Markt & Eco – Les 1: De grote lijnen
Proloog
Waarom economie in een opleiding architectuur?
- Basisbegrippen: financiering, praktijk, rente, specialisatie,…
- Architectuur ontstaat binnen een socio-economische-culturele context. We moeten kunnen
omgaan met deze context. Context begrijpen = kern van dit vak.
Uitdagingen voor de architect: zonder economische basiskennis versterken deze negatieve zaken
elkaar…
1. Verouderde wetgeving: 1930
2. Complexe praktijk
3. Inhoudelijke verschuiving (ventilatiekanalen,…): <> architecten van vroeger bv. Le Corbusier
4. Uitdagende marksituatie
5. Financiele druk
6. Verdamping van auteurschap
7. Administratieve rompslomp,…
Inzicht in economisch kader is nuttig in iedere rol: Medewerker architectenbureau, zaakvoerder
kleine praktijk, experimenteel ontwerper, uitvoeringsexpert bij aannemer,…
Veel mogelijke invullingen, economisch inzicht is heel belangrijk in elke rol! Kan praktijk
versterken.
Hoofdstuk 1: Inleiding
Doel van de colleges:
- Perspectief bieden: Breed kader scheppen waarbij we de zaken tov. elkaar kunnen
onderscheiden (hoofdzaken-bijzaken). Afwijkingen op achtergrond plaatsen en basisfilosofie
naar voor schuiven.
- Context scheppen: Zaken uit het dagelijks leven kaderen en in een context plaatsen. Hoe
zaken met elkaar te maken hebben,… algemene basisvorming waarbinnen de architectuur
tot stand komt
- Bewustwording creëren: Doen beseffen dat architectuur niet tot een vacuüm tot stand
komt. Ook economische omgeving doet ertoe.
Eva wilt een verboden vrucht eten uit de tuin van Eden.
Een architect die denkt aan marketing wordt op neergekeken. Het is
toch noodzakelijk om als architect van deze verboden vrucht te eten.
Architectuur is geen kunst, zit op de grens tussen utilitas en kunst, het
moet dienend zijn. Moet voldoen aan een klant met een budget.
Als je één zaak moet onthouden van de colleges:
- Economie = sociale wetenschap: heef niet te maken met cijfers/gafieken/… Heeft te maken
met mensen! Verlangen, hebzucht, menselijkheid, affectie, veiligheid, honger, koud,…
- Examenvraag: economie is geen exacte wetenschap!!
,Economie is een sociale wetenschap
Domein van economen en politici:
- Economische inzichten = politiek-maatschappelijke visies
- Gebaseerd op een serie rivaliserende (en veranderende) denkkaders Bv. Vandaag de dag
zijn we veel meer bezig met duurzaamheid dan hiervoor,… = sociaal-, tijds-, locatiegebonden
- Mens van vlees en bloed als fundament van theorieën Hebzuchtige en onbaadzuchtige
mensen zijn irrationele mensen.
- Resultante van een dynamisch samenspel binnen een institutioneel kader pingpong
beweging tussen verschillende denkkaders, binnen een institutioneel kader (regelgeving,
gewoontes, sociale vangnetten, tradities),…
Economie is geen exacte wetenschap
- Geen enkele persoon past perfect in een theorie
- Socio-economische context verandert steeds
- Mensen zijn niet rationeel
- Mensen zijn niet voorspelbaar niemand past binnen eenzelfde plaatje. Een perfecte
theorie past niet voor iedereen.
“Economie heeft meer raakvlakken met recht dan met wiskunde: recht interegeert met de tijd
waarin we leven” andere belangen/ wiskunde = zuiver, exact, geen plaats voor emotie
MAAR
Economie bevat wél aspecten die zich exact laten becijferen
- Interesten en rendementen, rapporteringen, heffingen en taksen,… (fiscalisten,
boekhouders,…<> economen) uit poel van menselijkheid, zaken halen die exact zijn
- Economie bevat eilandjes van ratio in een zee van emotie
Hoe definieer je economie?
“The science which studies human behaviour as a relationship between ends and scarse means
which have alternative uses” kern economie, vandaag de dag
- Schaarste: beperkte hoeveelheid goederen/ middelen
- Keuzeproblemen: veelheid aan bestedigingsmogelijkheden
= HET ECONOMISCH PROBLEEM
Het economisch probleem economisch motief (hoe gaan we dit probleem oplossen? vanuit dit
probleem gaan mensen handelen)
- Micro-economie: economisch probleem analyseren op kleine schaal (wijk, gezin, bedrijf,
product)
- Macro-economie: grote schaal (land, continent, tijdsdeel)
Kernbegrippen: “economisch pobleem analyseren a.d.h.v kernbegrippen
1. Behoeften: iets waar men naar streeft
2. Productiefactoren: middelen die je hebt om iets te verwezenlijken
3. Goederen
,(Economische) behoeften
- Verlangens van de mens: waar willen we naartoe?
