Les 1
Sociologie
Intersectionaliteit/ kruispuntdenken= Persoon bestaat uit meerdere identiteiten.
Elementen die uitsluiting bepalen:
- Relativiteit:uitsluiting kan alleen
worden beoordeeld door naar
iemands omstandigheden te kijken
in relatie tot anderen in een gegeven
situatie en gegeven tijd
- Tijdsperspectief: sociale uitsluiting
wordt niet alleen veroorzaakt door
huidige omstandigheden, maar ook
door het ontbreken van
toekomstperspectief
Abstract denken= in staat om over de
horizon van je eigen situatie heen te kijken.
Met intersectionaliteit kunnen 3 soorten
onzichtbaarheid bestreden worden:
1. onterechte uitsluiting (onder-inclusie) als een probleem(interventie) voorbijgaat aan
belangrijke verschillen; bijvoorbeeld het bordeelverbod dat vrouwen van buiten
Europa in de kou laat staan
2. onterechte opsluiting (over-inclusie), als een probleem(interventie) één verschil
(bijvoorbeeld etniciteit) centraal stelt en niet op de leeftijds- en sekseverschillen
daarbinnen let, zoals in geval van suïcidepreventie.
3. onzichtbare hand waardoor een ongunstige positie normaal en natuurlijk lijkt,
bijvoorbeeld wanneer migrant-zijn samengaat met vrouw-zijn, een afhankelijke
verblijfstitel en een lage opleiding
Intersectioneel denken heeft één duidelijk hulpmiddel voor probleemanalyse opgeleverd en
dat is de “andere vraag”. Hoe zou dit verhaal er uit zien en hoe zou ik het begrijpen als deze
persoon andere etnische kenmerken en een andere leeftijd zou hebben? Een man zou zijn
in plaats van een vrouw?
Recht
Rechtsstaat= Staat waarin vrijheid, rechtszekerheid en rechtsgelijkheid voor de burger heel
belangrijk zijn. Bovendien geniet de burger bescherming van zijn rechten en vrijheden, tegen
medeburgers én tegen de overheid. Tegenovergestelde is een politiestaat(staat waarin de
overheid doet wat zij wil. De overheid houdt zich niet aan regels en kan bijvoorbeeld
bepaalde burgers voortrekken. Ook kan zij mensen opsluiten in de gevangenis, zonder dat
daar een rechter aan te pas is geweest. Er is dus sprake van willekeur) of totalitaire
staat(en totalitaire staat gaat nog een stap verder. In een totalitaire staat bemoeit de
overheid zich met alles en iedereen. Doel rechtsstaat: Burgers beschermen tegen
machtsmisbruik van de overheid. Wat doet recht: Brengt doelmatige ordening, geeft
spelregels voor gedragingen tussen individuen onderling en voor het handelen van de
overheid, recht stuurt het individuele gedrag van de burgers.
Belangrijkste onderdelen rechtsstaat:
1. Grondrechten
1
, 2. Scheiding der machten(trias politica) → Montesquieu → drie verschillende machten
elkaar controleren en mag de macht dus niet bij een groep liggen.
1. Wetgevende macht(ministers,provinciale staten, 2e kamer)
2. Uitvoerende/bestuurlijke macht(regering,burgemeesters,wethouders)
3.Rechterlijke macht(rechters)
- Herkomst: Charles Montesquieu (1689-1755, Frankrijk)
3. Legaliteitsbeginsel
- Alles wat de overheid doet, gebaseerd zijn op de wet. Ten tweede mogen (de
meeste) nieuwe wetten niet met terugwerkende kracht worden
toegepast(niemand worden veroordeeld voor een handeling die nog niet
verboden was op het ogenblik waarop die plaatsvond)
- Als de overheid dwang wil toepassen (= ingrijpen in de rechten en vrijheden
van de burgers) dan moet de bevoegdheid daartoe in de wet staan.
- Rechtsbronnen: Verdrag, wet, gewoonterecht, jurisprudentie
- Iedereen moet zich houden aan wet en regels
4. Onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak
- De rechters worden voor het leven benoemd (onafhankelijk) De rechters doen
uitspraken zonder invloed van de andere machten (onpartijdig)
Rechtsbronnen:
1. Wet- en regelgeving → vaststellen van rechtsregels
2. Jurisprudentie(ongeschreven regel) → Ontstaat doordat algemene regels in de
diverse wetten en in overige regelgeving moeten worden toegepast in individuele
situaties.
