Beeldspraak
Beeldspraak is figuurlijk taalgebruik waarbij je een beeld gebruikt.
1. Vergelijking
• Bestaat uit object, beeld en overeenkomst.
> Als je een overeenkomst tussen twee zaken wilt benadrukken.
[Jouw bureau is een slagveld.] (Object: jouw bureau. Beeld: een slagveld.)
2. Metafoor
• Bestaat uit beeld en overeenkomst.
> Vergelijking waarbij object niet wordt genoemd.
[Wat een slagveld!] (Object: niet genoemd, bureau. Beeld: een slagveld]
3. Personificatie
> Abstract begrip (levenloos ding/ iets uit de natuur) dat als persoon wordt voorgesteld
en een menselijke eigenschap krijgt. Meestal een werkwoord.
[Die moord schreeuwde om wraak.]
4. Metonynia
• Berust niet op overeenkomst, maar andere relatie
> deel-geheel
[Even neuzen tellen.]
> geheel-deel
[Nederland speelt morgen tegen Duitsland.]
> voorwerp-inhoud
[Geef mij nog maar een glaasje.]
> maker-voorwerp
[Een echte Rembrandt is voor een gewone burger onbetaalbaar.]
> materiaal-voorwerp
[Er rijdt veel blik op de weg.]
Stijlfiguren
Stijlfiguur is een bijzondere vorm van taalgebruik om een effect te bereiken.
1. Antithese
• Tegenstelling word benadrukt doordat ook het tegengestelde wordt genoemd.
[De riem van €15,- was goedkoop, want de andere riemen zijn minstens dubbel zo duur.
2. Hyperbool
• Sterke overdrijving
[Het leek eeuwen te duren voordat er hulp kwam.]
3. Retorische vraag
• Vraag waarop geen antwoord wordt verwacht.
[Hoe vaak heb ik je nu al gewaarschuwd?]
4. Ironie
• Milde vorm van spot, zonder de bedoeling om de ander te kwetsen.
, ['Wat zie je er stralend uit' zei de vader van John toen hij met een slaperig gezicht
beneden kwam.]
5. Sarcasme
• Harde vorm van spot, met de bedoeling om de ander te kwetsen.
['Ga zo door!', zei de leraar tegen John die een 2 had gehaald voor zijn repetitie.]
6. Tautologie
• Het herhalen van een begrip door een synoniem of door woordgroep met dezelfde
betekenis. Het wordt gebruikt om een uitdrukking te versterken.
[Nooit of te nimmer had hij gedacht te zullen slagen. (goed)
Dit meisje beloofde het geheim te houden, maar ze kon het echter verzwijgen.(fout)]
7. Pleonasme
• Een eigenschap die al in het woord aanwezig is, wordt extra benadrukt. Niet het hele
begrip herhaald, maar een deel.
[Zij werkten soms uren achter elkaar in de hete tropenzon. (goed)
In mijn schrift tekende ik een ronde cirkel. (fout)]
8. Understatement
• Opzettelijke afzwakking van de werkelijkheid, alsof het minder belangrijk of groot is
dan het in werkelijkheid is.
[In zo'n topfunctie verdien je wel een paar centjes!]
9. Eufemisme
• Verzachtend woord/ verzachtende uitdrukking, om onplezierige dingen minder ernstig
voor te stellen.
[Na een moeitevol leven is mijn oudoom op 91-jarige leeftijd van ons heengegaan.]
Verwijswoorden
Blz. 81
Woord/woorden waar verwijswoord naar verwijst heet het antecedent.
Zelfstandige naamwoorden met het lidwoord ‘de’ > hij, zij/ze, die, deze, zijn, haar.
‘De-woorden’ > mannelijk/vrouwelijk (Gebruik eventueel woordenboek!)
Zelfstandig naamwoorden met het lidwoord ‘het’ > het, dit, dat, zijn.
(Landen en steden zijn meestal ‘het-woorden’)
Dingen/dieren > waarover, waarbij, waarmee enz.
Personen > over wie, bij wie, met wie, enz.
Dichtbij > ‘het-woorden’: dit | ‘de-woorden’: deze
Verderweg > ‘het-woorden’: dat | ‘de-woorden’: die
Verwijswoorden II
Blz. 112
Naar dingen verwijs je altijd met ze
Naar personen verwijs je met zij, ze, hen of hun
Lijdend voorwerp > hen
Na een voorzetsel > hen
Meewerkend voorwerp zonder voorzetsel > hun
Onderwerp van de zin >zij/ze
Verwijswoorden III
Blz. 143
Dat gebruik je Bij ‘het-woorden’.
Wat gebruik je Als het antecedent een hele zin is.
Als het antecedent een overtreffende trap is.
Na dat(gene), het enige en na onbepaalde voornaamwoorden.
Lastige woordparen
Schijnbaar/Blijkbaar
Schijnbaar: Het lijkt zo, maar het is niet zo.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marjavdwind. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.