen. (dus als men stopt na de behandeling, keert de ziekte niet terug)
- Symptomatisch: behandeling van klachten/symptomen (vb. jeuk, pijn,…) vb. domperidon
(Motilium®) bij misselijkheid en braken
- Stabiliserend: chronische aandoening onder controle houden en verwikkelingen voorkomen
- Substitutietherapie: vervangen of aanvullen van een onmisbare stof. Het toedienen van een stof die de
patiënt niet (meer) zelf maakt of niet meer zelf kan absorberen. vb. insuline bij diabetes mellitus type 1
- Profylactische of preventieve therapie: ter voorkoming van ziekten vb. vaccinatie van griep
2.3 Indeling volgens voorkomen in apotheek
- Magistrale bereiding: bereidt door apotheker op voorschrift van arts, een GM op maat, dat
beantwoordt aan specifieke noden van de patiënt
- Officinale bereiding: bereidt door apotheker volgens recept uit de Farmacopee of Therapeutisch
Magistraal Formularium (TMF)
- Specialiteit: door een erkende farmaceutische firma op de markt gebracht product.
Referentie GM: originele product, op de markt gebracht door de firma die het GM heeft
ontwikkeld. Met een merknaam (= fantasienaam), vb. Amlor®
Generisch GM: product dat op de markt gebracht wordt aan een prijs die minstens 30 %
goedkoper is dan het originele product. Het heeft dezelfde kwaliteit en uitzicht. Het GM heeft
een generieke naam = naam van het actief bestanddeel gevolgd door een afkorting van de
firma die het op de markt brengt. Vb. Amlodipine EG®
2.4 Indeling volgens inwendig of uitwendig gebruik
- Inwendig gebruik: GM wordt opgenomen in de bloedbaan
o Enteraal: opname vanuit het maag-darmstelsel
o Parenteraal: opname anders dan via het maag-darmstelsel
- Uitwendig gebruik: geneesmiddel gebruikt op huid, slijmvliezen en in holten die in verbinding staan
met buitenwereld - GM wordt niet of nauwelijks opgenomen in bloedbaan (= lokaal/plaatselijk)
2.5 Indeling volgens werkzaamheid (klassen van GM)
Een GM behoort tot één of meer klassen van GM. Een klasse van GM is een groep van GM die iets gemeen
hebben. Zo zijn de geneesmiddelen bijvoorbeeld gerelateerd door hun chemische structuur (vb. bètablokkers) of
zet de patiënt deze in voor hetzelfde beoogde effect (vb. anti-hypertensiva).
2.5.1 BCFI
- Hoofdstuk in BCFI
- Indicatie
- Klasse
- Vb actief bestanddeel
, 3. Waar vind ik info mbt GM?
www.bcfi.be informatie over GM en gebruik
www.kinderformularium.nl medicatie kinderen
www.lareb.nl/teratologie-nl GM bij zwangerschap en BV
www.pletmedicatie.be informatie over pletten
www.apotheek.nl informatie over klachten, ziekten en medicatie
3.1 Gecommentarieerd GM-repertorium
Groene boekje of BCFI
Doel BCFI = informatie GM vertrekken aan gezondheidsmedewerkers en rationele gebruik van GM bevorderen.
3.2 Formularium ouderenzorg
Informatie over GM - gebruik bij ouderen.
- Starten: start traag + opvolging van werking en ongewenste effecten + stopdatum?
- Stoppen: 1GM tegelijk, meestal afbouwen + opvolging van ontwenningsverschijnselen of heroptreden
van oorspronkelijk probleem
- Ongewenste effecten: denk eraan!: vermijd onnodig GM gebruik/ GM cascade (= GM wordt opgestart
voor behandeling van ongewenst effect van ander GM)
- Delen of pletten van GM
3.3 www.pletmedicatie.be
Mag ik tabletten delen of pletten?
1st nagaan of er geen andere aangepaste toedieningsvorm beschikbaar is
- Breukstreep breken mag, controleer of je andere helft mag bewaren of niet
- Tabletten met gewijzigde vrijstelling of beschermlaag:
o Meestal niet breken
o NOOIT pletten
Mag ik pleisters knippen?
- Reservoir systeem: NIET knippen
- Matrixpleister: mag knippen
o Wijziging aan pleister kan invloed hebben op hoeveelheid medicatie of snelheid
o Kleefkracht mindert
o 2e helft weggooien
4. De GM-anamnese en het medicatieplan
4.1 GM-anamnese: een noodzaak
Verschillende artsen schrijven GM voor, soms GM dat niet samen kunnen genomen worden. Of patiënt neemt
dubbele dosis of niet alles juist,…
Daarom GM-anamnese om informatie over GM van patiënt te kunnen evalueren en eventueel bij te sturen.