1. astronomie (Babylonische en Egyptische priesters)
2. natuurkunde (presocratici)
3. biologie (Aristoteles, Hippocrates)
4. psychologie < sociologie (onderzoekt de voorwaarden waaronder men ‘mens’
wordt)
1.2 SOCIOLOGISCHE VERBEELDING ONTSPRUIT AAN CRISISBESEF
A. GEEN NATUURLIJKE DISTANTIE TSS INDIVIDUELE MENS & MAATSCHAPPIJ
o Mensen maken zichzelf niet makkelijk tot object van wetenschap, makkelijker
om verafgelegen zaken wetenschappelijk te benaderen, dan zaken dicht bij
ons
o Maatschappij zit in ons (grens tss maatschappij en mens is wazig)
objectiviteit is moeilijk
o Men denkt onvermijdelijk dmv taal = geestelijke binnenruimte = meest
sociale aspect van de mens men geraakt er niet vanaf (behalve door
dementie = verliezen van geest/menselijkheid door verliezen sociale
capaciteit (persoonlijkheid = sociale structuur)
o Socialiseren = bv. hongergevoel kind temmen individu op sociaal ritme
krijgen
o Lichaam en geest maken gedeeltelijk deel uit van de maatschappij
B. SOCIOLOGIE ONTLUISTERT (NOOD AAN DEMOCRATIE)
o Sociologie = subversief/ontmaskert dus hebben sociologen democratie/ vrije
meningsuiting nodig want ze onderzoeken de totalitaire realiteit inclusief de
kleine kantjes en dit wekt weerstand op bij de onderzochte bevolkingsgroepen
o socioloog = ontdekkingsreiziger in eigen samenleving die een onbekende
wereld leert kennen
o Vervreemde/marginale positie = verrijkend voor sociologen
o Bv. Lettres persanes – Montesquieu = satire vanuit het perspectief van een
vreemdeling die de Fransen een andere kijk gaf op hun land, gewoontes, …
C. SOCIOLOGISCH BESEF WORDT GEPRIKKELD DOOR CRISIS
o Crisis/revolutie doet sociologische verbeelding ontstaan
o Mens beseft dat hij de maatschappij redelijk snel kan veranderen en is
hierdoor zodanig geschrokken dat hij er zelf ook door verandert
o maatschappij is eeuwenlang aan het bewustzijn van de mens ontsnapt omdat
zij hem zo vertrouwd was, veranderde toen sociale verhoudingen door elkaar
werden geschut en de maatschappij werd ervaren als problematisch (in de
18e-19e eeuw)
,1.3 DE TWEE REVOLUTIES
The great transformation = de twee grote revoluties = Franse & industriële
revolutie
Franse: symbool vr politieke modernisering & democratisering: volk a/d macht
ipv vorstelijke macht
autoriteit charismatisch; traditioneel; rationeel-legaal;
(de klassieke termen van Max Weber)
gezag gebaseerd op gebaseerd op gebaseerd op regels
charisma) afstamming en procedures
techniek aanpassing aan de domesticatie van de beheersing
natuur natuur van de natuur
wonen nomadisch sedentair: dorp megalopolis
en stad
Historische Ontwikk grootte Soort maatschappij
drempeloverschrijdingen el-
ingsnive
au
vuurbeheersing Traag Losse clanmaatschappij
groepjes
Agragisering/neolithische Traag grotere landbouwmaatscha
revolutie groepen ppij
Industriële revolitie + Snel Nog grotere Industriële
politieke omwentelingen groepen maatschappij
digitalisering Snel globaliteit informatiemaatsch
appij
Society 5.0 snel globaliteit Super smart
society
,CLANMAATSCHAPPIJ:
o Ondergeschikt aan natuur
o Beweeglijk
clan-(nomaden) landbouw- industriële
maatschappij maatschappij maatschappij
o Overlevingseconom
economie overlevings- begin geldeconomie; kapitalisme; ie = niets
economie verhandeling zeldzame verhandeling alle
(specerijen…) en soorten goederen
conserveren
primaire goederen (graan) geen handel
o Animanistisch =
recht gewoonterecht; gewoonterecht; burgerlijk recht; dingen hebben
charterrecht; grondwetten eigen wil/ziel,
strafrecht burgerlijk recht wereld N
wereld- animistisch; magisch; filosofisch-godsdienstig; wetenschappelijk; controleren mr
beeld mythisch; mondelinge & multimediaal; gunstig stellen
mondelinge traditie schriftelijke traditie wetenschap adhv magie
LANDBOUWMAATSCHAPPIJ:
o Traditioneel gezag = controle willen hebben over alles
o Domesticatie = iets je eigen maken
o Behoefte aan stabilisatie/zekerheid over besluitsvorming/ gezag
o Sedentair (controle over riool, gebouwen, …)
o Schrift = noodzaak voor vastleggen van zaken
o Specialisatie doordat wereldbeeld ontwikkelt
o Filosofen legitimeren de maatschappij
INDUSTRIËLE MAATSCHAPPIJ
o Volledige beheersing natuur
o Veranderen van de wereld op een goede manier innovatief & beweeglijk
o Democratie: bestuurders kunnen afzetten
o Kapitalisme = wat je produceert is ondergeschikt aan creëren van kapitaal
, o Rationeel-legaal gezag = gehoorzamen wetten in overeenstemming met
grondwet
o Door de mens gemaakte samenleving, die voortdurend in verandering zit
o modernisering = het samenleven werd doelbewust georganiseerd
1.5 SOCIAAL PROBLEEM ALS BRON VAN SOCIOLOGISCHE
VERBEELDING
Sociaal probleem:
o Objectief aspect (er moet iets zijn)
o Subjectief aspect (je moet erkennen dat er iets is/ kwestie als probleem
definiëren)
o Collectief aspect (voldoende groot aantal mensen moeten dit
ervaren/draagvlak)
o Oplosbaarheid (iets is maar een sociaal probleem als het maakbaar is)
o Socioloog zijn visie = niet beter dan anderen
o Sociale problemen zijn niet per se dezelfde problemen als diegenen die de
overheid ziet als problematisch
1.6 WRIGHT MILLS OVER SOCIOLOGISCHE VERBEELDING
o Persoonlijke klachten vs sociale problemen
o het individuele als collectieve kunnen zien
o Eigene zien als exotisch: alsof hij een vreemde is in zijn eigen omgeving of
omgekeerd
1.7 TWEE GRONDLEGGERS: COMTE & SPENCER
1. Auguste Comte: FR, grondlegger sociologie & positivisme (1798 : Franse
revolutie)
2. Herbert Spencer: UK, ingenieur, evolutiedenken, liberaal, evolutionist (1820:
industriële revolutie)
beiden (verschillend) getroffen door snelle sociologische omwenteling
1.7.1 AUGUST COMTE (DENKT IN TERMEN VAN GEHELEN, COLLECTIVITEIT)
Zijn programma bestond uit 3 delen:
1. SOCIOLOGIE ALS POSITIEVE WETENSCHAP DER MENSHEID EIGEN
DOMEIN & METHODE
wet der drie stadia met betrekking tot het ontwikkelen en denken van de
mens:
1. theologische fase = meest primitieve fase (animisme, polytheïsme,
monotheïsme), mens gelooft in geesten & zoekt in alles een eigen wil/ziel
(magie!), projectie van zichzelf op wereld
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lunapoos02. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,39. Je zit daarna nergens aan vast.