1. Wat is leren?
Veel definities maar met een gemeenschappelijk element.
Leren een gevolg is van een activiteit.
Definitie: een mentaal proces waarbij als gevolg van een leeractiviteit
een relatief stabiele gedragsverandering tot stand komt.
Verschillende leerprocessen:
Feiten en begrippen
Procedures uitvoeren: algoritme
Leesstrategieën
Probleemoplossende strategieën of denkstrategieën
Motorisch leren
Affectief leren
Metacognitieve kennis
Zelfregulatie
Zorgen dat de kinderen iets leren, daar draait het in het onderwijs
allemaal om. Hoe je iets aanleert, daar zijn er heel veel invalshoeken,
ideeën en theorieën voor.
2 onderwijsvisies:
Constructivisme
Kinderen spelen een actieve rol bij het verwerven van informatie,
kennis, vaardigheden en attitudes.
Kinderen zijn geen lege vaten. Kinderen bouwen een groot deel zelf
hun kennis op in interactie met de omgeving.
Aansluiten bij voorkennis
Betekenisvolle context
Sociaal constructivisme
Jij als lerende gaat actief deelnemen aan leerproces. Je gaat zelf op zoek
naar linken, studiemethodes…
Voorkennis is belangrijk
Ervaringsgericht onderwijs
Welbevinden en betrokkenheid
Leerkracht heeft een actieve rol als coach
Leerkracht meer op de achtergrond om geleidelijk naar zelfstandig
leren
Leer in eigen handen nemen
Competentiegericht leren
1
,Vier vaardigheden
Goed georganiseerde en flexibel toegankelijke domein specifieke
kennis
Cognitieve strategieën ( heuristieken, leerstrategieën)
Metacognitie
Affectieve componenten (emoties, houdingen of overtuigingen)
2. Wat zeggen de leertheorieën?
2.1 Behaviorisme: klassieke conditionering
Behaviorisme: klassieke conditionering -> gedrag centraal
Pavlov – de hond en het belletje
Basisschema:
Er wordt een stimulus (prikkel) gegeven en daarop volgt een reactie in
termen van observeerbaar gedrag. Wat daartussen gebeurt – m.a.w. wat
we denken, voelen, hoe we informatie verwerken- is een zwarte doos.
Daar wordt niets over gezegd.
Nut
2
, Geen nieuw gedrag aanleren, maar gedrag koppelen aan een andere
situatie.
Eerste fase: Wanneer hij vlees kreeg, produceerde hij speeksel.
Tweede fase: Wanneer hij een belletje doet ringen, geeft hij de hond vlees
en begon hij te kwijlen.
Derde fase: wanneer hij enkel het belletje doet rinkelen, denkt de hond dat
hij eten zal krijgen en begint hij te kwijlen.
Zie boek pagina 15 voor nog een voorbeeld.
Toepassingsmogelijkheden van klassieke conditionering
Het gaat vooral om het begrijpen hoe het (school) gedrag van kinderen
plots in positieve of negatieve zin kan veranderen. Heel wat
klasgewoonten spelen hierop in.
3
, Extinctie of uitdoving
Wanneer de geconditioneerde stimulans herhaaldelijk zonder de
ongeconditioneerde stimulus wordt aangeboden. Waardoor de
geconditioneerde respons verzwakt.
Bv. Wanneer je meerdere keren het belletje ringt en de hond geen eten
geeft, dan zal hij niet meer beginnen kwijlen.
Meer de associatie verdwijnt niet volledig. Van zodra men opnieuw beide
leercomponenten samen aanbiedt, wordt de geconditioneerde respons
hersteld in zijn oorspronkelijke toestand. Dit gebeurt nu wel veel sneller
dan wanneer de hond de associatie voor de eerst werd aangeleerd. Dit
noemt men herconditionering. Het feit dat de hond de associatie tussen
geconditioneerde respons en geconditioneerde stimulus niet vergat werd
nogmaals bevestigd wanneer de hond spontaan herstel vertoonde nadat
men na extinctie een tijdje wachtte alvorens de bel te luiden.
Signaalfunctie
Waarneming van een prikkel is vaak een signaal voor het verschijnen van
een andere prikkel, gewaarwording.
Bv. De waarneming van de bel is dan het signaal voor het verschijnen van
vlees.
Een gelijkaardige reactie zien we ook bij kinderen.
Mishandeling
Stimulusgeneratie/ stimulusveralgemening
Men gaat prikkels die gelijkaardig zijn aan de geconditioneerde stimulus
op eenzelfde manier zal reageren op de geconditioneerde stimulus.
Bv. de hond zal gelijkaardig reageren op hoge toren van een instrument
als op het belsignaal.
Theater
Experiment Little Albert: (bekend experiment)
Ze leren een kind bang te zijn voor een witte rat. Voor het experiment was
hij helemaal niet bang voor ratten. Ze koppelen het zien van de rat (GS)
aan een luid akelig geluid (OS). Na enkele malen begon het kind te huilen
bij het zien van de rat. Ook bij het zien van muizen, witte konijnen, witte
jassen begon Albert te huilen.
Stimulusdiscriminatie
De stimulusgeneralisatie wordt afgeremd door een tegengesteld proces:
stimulusdiscriminatie.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper auwkevansteenkiste. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,39. Je zit daarna nergens aan vast.