3. De gewoonte(ongeschreven regel) → Komt weinig voor. Recht dat gebaseerd is op
gewoonten. Een belangrijk kenmerk van gewoonterecht is dat het van generatie op
generatie mondeling wordt doorgegeven
4. Verdragen → = Afspraken tussen 2 of meer staten die op schrift zijn gesteld en die
gelden in de staten die partij zijn bij het verdrag.
Klassieke grondrechten= Beschermen de burger tegen de overheid en hebben horizontale
werking. Overheid mag hier geen inbreuk op maken.
Sociale grondrechten= De overheid moet zorgen voor de burger, maar burger kan zich
daar niet op beroepen.
Les 2
Sociologie
Max Weber:
- Rationalisering(ijzeren kooi)= Overgang van een traditionele naar een rationele
samenleving. Onttovering van de wereld.
- Waarderationaliteit(gericht op door waarden en normen gestuurde doeleinden) vs
functionele rationaliteit(gericht op het optimaliseren van procedures en middelen)
- Doelrationeel handelen= Handelen waarbij je kosten en baten afweegt en bewust
probeert de uitkomst te optimaliseren. Anders dan je daden baseren op tradities of
gevoel op waarderationaliteit. Bij doelrationeel handelen staat de effectiviteit van je
handelen centraal. Deze berekende houding was uniek voor het Westen.
- Moderniteit is een cultureel en mentaal fenomeen, dat neerkomt op rationalisering.
2
, - Anti-institutionalisme is een reactie op de rationalisering. Religie achter je laten en
spiritueel worden. Afnemend vertrouwen in religie en wetenschap.
Soorten (traditionele) machtsmiddelen:
1. Fysieke kracht en geweld
2. Geld
3. Handelen van de overheid
4. Sociale normen, wat anderen goed vinden
5. Ideeën → Je kan mensen aanzetten tot gedragsverandering met jouw ideeën
6. Aantallen/ veel mensen → Een massa mensen creëert macht door een
gemeenschappelijk doel te uiten.
Nieuwe macht:
- 2 sleutelelementen: Inzet massale deelname, onderlinge afstemming, transparantie
- Hoe herken je Weber: Mensen gaan meer bezig met de waarden. Hernieuwde
opkomst waarderationaliteit. In algemeen belang denken en niet eigen belang.
Recht
Grondslag AVG- reden voor gegevensverwerking:
1. Overeenkomst → Zijn gegevens noodzakelijk voor uitvoering?
2. Wettelijke plicht → Gegevens zijn dan noodzakelijk en voorspelbaar voor uitvoering
wettelijke plicht.
3. Taak in algemeen belang of openbaar gezag → Voor de uitvoering van deze
publiekrechtelijke taak is gegevensverwerking noodzakelijk.
4. Toestemming → Als bovenste 3 niet van toepassing zijn. Toestemming moet vrij
gegeven zijn(afhankelijkheidsrelatie is niet vrij), als persoon specifiek geïnformeerd is
en ondubbelzinnig gegeven.
5. Gerechtvaardigd belang → Niet voor bestuursorganen/ overheid
6. Tenzij er sprake is van vitaal belang: acute, dringende, noodzakelijke bescherming
van belangen betrokkenen of andere persoon.
- Wilt u bijzondere persoonsgegevens verwerken? Zoals gegevens over iemands
gezondheid? Of strafrechtelijke gegevens? Dat is verboden. Tenzij u voldoet aan een
aantal strenge eisen. Een grondslag hebben is dan dus niet genoeg.
Gegevens delen zonder toestemming:
- Vitale belangen - Wettelijke verplichting - Ten behoeve van algemeen belang
- Uitvoering publiekrechtelijke taak - Uitvoeren van een overeenkomst
Gegevensdeling(vorm van gegevensverwerking:
Dan geldt ook beroepsgeheim: vanuit WGBO/ beroepscode
1. In principe alleen gegevens delen met toestemming; tenzij
2. Meldingsplicht bij bepaalde besmettelijke ziekten
3. Er een meldrecht bestaat: RvdK, AMHK, verwijsindex(hulpmiddel bij melden bij Veilig
Thuis is de meldcode).
Mensenrechten zijn universeel. Ze zijn voor iedereen hetzelfde. Maar patiënten zijn niet
allemaal hetzelfde. Het is dus belangrijk dat verschillen in acht worden genomen, om zo het
recht op gezondheidszorg voor iedereen te waarborgen.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper TessaHermsen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,19. Je zit daarna nergens aan vast.