Dit is een samenvatting van het boek ontwikkelingspsychologie; samengesteld door docenten van Fontys. Deze samenvatting beschrijft alle stof die in het eerstejaars vak ontwikkelingspsychologie wordt behandeld.
De ontwikkeling van het kind en de babytijd
Er zijn vier thematische gebieden binnen de ontwikkelingspsychologie:
Fysieke ontwikkeling
Cognitieve ontwikkeling
Sociale ontwikkeling
Persoonlijkheidsontwikkeling
Bij fysieke ontwikkeling wordt er gekeken naar de invloed van het lichaam op ons gedrag. Onderzoek
richt zich bijvoorbeeld op de invloed van ondervoeding op het groeitempo.
Bij cognitieve ontwikkeling wordt er gekeken naar de hoe het gedrag wordt beïnvloed door groei en
verandering in het intellectuele vermogen. Ze houden zich bezig met leren, geheugen,
probleemoplossing en intelligentie.
Bij sociale ontwikkeling wordt er gekeken naar de manier waarop de interacties van mensen en hun
sociale relaties in de loop van hun leven groeien, veranderen en stabiel blijven.
Bij persoonlijkheidsontwikkeling wordt er gekeken naar stabiliteit en verandering in de eigenschappen
die de ene persoon van de andere onderscheiden. Ze houden zich ook bezig met de sociale-emotionele
ontwikkeling van kinderen en adolescenten.
Ontwikkelingspsychologen verdelen kinderen en jongeren doorgaans in globale leeftijdsgroepen:
De prenatale periode (van conceptie tot geboorte)
De baby-peutertijd (van geboorte tot 3 jaar)
De kleutertijd (van 3 tot 6 jaar)
De schooltijd (van 6 tot 12 jaar)
De adolescentie (van 12 tot 20 jaar)
Deze leeftijdsgroepen en perioden zijn een sociaal construct. Dit betekent dat het breed geaccepteerd
is maar afhangt van de maatschappij en de cultuur op een bepaald moment. Sommige psychologen
hebben geheel nieuwe ontwikkelingsperioden voorgesteld, bijvoorbeeld opkomende adolescentie.
Opkomende adolescentie is een periode van de late tienerjaren tot midden twintig. Dit zijn mensen die
nog geen adolescent zijn, maar wel al deze verantwoordelijkheden hebben. Ze zijn nog bezig met
zelfverkenning en het uitproberen van nieuwe identiteiten.
De tijdstippen waarop gebeurtenissen zich in het leven voltrekken kan variëren. Dit komt deels door
biologische oorzaak: de ene mens is sneller volgroeid dan de ander. Het komt ook deels door
omgevingsfactoren, zoals de cultuur.
Continue verandering vs discontinue verandering
Bij continue verandering gaat de verandering geleidelijk en zijn prestaties op het ene niveau gevolg
van prestaties op het vorige niveau. De verandering is kwantitatief: de ontwikkeling wordt groter of
meer.
Bij discontinue verandering verloopt de ontwikkeling heel abrupt, in sprongen.
Nature: eigenschappen, vermogens en capaciteiten die mensen van hun ouders erven (oogkleur, haar,
motorische ontwikkeling, etc).
Nurture: omgevingsinvloeden die ons gedrag bepalen. Sommige invloeden zijn biologisch, een
moeder die drugs gebruikt en alcohol drinkt tijdens de zwangerschap. Andere invloeden zijn sociaal,
invloed van klasgenoten, hoe je ouders je opvoeden. Nog andere invloeden zijn maatschappelijk, de
socio-economische omstandigheden.
Teratogene stoffen kunnen leiden tot een geboorteafwijking. De placenta slaagt er niet altijd in om de
stoffen tegen te houden. Het moment en de hoeveelheid teratogene stof waaraan de foetus wordt
, blootgesteld is cruciaal. In sommige perioden hebben de teratogenen weinig tot geen effect, op
anderen momenten hebben ze verregaande consequenties. De organen zijn op verschillende momenten
gevoelig.