- Vervulling door inzet schaarse middelen: tijd/arbeid/geld/…
- Onbegrensd: iedereen heeft verschillende grote en kleine verlangens, telkens er 1 vervuld is
zal er een nieuwe opduiken
- Rangschikking mogelijk (primaire bv. veiligheid/voeding/onderdak, secundaire,…)
- Verschillende zaken kunnen een behoefte vervullen: substituten: behoefte om van punt A
naar B te gaan substituten: fietsen/bus/auto/…
- Het nut van goederen is subjectief, en dus kan de prijs (waarde) variëren van persoon tot
persoon nut van auto of treinverbinding wordt vaak als waardevoller ervaren dan te voet,
waarde is ook subjectief (hangt af van het nut dat men aan iets toekent, kan dus ook van
persoon tot persoon wijzigen) bv. fervent fietser fietst liever dan de auto te nemen
- Economie oordeelt niet over de wenselijkheid van behoeften, en is neutraal.
(staatsregulering nodig?) Wanneer we als maatschappij bepaalde behoeftes als onnutig
ervaren, taak overheid om positie in te nemen
- Welvaart = mate waarin de behoeften worden vervult met schaarse middelen: hoe
welvarender een maatschappij, hoe meer behoeften vervuld kunnen worden
- Welzijn = combinatie van welvaart met vervulling van niet meetbare behoeften nood aan
een knuffel/… (trade-off?= als je bij het ene wint, verlies je bij het andere = work-life-
balance)
Misschien is onze welvaart tijdens de corona niet aangetast (behalve café’s,…), maar het
welzijn is enorm aangetast! Staat naast welvaart, maar dikwijls ook een trade-off bv.
wanneer je heel veel werkt, zal je meer verdienen, maar je hebt minder tijd voor gezin/…
(Schaarse) Productiefactoren
Basiscomponenten waar we in de economie mee aan de slag gaan
1. Arbeid
- Kwantitatief: hoeveel mensen zijn er?
- Kwalitatief
- Tijdsaspect: hoelang kunnen ze werken?
2. Natuur
- Verschillende functies:
o Inputfunctie bv. smit heeft metaal nodig,..
o Ruimtescheppende functie: geven plaats om te werken bv. werkhal voor
manufactuur
o Recreatieve functie: kwaliteit omgeving
, o Afvalontvangende functie: hoeveel afval kan de natuur verwerken om de boel
draaiende te kunnen houden? Limiet overschrijden? Natuur valt stil
- Milieuverontreiniging/klimaat: natuur wordt schaars als factor grondstoffen worden
schaarser en duurder
3. Kapitaal
- Indirecte behoeftevervulling bv. met hout maak ik een lessenaar, waarop ik werk, dat werk
vervult een behoefte
- Resultaat van investeren na sparen van vermogen: gecumuleerde/gespaarde goed
inzetten/investeren als hefboom om daar meer zaken mee te produceren bv. hamer is
kapitaal = product van arbeid en natuur, deze hamer dient voor zaken te maken = indirecte
behoeftevervulling hamer is ook productiefactor
- Vervangen (afschrijven) of uitbreiden bv. na een tijd gaat hamer kapot, moet vervangen
worden/ afschrijven = ontaarden van kapitaal
- Ook immaterieel (overheid): medewerkers, proffen, vrienden, familie,…
Goederen
Hangt sterk samen met kapitaal, maar gaat specifiek over direct verbruik
- Gericht op behoeftevervulling
- Zijn schaars, want worden gevormd uit schaarse productiefactoren
- Duurzaam (meerdere gebruiken bv. auto, tafel) of niet-duurzaam (1-malig gebruik bv. pintje)
- Consumptiegoed: directe behoeftebevrediging bv. pintje, voedsel, entertainment
- Investeringsgoed: indirecte behoeftevervulling
o Duurzame investeringsgoederen (=kapitaalgoederen): duurzaam van karakter bv.
machines
o Niet-duurzame investeringsgoederen: 1-malig gebruik bv. printerinkt
- Finale goederen (eindproduct bv. kledij) of intermediaire goederen (halffabricaten bv. stof)
België sterk gericht op halffabricaten, Duitsland sterk gericht op finale goederen (bij
economische crisis, gaan Duitsers dit eerder voelen, Belgen voelen dit later)
Naast de 3 basisbegrippen is economie ook een samenspel tussen de 3 soorten spelers:
1. Gezinnen: mensen als particulier bv. gezin dat huis koopt/op reis gaat/… in gangbare
theorie worden eco activiteiten binnen het gezin genegeerd = kritiek op huidig systeem
2. Bedrijven: aparte eenheid binnen de economie, immaterieel (bestaat enkel binnen onze
geest) zonder winst verdwijnt het bedrijf
3. Overheid: taak om te zorgen evenwicht tussen gezinnen/bedrijven: zorgen ervoor dat alles
goed blijft functioneren belastingen sturend middel: collectieve productie en consumptie
Elk van de 3 heeft een specifieke taak, maar ook elk van de 3 consumeert en produceert