Dit is de begrippenlijst voor het eerste tentamen van kennismaking met onderzoeksmethoden en statistiek bij de opleiding psychologie in Utrecht. Deze lijst bevat alle gealfabetiseerde begrippen en nog een paar extra begrippen om het allemaal goed te begrijpen. Succes met leren!
Begrippenlijst KOM psychologie UU (bevat kwalitatief en correlationeel):
Analyseren: het grondig onderzoeken en het ontleden van iets.
Analytic codes: codes die de betekenis van specifieke stukken tekst beschrijven.
Anoniem onderzoek: bij dataverzameling worden geen persoonsgegevens verzameld.
Aselecte steekproef/ random sample: iedereen in de populatie heeft een kans om in de
steekproef terecht te komen.
Attribute codes: codes die vaak over de achtergrond of demografische informatie van de
respondent gaan.
Begripsvaliditeit (construct validity): de validiteit van het meetinstrument dat is gebruikt om
een bepaald theoretisch begrip te meten.
Beschrijvende statistiek: wanneer de steekproef en de populatie hetzelfde zijn.
Betrouwbaarheid: Herhaalbaarheid van onderzoek over de tijd (en tussen verschillende
personen).
Case study logic: het feit dat de onderzoeker alles wil weten van een bepaalde proefpersoon
over hun ervaringen en kennis over het onderwerp van het onderzoek. De onderzoeker
maakt er dan een soort case study van per persoon.
Categorische variabelen: variabelen waarvan de waarden, die de variabelen
vertegenwoordigen, geen hoeveelheden aangeven. Maar wel verschillende soorten
categorieën.
Causaliteit: het ene construct is de oorzaak van een verandering in een ander construct.
Clustersteekproef: mensen zijn gegroepeerd in bepaalde clusters. Er zijn lijsten per clusters
en er worden dus mensen gekozen per cluster. De gekozen clusters worden dan geheel
opgenomen in het onderzoek. Dit kan alleen gedaan worden wanneer de clusters
representatief zijn voor de gehele populatie.
Conceptuele definitie: de definitie van het begrip dat onderzocht wordt.
Controleerbaar onderzoek: onderzoek dat valt na te bootsen en bij het nabootsen dezelfde
resultaten geeft als het eerste onderzoek. Zo is het onderzoek gecontroleerd.
Controleerbaarheid: In welke mate het onderzoek valt na te bootsen/controleren.
Convergente validiteit: in hoeverre de metingen van het ene meetinstrument overeen
komen met de metingen van een ander meetinstrument die hetzelfde of een soortgelijk
begrip meet. Valt onder empirisch beoordelen.
, Correlatiecoëfficiënt: Een coëfficiënt waarmee het verband tussen twee variabelen wordt
aangegeven.
Correlationeel onderzoek: onderzoek waarbij gekeken wordt naar relaties tussen
eigenschappen.
Criterium validiteit: in hoeverre de metingen van het betreffende meetinstrument
samenhangen met een andere uitkomstvariabele waarvan we weten dat er geen verband
hoort te zijn. Valt onder empirisch beoordelen.
Data management plan: een document waarin wordt beschreven hoe je met data van plan
bent om te gaan tijdens onderzoek en nadat het onderzoeksproject is afgerond.
Deductie: vanuit een theorie wordt een onderzoeksvraag gedefinieerd.
De-identificatie: het zorgen dat de identificerende factoren in de data van het onderzoek
vervangen worden door algemene termen, een naam wordt bijvoorbeeld veranderd naar
‘persoon 1’.
Dekkingsfouten: fouten die gemaakt kunnen worden in het trekken van een steekproef uit
een populatie waarbij een deel van je doelpopulatie ontbreekt in je lijst bij het trekken van
de steekproef waardoor er mogelijk vertekening van de werkelijkheid ontstaat.
Divergente validiteit (discriminant validity): in hoeverre de metingen van het ene
meetinstrument niet overeen komen met metingen van een ander meetinstrument dat een
ongerelateerd begrip meet. Valt onder empirisch beoordelen.
Doelgerichte steekproef: een specifieke selectie uit een totale populatie.
Empirie/empirische gegevens: Kennis/gegevens verkregen door wetenschap gebaseerd op
ervaring, waarneming en proefondervindelijke uitkomsten.
Empirische patronen: In gesproken of geschreven teksten, observaties van gedrag en
interacties, etc. Dus patronen verkregen door wetenschap gebaseerd op ervaring,
waarneming en proefondervindelijke uitkomsten.
Enkelvoudige aselecte steekproef/ simple random sample: Aan de hand van een
steekproefkader(lijst) worden er willekeurige participanten gekozen.
Externe validiteit: het kunnen generaliseren van de onderzoeksresultaten over een grotere
groep dan alleen de steekproef.
Falsifieerbaar: Een theorie moet weerlegd kunnen worden met systematische
waarnemingen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper annewilbiesheuvel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.