Voedingspatroon van de moeder
Als de moeder gevarieerd eet en de juiste voedingsstoffen binnen krijgt, is de kans klein dat er
complicaties zijn tijdens de geboorte. Als de moeder, en dus ook de baby, ondervoed is tijdens de
zwangerschap kan dit invloed hebben op het kind. Dit kan opgelost worden als de moeder
voedingssupplementen neemt, zoals foliumzuur. Ook kan de baby die als foetus ondervoed was, een
deel van deze effecten opheffen met goede voeding.
Leeftijd van de moeder
Vrouwen krijgen tegenwoordig later kinderen. Vrouwen krijgen pas een kind in de dertig of veertig.
Dit kan gevolgen hebben voor de gezondheid van de vrouw en het kind. Vrouwen die ouder zijn dan
dertig lopen een groter risico op verschillende zwangerschaps- en geboortecomplicaties. Bij een vrouw
van 42 vertoont 90% van haar eicellen een of ander defect. Oudere moeders hebben een grotere kans
op een vroeggeboorte, of een kind met een laag geboortegewicht. Ook hebben ze vaker kans op een
kind met downsyndroom.
Niet alleen oudere moeders hebben een groter risico, ook heel jonge moeders. De kans op
vroeggeboorte is groter en het sterftecijfer van baby’s is twee keer zo groot.
Prenatale begeleiding van de moeder
Het hoge sterftecijfer van baby’s bij tienermoeders ligt niet alleen aan fysiologische problemen. Ook
de doorgaans slechte sociale en financiële situatie spelen een rol. De moeder heeft niet genoeg geld of
steun voor goede prenatale zorg en kraamzorg als het kind is geboren.
Gezondheid van de moeder
Moeders die gezond eten, gemiddeld aankomen en voldoende bewegen hebben meer kans op een
gezonde baby, en ze verminderen de kans op obesitas, hoge bloeddruk en hartkwalen bij hun kinderen.
Ziekte bij zwangere vrouwen kan enorme gevolgen hebben voor de baby. In latere stadia zijn de
gevolgen minder groot. Een aantal SOA’s kan ook op de foetus worden overgebracht.
Drugs- en medicijngebruik van de moeder
Moeders die drugs of medicijnen gebruiken kunnen het leven van hun baby ernstig in gevaar brengen.
Zo kunnen aspirines leiden tot bloedingen bij de foetus en achterstand in de fysieke ontwikkeling.
Sommige medicijnen veroorzaken par tientallen jaren later problemen, zoals
vruchtbaarheidsproblemen of vaginale kanker.
Het gebruik van drugs kan nog grotere gevolgen hebben. Het roken van marihuana kan de
zuurstoftoevoer naar de foetus belemmeren. Het gebruik ervan kan leiden tot nerveuze, snel afgeleide
en snel geïrriteerde kinderen. Kinderen waarvan de moeder verslaafd is aan cocaïne kunnen bij de
geboorte zelf ook al verslaafd zijn. Zelfs als ze niet verslaafd zijn kunnen ze veel anderen problemen
hebben.
Alcohol- en tabaksgebruik van de moeder
Zelfs de kleinste hoeveelheden alcohol en nicotine kunnen de ontwikkeling van de foetus verstoren.
Het gebruik van alcohol kan ingrijpende gevolgen hebben voor het ongeboren kind. Als de moeder
aanzienlijke hoeveelheden alcohol tot zich neemt, hebben ze kinderen het grootste risico. Het kind kan
worden geboren met FAS. Zelfs kleine hoeveelheden alcohol kunnen gevolgen hebben. Bij FAE
vertonen kinderen een aantal problemen als gevolg van het alcoholgebruik die kenmerkend zijn voor
FAS.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper 457286. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,89. Je zit daarna nergens aan vast.